5. Voorstel tot vaststelling van de verordening ex artikel 9, lid 1 van de Winkelsluitingswet 1976. 6. Voorstel tot vaststelling van de verordening ex artikel 9, lid 2 van de Winkelsluitingswet 1976. 7. Voorstel tot vaststelling van de beroepsregeling ter zake van de door de indicatiecommissie bejaardenoorden uitgebrachte adviezen. 8. Voorstel tot overdracht van bevoegdheden betreffende het aangaan van rechtsgedingen tot terugvordering van ten onrechte ontvangen uitkeringen krachtens de W.W.V. 9. Voorstel tot het verlenen van medewerking ex artikel 72 van de Lager- onderwijswet 1920 aan de Stichting Katholieke Scholen voor het aanschaf fen van leer- en hulpmiddelen voor het 1e, 3e, 4e en 5e leerjaar, ieder voor 5 leerlingen t.b.v. de lagere school "De Biezenhof". 10» Voorstel tot verkoop van grond betreffende het contingent 1978 en het contingent 1979. 11. Voorstel tot verkoop van grond aan A.P.J.Bogers voor de bouw van 4 garages. 12. Begrotingswijzigingen. □PENING De voorzitter opent de vergadering met het gebruikelijke gebed. 1. VASTSTELLING VAN DE NOTULEN VAN DE OPENBARE RAADSVERGADERING VAN 22 JUNI EN 9 AUGUSTUS 1978 De voorzitter deelt mede, dat er geen op- of aanmerkingen zijn ingekomen, zodat zij ongewijzigd zijn vastgesteld. 2. INGEKOMEN STUKKEN EN MEDEDELINGEN De voorzitter vraagt de leden of zij nog nader het woord wensen te voeren over bepaalde stukken van agendapunt 2, waarbij hij nog aantekent dat punt 36 automatisch aan de orde komt. Het lid van Elzakker wenst het woord te voeren omtrent punt 41. Het lid van Meer over de punten 24, 38, 40 en 41. Omtrent de overige punten van de ingekomen stukken en mededelingen wordt besloten konform de voorstellen van burgemeester en wethouders. 3a. VASTSTELLING V00RBEREIDING5BESLUIT LANGS DE HELDENSTRAAT Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten konform het voorstel van burge meester en wethouders. 3b. VASTSTELLING VOORBEREIDINGSBESLUIT AAN DE OOSTZIJDE VAN DE WETH. B0- GERSSTRAAT Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten konform het voorstel van burge meester en wethouders. -3- 3c. VASTSTELLING VOORBEREIDINGSBESLUIT AAN HET BINNENPAD Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten konform het voorstel van burge meester en wethouders. 3d. VASTSTELLING VOORBEREIDINGSBESLUIT PERCEEL GROND, GELEGEN TUSSEN DE JANKENBERG EN DEN BERG Het lid Roosenboom verlangt stemming. Het lid van Meer zegt dat we er of vóór of tegen zijn om de heer de Koning te helpen met een uitrit. Waarom dan via een artikel 19-procedure. Hij denkt dat het de bedoeling is om de heer de Koning wel te helpen, maar artikel 19 te kiezen, omdat er een aantal mensen op den Berg wonen, die moeilijk dreigen te gaan doen. Hij vindt dan dat we helemaal niet bang hoeven te zijn. Die mensen mogen blij zijn, dat ze op zo'n groot stuk ge meentegrond mogen wonen. Die wonen daar riant en vrij ver van de weg af. Hij heeft al eens meer gezegd als er een uitweg moet komen voor het plan de Jankenberg, dan moeten we niet schuwen om die naar den Berg te leiden. Het is tenslotte zo, dat wanneer die mensen dreigen te protesteren, dat we dan bang worden. En wanneer bij wijze van spreken een randweg^noord bijna op de mensen: hun lip gelegd wordt, daar zeggen we dan niks van. Wat hen be treft, is het ja of neen. Hij leest hieruit dat het kollege eigenlijk wel medewerking wil verlenen, dus maar doen. De voorzitter antwoordt dat het wat genuanceerder ligt. Het is in verschil lende kommissies geweest. Bij de ene was de teneur "doen", bij de andere "niet doen". Inmiddels kwamen er inderdaad bezwaren van de buurtbewoners. Het doet er voor hem helemaal niet toe of ze riant wonen of niet. Hij vindt dat een soort diskriminatie waar hij bezwaar tegen heeft. Hij vindt als er recht is in Nederland, dan voor iedereen, rijk of arm. Dat recht is er voor iedereen en wij kunnen niet beoordelen hoe zwaar zij daaraan tillen. Juist omdat hier van 2 kanten een probleem ligt, vinden wij het het verstandigste om het naar een hoger bestuursnivo te heffen. Laat ze- het daar in alle objektiviteit dan maar bekijken en of er reden is om schadevergoeding toe te kennen. Het lid van Meer heeft helemaal niet de bedoeling gehad om te diskrimi- neren, integendeel. Hij heeft getracht te verduidelijken dat wanneer het voor een ander zou gebeuren, hij het idee heeft dat het zou gebeuren. Mensen, die hoog in de boom kunnen klimmen maken daar een hoop stampij over en dan worden we al bang. De voorzitter antwoordt dat we niet bang worden. Hij vindt toch dat je geen enkele burger, wie het ook is, een normale rechtsgang die daar nu eenmaal bestaat, zou mogen onthouden. Aangezien het hier toch wel een afwijking betreft van het bestemmingsplan, vindt hij dat iedereen zijn zegje mag zeggen. Daarom vindt het kollege het verstandiger om het naar een hoger nivo te tillen. Hij vindt daarnaast dat we even zorgvuldig moe ten zijn bij de randweg-noord. Daarna wordt er over gegaan tot stemming. Vóór het voorstel stemmen de leden van Meer, van den Bos, Mens, van Eeke- len, van Tilburg, Mouws en Sinke. Tegen het voorstel stemmen de leden van Elzakker, Clarijs, Verbogt, Roo senboom, van den Kieboom, van Wezel, Walthuis en van de Watering. Het betreffende voorstel van burgemeester en wethouders is met 7 stemmen vóór en 8 stemmen tegen verworpen.

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1978 | | pagina 29