zweert bepaald niet bij dit percentage; voor ons is het al leen de vraag: er moet wat veranderen; we weten ook dat nu al een paar uitgaven te voorzien zijn, waar we niet op gerekend hebben. Is dat geen aanleiding 0111 daar met de raad eens over te praten; moeten we die tarieven niet anders maken? Met hoeveel procent dat moet zijn. Als U daarover wilt diskussieren, lijkt mij dat gezond. Want het is belangrijk; dat kan niet zo direkt met de hamerslag er doorheen. Maar wij hebben het toch vrij goed bekeken, behandel ing zou toch wel kunnen. Het I id van Wezel zegt dat hij er toch ook wel een beetje moeite mee heeft, omdat zij een besluit moeten nemen en zij weten al leen de cijfers. Maar hoe het tot stand gekomen is? Ja, dan moeten wij een raadsbelsuit nemen waar we niets van weten, en daar heeft hij toch wel moeite mee. De voorzitter zegt dat zij inderdaad niet al les weten. Zij weten al leen dat het totaal vermogen zovéél is. En bij een bepaalde opbrengst daarvan zul je daar de tarieven aan moeten variëren. WiIt U meer opbrengst dan wordt het wat meer, wiIt U minder, dan moet liet wat minder zijn. Het co! lege heeft het zo eens na gegaan, de wet op de rijksbelasting, daar staat zeer nadrukkelijk in, -en dat is ook.wel logisch-, als er nu al arresten zijn waarin gemeenten terecht gewezen worden, om dat ze in de gemeente-gids simpele adressen vermelden. Hier zou 11 een adressenlijst krijgen, plus vermogensituaties. En we hebben er de vorige keer.al, de eerste keer, wat te gemakkelijk overheen gestapt, omdat het voor het col lege wat onwennig was en voor de raad wel prettig was om inzicht te hebben in de ver houdingen, We weten nu echt dat, het niet mag, dan vindt hij dat we het ook niet moeten doen. Het I id CI ar i j s zegt dat je aan de grondprincipes toch niet kunt tornen, Hij dacht dat het daar iedereen wei mee eens was, We gaan gewoon uit van wat moeten we hebben en wat voor bedrag kunnen we belasten, en dan kom je zo tot een belasting uit. De moeilijkheid die bij de verschillende raadsleden speelt, dat i s dat het I ijkt alsof dat bedrag niet na te gaan is, dus het bedrag per 3.000 gulden. Maar het wordt nu toch door die her- taxatics bij verschi I lende zaken meer, dat zal voor een groot gedeelte terecht zijn. Dat gelooft hij' wel, maar hij kan zich wel voorstellen dat men zegt: "maar nu weet ik nog niets", want hoe zijn die taxaties verlopen? "Kan het dan niet zijn dat Uw college een kommissie benoemt, bijv. uit elke fraktie één I id, die dan we I inzage in die stukken krijgt. Dan beperk je het aantal mensen, die dit kunnen inzien drastisch tot 6, en dan zou je misschien toch tegemoet kunnen komen aan de wensen van de raadsleden," De voor z i tter leest voor, dat volgens art i lie I 67 van de Algemene- Wet inzake Rijksbelastingen, welke voor de gemeentebelastingen op gaat, en volgens het artikel is eenieder, niet al leen ambtenaar, maar ook niet ambteI ijke deskundigen en bestuurders verboden op enige afwijkzaamheid bij de uitvoering van de be- I astingverordening of in verband daarmee nopens de persoon of van zaken van een ander beleid, verder bekend te maken dan nodig is om de uitvoering van de be I astingsverordening Uitvoerders dat zijn wij, en het is bepaald niet nodig, dat -5- U kennis van alle afzonderlijke zaken heeft. Het I id WaIth u i s interrumpeert, dat het col lege hun toch nodig heeft om tot uitvoering te kunnen komen. De voorzitter gaat verder, dat zij de raad al leen nodig heeft oin het tarief vast te stel len. Ais de raad vandaag zegt, "we veranderen het niet", dan verandert het niet. Dan gaat gewoon een zeer hoge aanslag de deur uit. Stel nu eens voor; de grondslag is veranderd. De grondslag is onze zaak. We waarschuwen U dus, als U niet veranderd, dan betalen de mensen veel te veel. Vandaar, doe er een stuk af in het tarief, al bl ijft het nogal hoog Het lid Roosenboom stelt voor om de oude taxaties te blijven hanteren De voorz i tter zegt vervolgens: de wet zegt dat het om de drie jaar moet worden herzien. Bovendien U hebt daar zelf op aangedrongen, dat er meer evenwicht zou komen, met name tussen Halsteren en Lepelstraat. Het I id CI a r i j s zegt dat hij nu niet weet of er evenwicht is. Dat is de kern van de zaak. De voorzitter zegt dat dat hun zaak niet is. Het lid Roosenboom vindt het be I ache I ijk,en zij hebben het bekeken en, nou, geloof het maar, het is goed. De voorz i tter zegt dat hij hem niet hoeft te geloven, ga de belastingen maar na. Het I id Roosenboom is het met de voorzitter eens dat er toender- tijd wat lakoniek met de rapporten is omgesprongen, Daar is toen ook niet bij verteld dat het eigeril ijk een geheim stuk was, wat men niet iedereen kon en mocht laten weten. Hij zou zelf ook wel even gezondigd hebben. Maar hij kan zich voorstel len, dat deze stukken ter inzage worden gelegd voor de raadsleden met de restrictie eraan, dat er een bepaalde geheimhouding aan ver bonden is. Dan moeten we 2 keer onze vinger in de lucht steken, en dat dan ook die geheimhouding is gewaarborgt. De voor z i tter zegt dat ook zij de vinger in de lucht moeten steken en mogen dan geen verdere bekendheid geven van de cijfers, dan voor de uitvoering van de wet nodig is. De raad heeft de wetgeving, het college de uitvoering. Het I id Roosenboom zegt dat naar zijn mening, die gegevens ter inzage behoort te I iggen ter uitvoering voor de raadsleden. Als de raad bevoegd is om die percentages voor te stellen, dan zegt de raad: "we nemen 1,per 3.000,"dat heb je ook in ei gen hand De voorzitter zegt dat als de raad te laag vaststelt, zal b!ijken dat er te weinig middelen zijn om de huishouding behoorlijk te be sturen Het lid Rooseboom zegt dat je dan ook een steekspel krijgt. Volgens hem kun je gemakkei ijk die rapporten ter inzage leggen voor de raadsleden, maar nu onder andere voorwaarden dan toen. De voorzitter zegt dat zij een ambteI ijke advies-nota hebben gehad, waar dat zwart op wit in staat. Raadpleeg dat artikel maar in de wet. Het is zelfs zo dat het al leen niet mag, maar het is zelfs niet een overtreding, het is een misdrijf als het college verdere bekendheid geeft dan voor de uitvoering nodig is. Voor de uitvoering is het helemaal niet nodig.

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1978 | | pagina 3