iÉ>9
2-ÏO
n zijn
mode I 1
reden maar het andere mode! te nemeniever bouwt hij dit in en
zo dat ook de belanghebbende kan zeggen dat de zitting gesloten
moet zijn, Het kan zijn dat de man zich aangetast voelt
privacy en dat moet men kunnen respecteren
Het I id van den Bos vraagt waarom het col lege juist voor
heeft gekozen en niet voor 2 of 3»
Het I id Mens merkt op dat dat de minste artikelen bevat,
De voorzitter dacht omdat het hier ging om een commissie die niet
tevens zou besluiten, In de regel ing drie staat dat de commissie
besluit, maar dat wil, het college graag aan de raad laten. Daarom
heeft men drie niet genomen, Twee was ook zoiets wat hij echter niet
meer uit het hoofd weet, Het college heeft zo geredeneerd, alles
gelezen hebbende zal zij de raad mode! 1 we f het beste va! len.
Zegt de raad van niet dan let ons niets om twee te nemen, We!
kan hij zo snel niet overzien wat er in twee staat. Hij vraagt wat
de bijzondere zaken en voordelen in twee zijn.
Het S i d van den Bos herhaalt dat in twee nadrukkeI ijk wordt verwezen
naar de openbaarheid,
De voorzitter merkt op dat die daar weer niet geldt voor belang™
TTeEKencJe",
Het I id van den Bos icht toe dat wat hen betreft dat eventueel
gebouwd zou kunnen worden» Daar heeft hij geen bezwaar tegen.
De. voorzitter waarschuwt er voor dat men in twee niet en passant
iets meeneemt wat men niet gewild heeft.
Het 1 id Mens zegt dat ook in twee staat dat de
van burgemeester en wethouders niet benoembaar
Dat staat in model één ook niet,
Het I id van den Bos vervolgt dat in mode! twee
commissie bestaat uit een voorzitter en zoveel
de gemeenteraad, terwijl dat in model 1 helemaa
i n-
leden van het co!lege
zijn in de comm i ss i e
staat dat de
benoemd door
aan de orde
verder
I eden
n i et
komt
De voorz i tter wijst er op dat men we! in de gaten moet houden dat
het om drie soorten besluiten gaat, afhankelijk van het orgaan dat
het besluit heeft genomen.
Het i id van den Bos zegt duide I ijk te spreken over zaken aangaande de
gemeenteraad
De voorzitter vindt het al ernaa I best als men maar niets doet waar
men later spijt van heeft, X
Het lid Mo uws heeft niet de moeite genomen om het andere a! Semaal
uitvoerig te bestuderen,
De voorzi11er zegt dat het coi lege model één heeft voorgesteld en
daar onbreekt kennelijk de openbaarheid aan.
Het id Mouws is het wel voI Iedig eens met het 1 id van den Bos, maar
dan zag hij Iiever dat het voorstel werd terug genomen zodat het
nog eens bestudeerd kan worden» Alle drie de voorstel Ier. dan,en dan
maar kijken wat het zal worden.
