-16-
In de tijd dat de kassen bij huize van Elzakker nog welig tierden,
waren we door jou altijd verzekerd van een bloemenhulde aan organi
satoren, winnaars van toernooien en kampioenen. Hele echte
tennissers Jan, hebben een tas die bol staat van rackets en andere
attributen. Jij was geen echte tennisser maar meer een goede. Je
kwam vaak reeds als speler gekleed de baan op en toch met een bolle
tas. En als die tas dan open ging begon je uit te delen. Appeltjes,
druiven alles uit eigen kwekerij. Gezelschapsmens. Eens per jaar in
de vakantie voel je je soms eenzaam. Ondergetekende kreeg de op
dracht een toernooi te organiseren om de leegte op te vullen. Dat is
al weer lang geleden maar het vakantietoernooi de zogenaamde mannen-
dag, komt nog jaarlijks terug met alle gezelligheid van dien. Be
scheiden. Tijdens een oriëntatieloop in Nieuw-Vossemeer 3J jaar te
rug, hoopte je dat niemand in de gaten had dat je 's nachts om
twaalf uur jarig was. Niets was minder waar. Je moest op het podium
plaatsnemen. Plotseling gingen alle lichten uit en kwam Herman van
Rees binnen met een kolossale taart waarop 60 kaarsjes brandden. Tot
overmaat van ramp moest je een lied aanhoren waarvan ik nog af en
toe de tekst hoor zingen. Vrederechter.
Als trouw lid steeds aanwezig op onze ledenvergaderingen stelde je
je bescheiden op. Maar als de gemoederen soms wat hoog oplaaiden
stond je op en sprak vaak de verlossende woorden. Jouw gastvrijheid
is dusdanig en alom bekend dat ik daarover in dit verband niet ver
der hoef uit te wijden. Iedereen snapt dat dit slechts een greep is
uit de eigenschappen die jij bezit. Tijdnood dwingt me om te stop
pen. Jan, in vriendschap hebben we elkaar ontmoet. Door die vriend
schap sta ik hier. En vanuit die vriendschap wens ik jou namens alle
A.T.V.-ers een welverdiende rust. En met de wetenschap dat vriend
schap blijvend is, kan ik met een gerust hart opstappen. Het gaat je
goed.
De heer HuuskesSekretaris, geachte familie, dames en heren. Ik
wil een heel klein woordje tot U richten sekretaris. Niet om zoals
dat de heer van Wezel stelde, het gras voor de voeten is weggemaaid.
