Dit op grond van economische motieven en angst voor gezichtsverl ies. Wij hopen dan ook dat de conventionele meerderheid binnen G.S. op hun schrede terug zullen komen e toch zeker het fosgeenverwerkende gedeelte zuI I en sIu i ten. Het risico beticht te worden van onbehoorl ijk bestuur door de directie van G.E. staat in geen verhouding tot het beticht worden van onbehoorlijk bestuur door de bedreigde bevolking van West-Brabant. Mochten enkele mensen in deze raad nog moeite hebben met het stelling nemen tegen de praktijken van G.E. niemand zal na de adviezen van de technische staf van de provincie en de Inspectie Volksgezondheid nog beweren dat nog maar eens nader onderzocht moet worden of we wel stelling moeten nemen tegen deze I evensgevaar 1 ijke gigant. Een vreemde rol hierbij speelt ons inziens de arbeidsinspectie. Deze lieden doen tegen alle deskundigheid in adviseren de fabriek te laten draaien als zou het hier gaan om snoepfabriekje waar voor behoud van werkgelegenheid gevochten dient te worden in plaats van een stuk veiligheid te eisen voor de werknemers aldaar. Zou ook de arbeidsinspectie dan niet begrijpen, dat de fosgeenontsnapping van 1 dec.1977 bij andere weersomstandigheden een ramp had kunnen verooO zaken. Zij dienen zich wel te beseffen dat door het opnieuw op laten starten dit risico gelijk gebleven is. Als we even terugkijken naar de laatste maanden dan lijkt het er op dat deze gemeenteraad een aantal dappere be sluiten heeft genomen. Te weten een voorbereidingsbesIuithet opzeggen van de gemeenschappeI ijke regel ing industrieterrein Theodorushaven en het in meerderheid uitspreken tegen uitbreiding van G.E. Als we evenwel de krantenber i chten moeten geloven dan hebben B.en W. van Halsteren tegen hun Bergen op Zoomse collega's verteld dat het een en ander niet zo hard bedoeld is. Onze vraag is voorzitter hoe of wat. hier aan de hand is. De raad heeft besloten een voorbereidingsbesIuit te nemen om G.E. tot staan te brengen, de gemeenschappelijke regeling op te zeggen omdat al Ie vertrouwen in de BoZbestuurders zoek was wat de gezamelijke zaken behartiging betreft en de meerderheid van 'de raad heeft zich toch overduidelijk uitgesproken d^t uitbreidingen voor hun uit gesloten waren. Een volmondig nee,dus: Graag zouden wij van U vernemen wat het B.en W.advies aan G.S. is geweest nadat de raad hierin was gehoord Ons advies aan het col lege is om de genomen besluiten onverkort uit te voeren. Dat dit gepaard gaat met de nodige weerstand is duidelijk, maar voorkomen is in dit geval zeer veel beter dan genezen. Toegegeven is dat het wel een bittere pi! is om achteraf gelijk te krijgen nadat je je van al Ier lei ongemakken op de nek hebt gehaald, maar de volksgezondheid van de inwoners van Halsteren dient hier te preveleren. Tenslotte voorzitter willen wij afsluiten met het voorleggen van een motie met de volgende strekking: De Raad van de gemeente Halsteren verzoekt G.S. met de meeste klem het rapport dat Mi I i eu-gedeput.eerde Brugmans en de Inspecteur v d. Vo I ksgezond- he>d tot ei draad heeft gediend bij hun meningsvorming en hun daaruit voortvloeiende advies tot sluiting van de fosgeenpIantNa de fosgeen— ontsnapping d.d.l december 1977 bij General Electric B.V. te Bergen op Zoom openbaar te maken. De voorz i tter antwoordt dat het advies aan Gedeputeerde Staten ter visie heeft gelegen. Hij kan er nog aan toevoegen, dat vandaag een brief is binnengekomen van de commissaris in afschrift aan het kollege, waarin hij zegt dat hij zich nog niet in staat acht om nu al een besl issing te nemen, hij voelt zich genoodzaakt om buiten de kring van de huidige adviseurs nog een andere adviseur te raadplegen om dan pas te besluiten. Verder vraagt hij het I id van Meer of er nog meer vragen waren. -13- Het I id van Meer zegt over het gesprek dat het kol lege van Halsteren met Bergen op Zoom gehad heeft. Het bewuste krantebericht hield