-2- professionaIisering van het gewest, hij dacht niet dat dat de bedoeling was. Van heel de wijzigingsvóorsteI I en vinden zij dat het niet inspeelt op de toekomstige wet reorganisatie binnen lands bestuur. Verder vinden wij dat de gewestraad, gekozen dient te worden door de bevolking. Om die reden kan de huidige gewestraad niet goed f unlet i oneren Nu bi ijkt overduidel ijk dat de vertegenwoord i g i ng in het streekgewest een rammelende zaak i s Het I id Mouws is het er mee eens dat de burgemeesters genoemd in artikel 5 onder afvallen, zodat er bij de vertegenwoordi- ging uit de raden er 1 ekstra bijkomt. Hij is wel bang dat we een beetje achter de feiten aanhol len» We hebben in onze brief aan de deelnemende gemeenten gesteld dat zij iets van ons te goed hadden. NI. dat ze een voorstel krijgen waarin Halsteren zijn visie bekend wil maken. Weinig van de gemeenten hebben zich aan de brief van ons gestoord. De meeste hebben die voor kennisgeving aangenomen. Hij is bang dat er een beetje vertra- ging in het spel zit. Volgens hem is het a!lemaal vergeefse moeite, ondanks het vele werk dat er aan besteed is. Onze po gingen om ons positief ten opzchte van het gewest op te stel len, loopt op niets uit. Het I id van Elzakker wi I vanwege het gezichtsverl ies de |zaak maar laten rusten, door de wijzigingsvoorstellen niet meer in te sturen aan de gemeenten. Het I id van den Bos antwoordt daarop dat wanneer je de voorstel len niet instuurt, die je beloofd hebt, dan je gezicht verliest. Nogmaals wil hij onderstrepen dat zij het met de huidige samen- steI I i ng van het gewest voI Ied i g oneens zijn. Daarom wil hij deze zaak doorzetten. De voorz i tter zegt dat als er maar één gemeente is die aan ons verzoek gevolg heeft gegeven, dat die toch zeker recht op ver haal heeft. Hij is? het toch wel met de heer Mouws eens dat het in feite een beetje te laat is. Het I id CI ar i j s neemt aan dat het kol lege met zijn voorstel een poging onderneemt om een vraag te beantwoorden uit de raad zelf. Verder moeten zij de vraag vooropsteilen, waar ze de gemeente fsj) en de halsterse bevolking het meest mee dienen. Hij kan goed begrijpen dat, men er op den duur moedeloos van Wordt, als men ziet dat alle goede pogingen al gestrand zijn voordat ze effekt hebben» Dan neig je gemakkei ijk mee, met het antwoord laten we maar meegaan met de door het gewest voorgestelde wijzigingen» Maar dan maak je je er wel gemakke! ijk vanaf» Hij vindt toch wel dat we de brief na moeten komen, die we aan de deelnemende gemeenten hebben gestuurd» Wethouder S i nke zegt dat het best kan zijn dat we wat laat zijn, maar we vechten voor een goed gewest in Noord-BrabantNu is het niet goed, dat kan mogelijk zijn oorzaak hebben in de snelheid waarmee gestart is. Het is volgens hem in overgrote mate te dan ken aan de onvoldoende kennis van de gewestraadsleden. Wij zijn nu gestart voor dat gevecht, laat het dan nu geen effekt hebben, een gewestraad kan pas in de toekomst goed funktioneren met leden die op hoogte zijn van de achtergrondendestemeer zullen ze de onvolkomenheden van die raden gaan begrijpen» Het I id Mens wil de mening peilen of de brief aan de gemeenten wel of niet de deur uit moet. Als we vinden.dat het door moet gaan,zou hij wil len voorstel len het voor I iggend koncept verder te bespreken» -3- Het lid Roosenboom zegt dat hij absoluut tegen deze wijziging is. In een vorige vergadering heeft hij gezegd, dat hij openstaat voor verandering, als die veranderingeneen verbetering brachten. Hiermee verandert er in wezen niets, het wordt slechter h,v. sem i-professio nele instelling. Te zware belasting voor burgemeesters en wethou ders. Hij is wel voor een onafhankelijke voorzitter, maar niet in dit stadium. Met het sekretariaat heeft hij geen bezwaar. Hij te kent wel bezwaar aan als deze wijzigingsvoorstellen worden ver stuurt aan de omringende gemeenten. Hij vindt dit geen konstruk- tieve veranderingen. De voorzitter antwoordt dat de heer Roosenboom vergeet dat het niet gaat om samenwerkingsverbanden tussen bevolkingen, maar tus sen autonome gemeenschappen. De burgemeester van Nieüw—Vossemeer heeft dezelfde bevoegdheden als die van Bergen op Zoom, dat geldt dan ook voor dë raden als voor de kol leges van B&W» Het lid CI ar i j s zegt dat er eens gezegd werd dat verwacht werd dat het kollege met een goed voorstel zou komen» Nu is het ko;1 - lege met een voorstel gekomen, als het niet goed is, moeten wij als raad er aan meewerken om het goed te maken. Hij vindt daar om dat de heer Mens het goed geprobeerd heeft om de kwestie in het juiste spoor te zetten om de zaak punt voor punt te behan delen. Laten we er met zijn allen een voorstel van maken, waar we het dan in meer-derheid mee eens zijn. De voorz i tter zegt van uit het begin begrepen te hebben, dat de meeste leden de introduktie van de burgemeesters in de gewest raad niet zagen zitten. Dat wordt bevestigend beantwoord. Daar om wordt punt en van artikel 5 geschrapt en wordt uitgesmeerd over de punten c, d en e. Vervolgens zegt hij dat nu aan de orde is artikel 16. Het I id Roosenboom vraagt waarom de gemeenten Roosendaal en Ber gen op Zoom speciaal genoemd 1 lid mogen benoemen» De voorzitter vindt dat een soort concessie aan de strijdvraag die voortdurend blijft: moet je nu zeggen 17 autonome gemeenten - ieder 1 stem of moet je dat meervoudig stemrecht handhaven zoals het ge beurd is, Hier bewandelen we een tussenweg. We erkennen ergens toch wel dat een grote gemeente meer gewicht in de schaal legt» Dus om daaraan tegemoet te komen zeggen we dat ze een vaste zetel hebben. Het I id Mens vindt dat na punt cL_ nog een punt _ewordt toegevoegd waarin wordt bepaald dat de 6 leden van het dagelijks bestuur uit de geografische liggingen van bepaalde groepen gemeenten. Voorts mag slechts één lid per gemeente in het dagelijks bestuur gekozen worden. De voorzitter erkent dat en stelt dat het alsnog aan het bewuste artil-el wordt toegevoegd. Het lid Roosenboom zegt dat hij best mee wil gaan met het begrip een onafhankelijk voorzitter, maar dan pas wanneer het gewest meer body heeft. De voorzitter zegt dat je als gewest kan afspreken dat in de rege- I ing de onafhankeIijke voorzitter wordt ingevoerd. Wanneer men dat daadwerkelijk uitvoert is een ander punt. Maar als je het nu niet regelt dan krijg je de kans niet meer» Het lid Roosenboom vindt dat een konstruktief voorstel en wil daar best in meegaan. De voorzitter stelt nu aan de orde artikel 22 en zegt dat we het daarnet al gedeeltelijk bepraat hebben. In een brief dé opmer king maken dat het goed denkbaar is dat je het nu zo regelt, maar dat je er toch mee instemt dat de huidige konselatie toch nog blijft voortduren tot bijv. 1980»

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1977 | | pagina 61