4— er niet was - en dat was zeer vaa.< dan moest U hem missen en als hij er wel was, moest U hem veelal delen met de bezoekers. bezoekers, die onderwijl ook nog Uw huis versleten, Uw koffie dronken en de afwas voor U alleen achter lieten. En toch denk ik, mevrouw van de Watering U kennende, dat U zult zeggen, "'t was toch mooi", maar U zult er aan toevoegen; '"t is ook mooi dat het voorbij is". Ik heb zo de indruk dat ik U het laatste jaar wat vaker met Uw man heb zien wandelen of fietsen, vaker dan daarvoor mogelijk was. Ik denk daar bij dat U - wijze vrouw als U bent - tijdig probeert over te schakelen van een aktief leven vol zorgen en beslommeringen naar een meer rekrea- tief leven zonder zorgen. Ik hoop dat ik U beiden in de toekomst nog veel vaker zal zien wandelen of fietsen, om nu eens te genieten van Halsteren zonder de druk van an dermans problemen. Want dan is Halsteren nog mooier, dan het nu al is. U beiden hebt dat wel verdiend. Mag ik met een bos bloemen onze dank en onze beste wensen ook aan U met vele goede jaren ondersteunen". Daarna voert het lid van Elzakker het woord:: "Gezien de heer van Wezel door omstandigheden niet aanwezig kon zijn, neem ik aan dat U het goed vindt, dat ik het woord zal voeren. Wethouder van de Watering,en dat kunnen we vandaag nog met recht zeggen, maar dat neemt niet weg, wethouder, dat U deze uitspraak ook na vandaag nog dik wijls zult moeten horen, want het is geen kleinigheid 32 jaar raadslid te zijn, waarvan 2D jaar als wethouder. Ik vind het dan ook fijnwethouderdat ik namens de raad nog enkele woorden tot U mag richten, omdat ik van d:e 32 jaren er ook 28 met U heb mogen samenwerken. Ik weet dan ook dat U 32 jaar lang dag en nacht in de weer bent geweest en dat U met hart en ziel Uw funktie hebt ver vuld, zelfs ten koste van Uw gezondheid. Mevrouw van de Watering, U kunt het beamen dat ik dikwijls bij U ben geweest om te proberen Uw man er van te overtuigen, het wat kalmer aan te doen in verband met zijn gezondheid, maar dat mocht niet baten. Hij bleef de mensen altijd te woord staan en probeerde iedereen te hei- pen. Dat het gewaardeerd werdwethouderwas het bewijs bij elke ver kiezing, waar U steeds de meeste stemmen kreeg. Wij weten ook.wethouder dat U dikwijls voor moeilijke beslissingen hebt gestaan en dat U ook wel eens de onzichtbare man had willen spelen, maar U hebt zich nooit ergens aan onttrokken. Beste wethouder, als ik namens alle raadsleden de wens uitspreek dat U in de toekomst een gezonde gezondheid mag genieten, sarneri met Uw vrouw en kinderen en kleinkinderen en dat het U gegeven mag zijn nog lange jaren een wel verdiende rust te beleven. Wethouder, het gaat U goed. Namens de raad mag ik U deze bon aanbieden. Daarna voert sekretaris Geers het woord; "Geachte wethouder, wanneer ik hier als sekretaris en dus als hoofd van de sekretarie voor U sta, beschouw ik dit niet als een formaliteitmaar beschouw het als een eer zo nauw betrokken te zijn bij de hulde, die men U als wethouder van sociale zaken brengt. Op de eerste plaats mede na mens het personeel hartelijk dank, voor alles wat U in het belang van het personeel hebt gedaan. Ik kan me niet herinneren dat er één enkele rede lijke maatregel of voorstel ten goede, door U, zij het dan in samenwer king met het kollege is tegengewerkt, integendeel. Ik weet dat het niet altijd van een leien dakje ging, niet: omdat het hier om medewerking ging van de gemeente, maar omdat er tegelijk in Uw achterhoofd automatisch zoveel speelde m.b.t. a-sociale toestanden, waarbij U - buiten de ambte- 2-10} -5- narengemeenschap - zo nauw bij betrokken bent. Ik geef toe, dat dikwijls bij de goe-gerneente de mening post vat, dat als je ambtenaar bent, je