in, althans volgens hem, dat het kollege van Halsteren de zaak zeer verzachtend hebben voorgesteld als zou hier nauwe! ijks een zinnig besluit geva len zijn. Hij wil graag van de voorzitter vernemen of dat werkelijk waar was. De voorz i tter antwoordt dat ook zij niet zo gelukkig waren met dat kranteberichtwant daar komt in voor dat het een open gesprek was. Het gesprek ging onder andere over een nieuw te vestigen bedrijf en wat wij daarvan vonden. Toen hebben wij gevraagd wat is de naam van dat bedrijf maar dat wi I de men niet zeggen. Wat is dan de aard van het bedrijf, ook daar is uitvoerig omheen gedraaid. Daar zijn we dus niat achter gekomen. In zoverre moet hij dus gewoon tegenspreken dat het een open gesprek was. Verder hebben wij een afspraak gemaakt dat we geen mededel ingen zou den doen ten overstaan van de pers hij vindt het jammer dat Bergen op Zoom toch wel gedaan heeft. Een andere afspraak was dat we stukken zouden uitwisselen over de begingeschiedenis van General Electric. Wij hebben de volgende dag de daarop betrekking hebbende stukken toege zonden, en van Bergen op Zoom hebben we tot op heden nog geen enkel stuk ontvangen. Ook dat is bepaald jammer en kan bepaald niet worden geken schetst als bemoedigend. Die term kwam ook voor in dat persbericht. Wethouder Si nke denkt dat het I id van Meer vooral vraagt naar de uitleg van dat bericht in de krant voor wat betreft het voorbereidingsbesIuit Daarin kon worden gelezen dat het meer een intentie was en daar zou dan heel de zaak mee aflopen. U heeft toen gesteld dat het nderdaad een raadsbesluit is wat wordt uitgevoerd. Hij dacht dat he+ kernpunt was. De voorz i tter zegt het voorbereidingsbesIuit en het opzeggen van de regel ingHet kwam inderdaad wat vergoei I ijken over in fe rant. Er is inderdaad gesproken over dat voorbereidingsbesu tEr is gevraagd wi It U dat maar intrekken. We het>ben toen gezegd neen dat wi I len wij niet. Toen is eigenl ijk op een gegeven moment het mes op tafel ge komen, toen wij staande de vergadering werden bedreigd met een rechts- geding,als we het niet zouden doen. Dat vindt hij allemaal niet zo bemoed i gend. Het I id Roosenboom vindt toch dat de voorzitter aan de essentie van de vraag voorbij gaat. In de krant stond al zou de raad van Halsteren niet hebben besloten om de gemeenschappelijke regel ing tussen Bergen op Zoom en Halsteren op te zeggen. Toen heeft LI gezegd neen we hebben dat eigenl ijk niet besloten, we hebben de intentie, We hebben geen intentie uitgesproken. Of het juridisch juist is of niet, we hebben wel degel ijk besloten om die gemeenschappelijke regeling op te zeggen. We hebben een volwaardig voorbereidingsbesIuit genomen en niet een voet tussen de deur. Hij laat in het midden of het besluit goed, minder goed is, dat waren in ieder geval de keiharde besluiten. Hij gelooft dat cat in de krant heel anders over kwam. .1 zou gezegd hebben het is een intentie. En dat voorbereidingsbesIuft zou dan maar een voet tussen de deur geweest zijn. Dat kwam voor hem ongeloofwaardig over. De voorz i tter antwoordt dat hij dat zeker niet gezegd heeft. Bergen op Zoom heeft gesteld ju. lie wil len al leen maar een vcet tussen de deur hebben. Toen heeft hij ezegd dat we het bedrijf zelfs mi ld kunnen be handelen, als we zouden besluiten om hogere bebouwing toe te laten dan nu het geval is. Het is geen intentie, het is een principe-besluit van de raad, dat uitgevoerd moet worden. Zij het dat de procedure er om vraagt dat we het eerst aankaarten bij burgemeester ;-.n wethouders van Bergen op Zoom die brei jen het naar de 2 raden, dan <an de raad zeggen we bevestigen gewoon wf; we eerder gedaan hebben. i Het lid Roosenboom zeg-, dat dat op die bewuste vergader .ng met duidel.jk uit de verf gekomen is. We hebben misschien toen een foutje begaan, misschien iets te voor:arig.

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1978 | | pagina 7