-34-
Het__m_M j_eu
Het is onmiskenbaar dat de mens behoefte heeft aan schoon water,
frisse lucht en een niet verontreinigde bodem, behoefte heeft
aan een leefbaar mi Iieu
Zeer belangrijke "levensmiddelen" zoals reeds gezegd zijn niet
langer "vrije" goederen, maar worden schaars.
Het milieu zal op rationele gronden betrokken moeten worden bij
het ekonomisch handelen. Milieubescherming is niet alleen een
kwestie van technisch weten of kunnen maar vooral van politieke
wil. Een van de belangrijkste voorwaarden om te komen tot een
doe I bewust m i I i eubeleid is de bewustword i ng onder brede Iagen
van onze bevolking. De gemeente heeft hierin een taak welke wij
wi 1 I en noemen het "aankweken van een soort mi I ieu—moraal
De milieuwetgeving zal stringent uitgevoerd moeten worden.
Krachtige kontrole op de naleving en adekwate bestraffing van
mi IieudeIikten dient plaats te vinden. Voorts zal koördinatie
van de wetgeving en het milieubeleid van verschillende bestuur
lijke organen moeten plaatsvinden. Te denken valt hierbij aan
een regioverband of in het kader van het streekgewest
Openbare b i bJ_ j_otheek_en_kuJ_tuur__i_n_het_a j_gemeen
Met de bouw van de bibliotheek, welke mogelijk in de tweede helft
van 1978 in gebruik kan worden genomen, kan de gemeente Halsteren
zich scharen in de rij van gemeenten welke de door de wet verplich
te voorziening gereal iseerd heeft.
Jammerlijk moet echter worden gekonstateerd dat er tot op dit
ogenblik nog geen funktionerendzij het voorlopig bestuur is
geformeerd. In dit verband rijst de vraag, wat gebeurt er met de
bibliotheek te Lepelstraat, welke onder verantwoorde I ijkheid
staat van het opbouwwerk? De werknemerspartij is van mening
dat de bibliotheek te Lepelstraat moet blijven bestaan en wei
zodanig dat het boekenbestand middels bevoorrading door de
P.B.C. regelmatig dient te worden vervangen en/of te worden
aa ngevuId
Wij menen dat de Ieesbehoefte voor de gemeenschap Lepelstraat
ter plaatse gerealiseerd moet worden.
Wij hebben begrepen dat voor de bibl i oth ee k te Halsteren een
stichting als bestuur in het leven wordt geroepen. Wij spreken
onze voorkeur uit voor een zo open mogelijke stichtingsvorm.
De passages in de begeleidingsbrief over kuituur in het algemeen
nopen ons tot het plaatsen van enkele kritische opmerkingen.
Bij de exploitatie van het Verenigingsgebouw te Halsteren zetten
wij vraagtekens. De betrokkenheid van bestuurders om een en an
der te laten funktioneren is verre van optimaal, overigens om
begrijpelijke redenen. Het exploiteren van een Verenigingsgebouw
moet iets meer zijn dan het eenmalig per jaar vaststellen van de
konsumptieprijzen. Het huidige beleid nodigt niet uit tot aktive
ring van aktiviteitenHet tegendeel is waar. Bij een ongewijzigd
beleid zal de ani mo om gebruik te maken van deze faciliteit in een
niet geringe mate afnemen. De struktuur van het Verenigingsgebouw
dient radikaaI te worden gewijzigd. Verder konstateren wij dat Uw
kijk op kuituur in het algemeen van wel zeer enge aard is.
-35-
Kulturele uitingen beperken zich naar onze mening niet alleen tot
deelneming aan zangkoren of kreatieve instellingen. Het scala wat
onder kuituur gerangschikt kan worden omvat meerdere elementen,
welke zeer zeker een doelbewuste funktie hebben. Te denken valt
oaaan toneelverenigingen, carnavalsverenigingen etc., etc.
Jeugdzaken
Welzijn is het toverwoord van onze moderne verzorgingsmaatschapp1j
De suggestie die van het begrip welzijn uitgaat doet vermoeden dat
wij in deze situatie leven.
Wij kunnen ons echter niet voorstellen dat een landelijk werkloos
heidscijfer van meer dan 200.000 welzijn betekent.
Wat in de ekonomische orde niet meer te regelen is, wordt opge
vangen in de welzijnssektor
Wij denken hier met name aan voorzieningen in de sfeer van het
sociaal-kuIturele werk, veel van deze aktiviteiten echter hebben
een restfunktie. Zij vormen vaak de sluitpost van een beleid wel
ke zelf deze rekening krijgt gepresenteerdNu er sprake is aat
de gemeente zelf een sociaaI-kuItureeI plan op moet stellen heeft
het kollege gemeend om een ambtelijke studiekommissie in te stel
len, welke zich bezig houdt met deze materie.
De werknemerspartij wil aan deze kommissie gaarne de boodschap
meegeven wat zij verwachten van dit plan, meer bepaald welke de
uitgangspunten moeten zijn.
1. Spreiding naar alle lagen van de bevolking;
2. Prioriteiten stellen naar de meest kwetsbaren;
3. Demokratisering van de voorzieningen, door gebruikers en uit
voerders invloed te geven bij beleidsbepalingen uitvoering;
4. Een zodanige inrichting, respektieve I ijk spreiding van de voor
zieningen, dat daardoor levens- en maatschappij-opvatt1ngen
hun vol Ie kans krijgen.
Dat de Stichting Opbouwwerk is geslaagd om een socioloog aan te
trekken, teneinde een gedegen onderzoek te laten doen naar de
behoeften van vrijetijdsbesteding en voorzieningen voor de jeugd
heeft onze bijzondere waardering. Hopelijk geven de resultaten
van het onderzoek een bijdrage aan een tot standkoming van een
uitgebalanceerd jeugdweIzijnsbeIeidVoorts geven wij U in over
weging om t.a.v. het vrijetijdscentrum een ander uitgangspunt te
kiezen.
Onderwjjs
De werknemerspartij onderschrijft de passages welke in de begelei
dingsbrief worden aangehaald m.b.t. het immense probleem van het
onderwijs, waarbij deskundigen zich geplaatst zien voor een wel
haast onmogelijke opgave. Het is ons dan ook duidelijk geworden,
dat er van een geprogrammeerd gemeentel ijk onderwijsbeleid in de
huidige situatie geen sprake kan zijn. Wat vandaag nieuw is blijkt
binnen afzienbare tijd alweer verouderd en achterhaald.
Daarmee is niet gesteld dat er geen zaken zijn op onderwijsgebied
welke wij moeben behartigen.
Er zijn wel degelijk onderdelen waarover wij moeten beslissen. Het
zijn echter voor het grootste deel technische en financiële zaken.