broodje gebakken is en je geldkistje steeds boordevol is gevuld. Nu, beste mensen, men zegt dat er geen wonderen meer gebeuren, maar ook dat de wonderen, de wereld nog niet uit zijn en ik moet toegeven dat ei bij^ ons meestal als de nood het hoogst is,het wonder geschiedt en op het eind van elke maand er weer een bedrag op giro- of bankrekening verschijnt, U neemt nu als medebestuurder van de gemeente afscheid. Vele en groot zijn de problemen waar tegenover het gemeentebestuur zich ziet gesteld en ook in de sociale hoek vallen er nog steeds harde klappen. Bekende en onbekende en zwaar was Uw taak vooral ten opzichte van de voor de gemeenschap onbekende noodgevallen. Te pleiten voor dergelijke situaties is moeilijk; een ieder voelt het zijne het zwaarst, maar in onderling overleg is het kollege toch steeds gekomen, daar waar zij moest zijn. Ook de ambtenaren zijn hier dankbaar voor. Men maakt zo dikwijls ge bruik van een algemene cretologie van overal en altijd opkomen voor de mindere, maar ik ben ervan overtuigd, dat door U en door Uw inborst Uw visie op het maatschappelijk leven en Uw instelling dat deze uitspraken geen holle frasen zijn geweest, een ieder weet dat. Het riekt dikwijls naar zelfverheerlijking wanneer uitspraken gedaan worden van; ik heb dit en dat gepresteerd in het algemeen belang. Wanneer U echter op^so ciaal gebied deze uitspraak doet, weet iedereen dat heel Uw leven eén is geweest met de maatschappelijk hulpbehoevenden. Niemand mag en kan dit anders opvatten. Jammer dat door de politiek meermalen deze en an dere zaken in ons goede dorp worden beïnvloed en vertroebeld door die afschuwelijke interpretatie van politiek-bedrijven, van welke kant of door wie ook deze zaken wordt geïnterpreteerd. Ikzelf ben gelukkig vrij en bij geen enkele toestand aangesloten. Op de eerste plaats zal ik alles wat in mijn macht is en wat binnen mijn bevoegdheid is gelegen, ervoor zorgen dat op de sekretarie geen politiek wordt bedreven en objektief konform de voorschriften wordt gehandeld en gewerkt zonder aanziens des persoons. Ik denk dikwijls aan de verbroedering in de po litiek. Politiek een woord dat van het griekse woord politeïa is afge leid, betekent vrij vertaald: het algemeen belang, van eenieder en over al in volle samenwerking met elkaar dienen en ervoor werken. Het bete kent zeker niet vijandig tegenover elkaar staan en elkaar benadelen.Of zelfs als basis te gebruiken om persoonlijk elkaar te haten. Dat is a-politiek. Het is niet eerlijk en rechtvaardig en zeer zeker komt men niet tot handelen in het algemeen belang. Iedereen mag zijn mening ge ven over bepaalde zaken. Een symptoom daarbij is, dat men meestal niet tegen verlies blijkt te kunnen. Laat men naar e.ikaar luisteren om in staat te zijn eerlijk te oordelen voor men veroordeelt. Er mag immers wanneer men tot besturen wordt geroepen niet van kwader trouw sprake zijn, van welke zijde ook. Geachte wethouder, ik geloof dat U het met dit kleine intermezzo eens zult zijn, vandaar. Ik meen in alle oprechtheid wat ik gezegd heb en acht me hiertoe bevoegd, gezien mijn ervaring en mijn onafhankelijke opstelling tegenover een ieder en mijn liefde voor Halsteren waar ik mijn grijzende haren heb opgelopen. Ik ben er zeker van, dat ook Uw liefde voor Halsteren en zijn inwonero tot resultaat hebben gehad, dat U de genegenheid van de mensen, vooral van de zwakkeren hebt veroverd wat U tot de grootste tevredenheid en voldoening zal strekken. En met deze wetenschap,, die met geen enkele eerbetuiging is te vergelijken, gaat U heen na een vol leven in dienst van Halsteren. Wethouder, het moge U en Uw echtgenote goed gaan en ik

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1978 | | pagina 41