15$
-24-
onjuist dat het streekgewest namens het gemeentebestuur
over de inhoud van het provinciale streekplan overieg
gaat voeren met de provincie". Zij kunnen het er wel mee
eens zijn, indien die taak van het gewest als een coördi
nerende wordt gezien t.a.v. bundeling van centraal bij
het gewest inkomende verlangens en meningen van gemeenten
in het gewest. En als zodanig dat men dat een beetje mee
verdedigd daar. Hij vindt het n.l. een enorm groot voordeel,
als iedere gemeente zijn verlangens t.o.v. het streekplan
inbrengt. Dan schrijft Woensdrecht, "gewest bundelt die
en stuurt die terug naar de gemeenten"AIs groot voordee I
hebben wij dan inzage in de plannen van de naburige ge
meenten. Hij dachtdat wij daar alleen maar voordeel bij
konden hebben. Dat is een beetje een positievere benadering.
Dat houdt niet in dat er dus getornd gaat worden aan het
recht. Er staat nogmaals in die befaamde wet Ru'imtlijke
Ordening dat iedere gemeente toch altijd het recht bl ijft
houden strakjes als er daadwerkel ijk een wijziging komt,
om eigen inbreng met de provincie te over1 leggen. Hij
zou liet I i ef ste zien dat d i e br i ef in die zin gew i jz i gd
wordt
De voorz i tter zegt dat het net zo is zoals je het bekijkt.
Van de ene kant vindt hij, dat je met brieven schrijven niet
glashelder genoeg kunt zijn.Dari weet men waaraan en waaraf. Wij
hebben de iaatse keer een brief aan het gewest geschreven,
waarin wij duidel ijk geschreven hadden, geen bevoegdheden
over te wiIlen dragen, maar dat besluit was verpakt in een
heel verhaal. Die brief is een beetje verkeerd uitgelegd,
want ze doen het wel. En om dat soort interpretatie te voor
komen, gelooft hij wel dat jejiet gewest duidelijkheid
moet verschaffen in: wat wi Men wij. Het Iaat immers onverlet
wat je wilt. Als wij graag zaken willen voorleggen aan het
gewest, dan kunnen we dat immers nog naderhand besluiten.
Verder regelt ook de wet weer, dat we kennis kunnen
nemen van de plannen van de andere gemeenten. Dat is gewoon
voorgeschreven; men moet overleg plegen met de naburige
gemeenten, zelfs met plan buitengebied. Hij heeft daar
een beetje moeite mee, om niet duidelijk te zijn.
Hij wil graag glashelder zijn. Wat hij ervan begrepen
heeft, vindt deze raad inderdaad op dat punt, dat we zelfs niet
de schijn moeten wekken dat we bevoegdheden zouden afgeven.
Misschien dat het wel denkbaar is om het wat vriendeI ijker
te zeggen.
Het I id Mouws zegt dat een heleboel gemeenten in wezen precies
hetzelfde zeggen. Op dezelfde wijze zegt dat de gemeente
Oudenbosch, maar nogmaals Woensdrecht vindt dat ook. Het
is bepaald onjuist, zeggen ze. Maar die soort brievenbus-
funktie die het gewest zich daar bij bedacht heeft.
Bovendien om het eens in een iets groter kader te bekijken.
Dat vindt hij toch wel zinnig. De provincie gaat erg ver, want
die vergel ijkt name I ijk het streekgewest WesteI ijk Noord
Brabant met vele andere veel zwaardere regel ingen in Oost-
Brabant. En het is vanuit de provincie gezien veel simpeler,
misschien lopen zij ook wel een beetje vooruit bij de nieuwe
indeI ing van Brabant. Hij geeft het graag nog eens in
overweging om het op die manier in te passen. Hij vindt er ook
-25-
we I veel voordeler» in zitten, om op groter gebied geïnformeerd
te worden.
De voorzitter zegt dat je dat wel kunt overwegen. Je zit nu
met het geval dat je toen zo'n fraaie genuanceerde brief,
een fraai genuanceerd raadsbesluit. Men pakt er dan een
zin uit, die in hun kraam te pas komt en daar zit je dan,
met het risico dat je loopt. Dan kun je we I zeggen: je moet
gaan coördineren, maar wat is nu coördineren eigenl ijk?
Daar kun je erg ver mee gaan, met coördineren. De problemen
liggen in onze achtertuin. Hij wil duidelijkheid toch wel
graag bovenaan zetten.
Punt_29
Het I id van den Bos zegt dat hij met stijgende verbazing en
ook wel met woede, die laatste brief heeft zitten lezen,
want daar is toch wel heel erg duidel ijk sprake van vestjes
zak of broekjeszak. Want hoe is het anders te verklaren dat
er in die brief staat, dat op eerste aandrang, -en dan
zegt hij onzerzijds-, zonder verkoopstuk zonder slag of
stoot met andere woorden tegen dezelfde koopsom die grond terug
te kopen. Hij vindt dat haast het toppunt van brutaliteit om
deze brief te schrijven en als hij dan tevens mag terug-
gr i jpen op de le brief waarin liet ging om de vraag of de gemeen
te garant wi I de staan voor die 500.000, Waar ze op een gegeven
moment gaan zeggen: het aantal woning-zoekenden dat is dan
183 en dan zeggen ze erbij, die aan de strenge normen
voldoen. Hij stelt grote vraagtekens bij het aanleggen
van die strenge normen. En nog afgezien van het feit dat
hij in ieder geva-l niet weet, wat dan die strenge normen
zijn. Verder zeggen zij in dezelfde brief waar die aanvraag 0111
goedkeuring aan de orde komt, zeggen zij van o.a. het feit,
dat de gemeente weinig bouwgrond heeft voor sociale woning
bouw. Dat is trouwens een term die zij geregeld in de mond
nemen en op papier zetten, tot ni i sso I ijk worden toe. Dat
het heel begrijpelijk en volkomen terecht is, dat dan onder
nemers, projectmaatschappij, ontwikkelaars, dat die dan
over gaan tot aankoop van gronden. Dat is dan de enige
manier om nog sociale woningbouw te plegen. Wij zeggen dat
als de gronden moeten worden aangekocht dan vinden wij dat de
gemeente voorkeurrechten moet hebben van koop en dat dan die
gemeente bij voorkeur in erfpacht zou moeten uitgeven. Juist
omdat die beschikbare grond voor sociale woningbouw zo gering
is. En dan wil hij daarbij aantekenen dat die beschikbare
bouw dddr zo minimaal aanwezig is omdat het juist de
beleggers zijn. En juist mensen die menen terecht gronden
te mogen kopen, die hebben er voor gezorgd dat er inderdaad
te weinig aan sociale bouwgrond was. Vandaar ook dat hij
helemaal mee gaat met het eerste advies van gemeentebedrijven,
waarin duidelijk staat in aansluiting op de eerste brief
wissel ing, geen toestemming verlenen. Hij vindt liet schunnig.
Dat is wat hij er in eerste instantie van wi I zeggen.
Het I id Wa11hui s zegt dat zij een iets andere mening hebben.
Hij zou namens de V VD-fraktie met steun van de groep leef
baarheid een voorstel willen indienen om toch te besluiten
konform het verzoek van de Woningstichting in Halsteren. Zo
als dat I igt in die brief van 5 mei 1978, waarin ze dan resu-