Het I id van den Bos kan zich voorstel len dat net zoals het 1 id Mouws
ook andere raadsleden de drie verordeningen niet naast elkaar hebbers
gelegd en vergeleken. Zij vinden het toch wei een zo belangrijke zaak,
dat nu werd gekozen voor model twee, Wel hebben zij er daarnaast begr i
voor dat andere raadsleden dat niet zo hebben kunnen bestuderen. Zij
het met tegenzin zsjn zij daarom toch wel geneigd te zeggen het voor
stel terug te nemen en razorgvuidige bestudering opnieuw aan de orde
te steIlen,
De voorzitter- vindt dat het dan naar
moet
Het I i d van den Bos dee It die men i ng
de commissie overhe i d-burger i
~7~
De voorzitter zegt dat het daar had behoren te komen. De wet geldt
echter al een half jaar en hier is nog steeds niets. Bovendien
heeft het co!lege de raad belooft dat ze het zou krijgen. Als het
toch terug genomen moet worden kan het beter in de commissie ge
bracht. worden»
Het I id van den Bos herhaalt dat hij nu het I iefst een uitspraak
heeft
De voorzitter antwoordt dat men het dan niet in de commissie kan
brengen
Het lid van Eekelen kan zich er wel achter scharen, Hij moet er
eer I ijk in zijn dat hetgeen het I id van den Bos heeft opgemerkt bij
hen niet is opgevallen. Wel hebben zij het bestudeerd en een bepaalde
minderheid was voor voorstel twee. Tegen beide voorstellen hebben zij
eigenlijk geen overwegende bezwaren. Als er aan een de openbaarheid
aan toegevoegd wordt en tevens ten aanzien van de belanghebbende,
want dat vindt hij wel belangrijk,, vooral die belanghebbende,
dan hoeft het voor hem niet verder verschoven te worden. Men heeft
de tijd gehad om het: te bestuderen.
De voorzitter vraagt wat de leden denken van één, maar dan geamendeerd
volgens het voorste! van het 1 id van den Bos,
Het I id van den Bos zegt dat hij het in dat geval opnieuw zou moeten
bekijken, want zij hebben duidelijk gekozen voor model twee. Ais men
in artikel 15, punt 2 ook de belanghebbende wi I toevoegen dan hebben
zij daar geen bezwaren tegen, maar principieel kiezen zij voor model
nummer twee
De voorzi tter vraagt op grond waarvan hij dat doet.
Het I id van den Bos zegt dat dat gebeurt op grond van artikel 15,
waarin duidelijk de openbaarheid staat.
De voorz itter merkt op dat dat wordt overgenomen. Wat bI i jft er dan
nog voor twee pleiten?
Het i id van, den Bos zegt dat hij dan vindt dat onevenredig zwaar
nadruk steeds komt te I iggen in mode I verordening één op de voorzitter.
Men zou het zo kunnen lezen dat de rest van de commissie eigens ijk
niets te verte I len heeftwant de voorzitter doet het. a I I erna a I en b e -
slist allemaal en regelt het allemaal.
Het lid CI ar i j s wijst er op dat hij in ieder geval niets beslist.
Het I id van den Bos bedoelt dat men het zo zou kunnen i nterpreteren
en niemand kan het hun kwal ijk nemen dat het op die manier ook geTnter
preteerd werd. Voor hen een reden te meer om voor mode! twee te kiezen
omdat daar steeds gepraat werd over de commissie en n i et over de
voorzitter zus en de voorzitter zo. Het moet uiteraard wel, maar niet
uitsluitend. Zij hebben de mode I verordening vrij uitvoerig bestudeerd
on op grond van dat in a'rt.l.ke I.-15 van mode. I 2 duidelijk wordt gesteld
de openbaarheid van de vergaderingenwaar in één nergens over ge
sproken wordt, en op de tweede plaats dat in model twee steeds du i-
del ijk wordt gesproken van de commissie, terwijl in model één haast
uitsluitend wordt gesproken over de voorzitter, zijn zij voor mode!
twee. Zij vinden dat naar hun idee aan de voorzitter in model één
naar hun mening teveel macht wordt toegekend, omdat, in dit geval
misschien wat zwaar beladen woord te gebruiken.
De voorzitter- wijst er op dat het gaat om een hoorcomm i ss i e var.
collegae onder elkaar. Daar tilt hij toch niet zo zwaar aan.
Het I id van Eekelen zegt dat het I id van den Bos wel ergens ge! ijk
heeft in hetgeen hij zegt. Al leen vindt de overgrote meèrderheid dat.
op een gegeven moment van het college uit een bepaalde bijdrage
geleverd kan worden in die commissie. Daar zit nou net het nuance
verschil, Iedere keer als er staat "de voorzitter" en je zet daarvoor
in de plaats "de commissie" dan is het al heel iets anders» Zij. vinden
If