-2- oude wijsheid, maar U gaf daaraan een verlengstuk door rond die karna- valstijd bij één of andere festiviteit op te merken; geen grotere eer dan door eigen volk geëerd te worden,, En inderdaad, als 't waar is dat een profeet in eigen land niet wordt geëerd, en normaliter is dat waar, dan is 't inderdaad de grootste eer als dat volk dat toch doet. Dat was ëën van de voornaamste rede nen voor ons kollege om te zeggen; meneer van de Watering wil eigen lijk wel niet, maar toch mogen wij daaraan niet toegeven en moeten wij desnoods maar een beetje opdringerig én hem én zijn "mensen" de kans geven om elkaar nog eens de hand te drukken. Vandaar dan ook, dat wij met veel genoegen deze buitengewone raadsver gadering hebben belegd en U daarna een receptie aanbieden. Want als er iets is, wat heel duidelijk als een bijzondere draad door heel Uw carrière heen loopt, dan is 't juist Uw begaanheid met, en Uw zorg vóór het gewone volk, In vele kollegevergaderingen kwam dat ty pisch tot uitdrukking, met opmerkingen als; ik had gisteravond laat nog volk of "ik had in het weekend een boel volk over de vloer",Waar bij ik dan voor buitenstaanders dan als toelichting moet toevoegen; dat kon ook niet anders dan 's avonds laat of zondags, want de overige tijd was U doorgaans op pad, voor datzelfde volk! Mijn spreekuur stelt in vergelijking met het Uwe eigenlijk helemaal niets voor. U deed al aan maatschappelijk werk nog voor er maatschap pelijk werkers waren. En nu ze er zijn blijkt er aan een spreeku.r, b.v. in Lepelstraat, totaal geen behoefte. Ze komen liever onder ande re naar U. Een telefonische hulpdienst voor mensen in nood lijkt een moderne nieuwigheid. In feite bestond en bestaat zoiets ten Uwen huize al sedert jaren. En toen de zaterdagse biecht in de kerk werd af;e- schaft, hoorde ik eens iemand opmerken: ja die wordt verplaatst van de zaterdag naar de zondag, maar dan wel bij Pietje van de Watering aan huis. Zelf hebt U eens gezegd: ik ben de loopjongen van Halsteren en d:or had U vrede mee. Dat is natuurlijk een zeer bescheiden verzamelbegrip voor al Uw vele en verdienstelijke aktiviteiten. Als ik al Uw urn bijeen probeer te tellen en bovendien let op de toewijding en de kwa liteit, die U daarin gelegd hebt, dan moet ik zeggen;: "U hebt én ils hulpgever én als maatschappelijk werker én als sociaal raadsman r biechtvader vele rekords t.o.v. de professionals gebroken. Een bt oe- kersaantaldat per jaar uitgedrukt dient te worden in royaal 4 j- fers is daarvoor een zeer duidelijke indicatie. Wat komen dan al die bezoekers eigenlijk bij U doen, zal men zie af vragen. Als voorzitter van het kollege heb ik daar wel een idee 'in. Want vele van die bezoeken kregen een vervolg met een bespreking n het kollege. En dan ging het niet alleen om zaken, die verband :1- den met de veelvoud aan funkties die U bekleed heeft in de vakbe» - ging, maar dan ging het vooral om de sociale voorzieningsregelin n de bijstandswet, zaken die de gewone man raken. Dan ging het ove het werkvoorzieningsschap, over volkshuisvesting en woningnood, over xlks- gezondheid en milieu, over bejaardennoden en jeugdzaken enz. Ik heb daarstraks U geciteerd door te zeggen:"geen grotere eer d/ door eigen volk geëerd te worden". Als ik nu deze grote verscheidende van aktiviteiten en daarbij behorende bezoekersaantallen overweeg, :o kon- kludeer ik dat juist daarin die eer reeds ligt opgesloten, dat vj hier die slechts kunnen onderstrepen. Immers de genegenheid tot en h- /er- trouwen in Uw persoon, welke juist verankerd liggen in deze dui nden van