-18-
Ik weet dat menig korps in de regio Brabant er jaloers op is. Meneer
van Elzakker, dank, veel dank ben ik U verschuldigd voor de samen
werking op velerlei gebied. En het doet mij voorkomen dat het van
daag niet de laatste keer is dat wij elkaar zullen zien. Wij zullen
elkaar nog weieens nodig hebben. Ik hoop dat we kollega's en vrien
den blijven. Verder wens ik U, Uw familie en huisgenoot een lang
leven en een goede gezondheid toe.
De heer Baars: Geachte heer van Elzakker, burgemeester en wethou
ders, gemeenteraadsleden die daarnet achter de tafel zaten, maar
ondertussen misschien ergens in de zaal verhuisd zijn. Men krijgt
niet dikwijls de gelegenheid iemand in het openbaar te bedanken,
vandaar dat ik hier graag gebruik van wil maken deze keer. Op de
eerste plaats als voorzitter van de gymvereniging St. Martinus, een
van de grotere verenigingen in Halsteren. Ik wil namens onze vereni
ging het gemeentebestuur en alle instanties die direkt en indirekt
met St. Martinus te maken hadden, danken voor alle medewerking die
wij gedurende ons 17-jarig bestaan mochten ontvangen.
Bijzonder van de heer van Elzakker, hoe hij als sekretaris hierbij
betrokken was. Als curiositeit kan ik U mededelen dat gymvereniging
St. Martinus al een heel oude vereniging is, dus de sekretaris zal
hem al lang gekend hebben. In het voorjaar van 1928 had de eerste
oprichting plaats. In 1941 onder de Duitse bezetting werd het herop
gericht en in 1961 nog eens voor de derde maal en nu zijn we er nog
ongeveer al een vijftig jaar. Op de tweede plaats als voorzitter van
de raad voor bejaarden te Halsteren en Lepelstraat. Gedurende ons
vijfjarig bestaan hebben wij van de gemeente, gemeenteraad, burge
meester en wethouders en bijzonder ook van de sekretaris geweldige
medewerking gehad waarvoor wij bijzonder dankbaar zijn. Al blijft
nog wel een grote wens onvervuld, namelijk het ontbreken van een
behoorlijke vrijetijdsruimte voor de oudere mensen en ik hoop dat U
de term 'oude mensen' niet te beperkt verstaat. Want U weet even
goed als ik dat de groep 50-jarigen en ouder moeilijk of niet meer
aan de slag komen als men een keer zonder werk is.