-16-
Het i id Wa ithu is zegt zich te kunnen voorstel len dat het bij de
voorzitter niet helemaal hard geworden is en wat dat betreft is
hij de heer van Meer dankbaar over wat hij gezegd heeft. Dat
heeft bij hem weer het een en ander wakker gemaakt. Als hij
praat over sociale woningwetbouw bedoelt hij daar ook mee pre-
miewoningen. Hij vindt niet name bij premiewoningen dat je daar
wel degelijk eisen kunt stellen. Hij meent dat dat in Lepel
straat zeer duide I ijk is gebeurd, waar Sittardia 4 premiewo
ningen gebouwd heeft en waarvan er 3 bezet zijn door mensen
die uit een woningwetwoning komen, waardoor er weer een goed
kopere woning vrijkomt. Dat is gewoon een kwestie van door
stroming. Het lijkt hem dat je dat bij de Woningstichting
ook kunt doen.
De voorzitter antwoordt dat over het algemeen premiewoningen
duurder zijn dan woningwetwoningen in de huursektor, Dan ben
je nog verder van huis. Als li zegt in mijn 30%, nemen we aan
dat er premiewoningen inzittenwordt het nog moeilijker, want
zoals gezegd premiewoningen zijn duurder dan woningwetwoningen,
omdat de subsidiëring anders ligt. De premie ziet hij niet zo
zitten, tenzij in de partikuI iere premiesektorwant dat is
ook sociale woningbouw, maar dat is wel wat anders dan wat U
bedoeI de
Het I id van Tilburg zou er ook graag wat over zeggen. Hij is
het niet eens met wat de heer Walthuis in eerste instantie
heeft gezegd. Wat hij in tweede instantie heeft gezegd, daar
hebben we wel oren naar, Ons standpunt in deze is dat wij ak
koord kunnen gaan met hetgene de kommissie ruimtelijke orde
ning heeft voorgesteld, Hij heeft de indruk dat zij heel goed
werk geleverd hebben en dat zij een goede kijk hebben op de
gang van zaken. Hij moet er wel uitdrukke! ijk bij stellen dat
woningbouw in de beleggingssfeer - dat de verkoop van woningen
moet geschieden op fifty-fifty basis aan de Halsterse bewoners.
Dat willen zij er wel ingebouwd zien. De vaststelling van de
kontingentering willen zij jaarlijks doen, dat betekent nu al
leen voor 1978. Voor de resterende tijd willen zij een princi
pe uitspraak doen met daaraan gekoppeld de duidelijke mogelijk
heid dat we tot 1984, als het noodzakelijk zou zijn, eventueel
nog korrekties kunnen aanbrengen. Dat is ons standpunt en hij
wacht het verdere verloop nog even af.
De voorzitter zegt dat in een van de adviezen al meer of min
der stond nl. proberen te zorgen dat woningen die gebouwd wor
den in de beleggingssfeer terecht komen bij de Halsterse bewo
ners, Men heeft zich toen nog niet konkreet durven binden aan
een 50/50. Misschien is het we! te weinig, hij weet het niet.
Het I id CI ar i j's zegt dat de heer van Ti Iburg, die andere 50,
die geen"halsternaren zijn, hier komen wonen om economische
redenen
Het I id Walthuis zegt dat hij ver mee kan gaan met hetgene de
heer van Til burg gezegd heeft. Maar niet ten aanzien van de cijfers
zoals ze nu liggen.
De voorzitter begrijpt de heer van Ti Iburg als hij zegt: het
eerste jaar moeten we dat maar doen, maar hij behoudt zich al
le rechten voor om als volgend jaar blijkt dat van het één meer
of van het ander minder moet. Dat is al eerder in de raad uit-
17-
gesproken, want beschouw het niet helemaal als vrijblijvend de
volgende jaren, maar behoudt nadrukkelijk voor: je kunt het
bijna niet voor één jaar vastleggen, Je zult volgend jaar te
rug moeten kijken op wat we nu gedaan hebben en daar rekening
mee moeten houden.
Het I id van Til burg zegt dat er nog een aspekt aan vast zit,
nl. als dat zou lukken 50/50-bas'is dan krijg je een bepaalde
doorstroming en dat is toch in wezen de bedoeI i ngEn dat
heeft toch bepaalde konsekwenties voor de kontingentering
De voorzitter zegt dat het nu denkbaar is om te zeggen 50,
maar volgend jaar misschien 55 overwegen en het jaar daarop
60, maar van I ieverlee moet men, en dat zegt zijn rechter
buurman ook altijd, maatregelen bedenken om te bevorderen
dat uiteindel ijk, die 75 in overwegende mate terecht komen
bij de mensen waarvoor ze bedoeld zijn,
T Wethouder van de Watering wil bij deze inhaken op de woorden
van de voorzitter» Hij heeft geprobeerd in zijn nota du i de-
lijk te maken dat de kontingentering zoals wij die krijgen
op de al Iereerste plaats bedoeld is voor de eigen en natuur-
I ijke aanwas. Het gaat er bij hem niet om wie de woningen
bouwen alleen maar dat ze binnen het bereik komen van onze
eigen mensen, maar we hebben dat niet in de hand. Dat blijkt
ook uit het toewijzingsbeleid dat wij als Woningstichting
voeren, daar konstateren wij en dat is duidelijk terug te
vinden in de stukken, dat een aantal van de woningen die
vrij komen - en dat is hier meer dan de helft - verdwijnen
naar de mensen afkomstig van over de gemeentegrenzen. Maar
dat hebben we niet in de hand, Hij wil proberen enkele din
gen duidelijk te stellen naar hetgeen de heer van Meer heeft
opgemerkt, nl. dat stuk wat hij geschreven heeft is een stuk
uit de praktijk» Als de heer van Meer dat nu ziet als een
stuk van een werknemer van de Woningstichting of als wethou
der van Volkshuisvesting, hij kan gerust stellen dat hij in
beide kwaliteiten met woningzoekenden heeft te maken en niet
van vandaag of gisteren, maar ai zo'n 30 jaar. En dat zal
voorlopig nog wel zo bI ijven» In de praktijk bl ijkt nog
steeds dat de meest zwakken op ons een beroep doen om toe
wijzing van een woning» Hij geeft toe dat de woningen zoals
ze nu gebouwd worden voldoen aan alle wensen en voorschrif
ten, Dat is punt 1, Daar kan men over van mening verschi I-
I enPunt 2, dat ze duur zijn geeft hij ook toe, maar we kun
nen ze niet goedkoper krijgen» Maar waar zijn ze goedkoper?
Die vraag heeft hij zich al tientallen malen gesteld. Hij is
er van overtuigd dat onze staatssekretaris van Volkshuisves
ting dezelfde gedachte is toegedaan, want daarom ook dat dat
huursubsidiesteI se I van jaar tot jaar verruimd wordt. Hij
durft met de hand op het hart te verzekeren dat het geen per
soon I ijke belangen zijn van wie dan ook, die bij de Woning
stichting betrokken is» Noch van de be 1eidsfunktionarissen,
noch van de funktionarissendie daar in loondienst zijn,
o.a» hijzelf. Waar hij wel belangen bij heeft is de nood van
de woningzoekenden» Het is hier duidel ijk gesteld dat we tot
op de dag van vandaag niet alle aanvragen kunnen honoreren
en dat vindt hij jammer. Hij heeft ook geprobeerd duidelijk
te steI I en wat uiteindelijk de belangen zijn, het is n i et