mensen, spreken meer duidelijke taal dan welke toespraak ook, <?L\\ -3- De eretitel: de ombudsman van Halsteren, die ik U jaren geleden toe dichtte is dan ook geen uitvinding van mij persoonlijk, neen, dat is slechts de bundeling van een breed ervaren volksgevoelen en de verta ling in dat ene bepaald, eervolle woord: niet de loopjongen van Hals teren, maar dé ombudsman van Halsteren. Naast Uw zeer grote bewogenheid voor de mens in nood,, waaraan U zoveel en zo voortreffelijke aandacht hebt besteed wil ik ook graag memoreren, dat heeft mij altijd bijzonder veel genoegen gedaan, dat U naast de ma teriële noden ook interesse had voor de meer ideëele zaken. Dan denk ik aan de zeer grote liefde voor de plaats, waar al die mensen - vooral Uw mensen - wonen. Ik denk ook aan Uw interesse voor de plaatselijke socia le geschiedenis. Ik denk dat er gëën is, die kan bogen op een grotere sociale kennis van Halsteren, van zijn mensen met naam en toenaam, van hun noden en hun achtergronden, dan juist U. Het is mij bekend dat onze archivaris, die thans de laatste hand legt aan een standaardwerk over de geschiedenis van Halsteren, uren daarover met U heeft gesproken om van U als het ware een groot aantal feiten aan de vergetelheid te ontrukken en te boekstaven. Om Uw visie daarop te kunnen vastleggen en daarin te kunnen verwerken. Het is erg jammer dat ik U vandaag niet het eerste eksemplaar van dat geschiedenisboek kan aanbieden, zoals het streven was. Maar dat houdt U van ons te goed. Ik denk daarbij ook aan Uw zorg voor het behoud van typisch plaatselijke zaken en wil daarbij Uw initiatief om te komen cot het stichten van een oudheidkamer met ere vermelden. Juist onlangs machten wij het verheugend bericht ontvangen van het bestuur van de Martinjskerk, dat met de in richting van zo'n oudheidkamer in de ruimten vit die kerk wordt inge stemd. Gaarne memoreer ik ook Uw pleidooien voor het b 'houd van historische plekjes, voor het behoud van de tot de verbeel ng sprekende toponymen, voor het ongeschonden doorgeven aan ons nagesl. i ht van wat wij rijk zijn aan gezond milieu en natuur, landschap en ekreatiemogelijkheden Voor al Uw vele verdiensten en Uw zeer goede z i gen voor Halsteren zijn wij U grote dank verschuldigd. Gaarne wil ik die dank onderstrepen met een pan - typische Halsterse kado1s Vooreerst de U welbekende kop en schotel, vervolens het U even welbe kende tablo en tenslotte een kado, dat gezien kewarden als het sym bool van alles dat U 32 jaar lang zo bijzonder inspireerde en waarnaar Uw hart steeds uitging: het centrum van Uw eigen ltere Wethouder, bij deze, met heel veel dank voor al Oi goede jaren:i. en vervolgt met: "Mevrouw van de Watering, mag ik mij nu even in he*, bijzonder tot U richten. Ik geloof dat het de heer van Elzakker is leweest, die de raad ooit eens heeft voorgerekend, dat alle uren b aan tellend., die Uw man aan de gemeenschap besteedde tenslotte uitk m op een salaris van nog geen dubbeltje. Daar kan ik het persoonlij -.ie 1 mee eens zijn, zij het dat ik persoonlijk vindt dat Uw man. ge t op de vele uren die U ook hebt meegedraaid, eigenlijk een flink deel van dat salaris vooraf aan U ter vrije besteding zou hebben moeten erhandigen, zodat het zijne nog minder dan een stuiver zou zijn. Ik v :d dat, omdat het U toekwam, omdat er wel geen huishouding zal zijn vi een bestuurder, waar de aktiviteiten van de man zo het gehele huis, .et hele gezins leven hebben doordrongen als dat bij U het geval is ,eweest. Als hij

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1978 | | pagina 40