wel op wijzen, dat het gewest zich wel bevoegd acht om een studie te maken over het afva I stoffenprobIeemover knelpunten en wense lijkheden in het muziekonderwijs en een publikatie houdende be roeps- en onderwijsvoorI ichting. Hij vindt dat nogal inkonse- kwent dat ze aan de ene kant wel studies onderneemt zonder ons iets te vragen en nu vraagt om onze steun voor deze betreffende studie. In het slot van punt 7 stellen zij dat ze het niet kun nen rijmen, dat wij geen bezwaar hebben en toch geen bevoegdhe den hebben overgedragenDat kon ze vol ledig bekend zijn omdat in de laatste gewestraadsvergadering één van onze mensen gezegd heeft dat Hal stèren geen bezwaar heeft als men met die studie begint. Halsteren wil ook meebetalen, maar'we willen niet, wat naar onze mening niet nodig is, nl. bevoegdheden overdragen. Punt 8 is ook wat vreemd. Daar stel I en ze in afwachting van het ontwikkel ingsprogrammamoeten er als we wat wi I I en doen, be voegdheden worden overgedragen Het lid WaIthu i s zegt dat punt 8 refereert aan artikel 4 en lid 4 van artikel 35 van de gemeenschappeIijke regeling en daar staat het volgens hem erg duidelijk in omschreven. De voorzitter zegt dat daarin staat dat wanneer het gewest b i zondere zaken wil behartigen, dat er dan overgedragen moet wor den.. Maar in hetzelfde artikel onder lid 3 daar kunt U lezen dat het, gewest een ontwikkeI ingsprogramma moet opstellen en dat daarin moeten worden behandeld: een heleboel onderwerpen met o.a. de'rekreatie. Dat kan het gewest nooit doen als ze geen voorstudies plegen. Hoe kun je nl. iets zinnigs zeggen over milieu etc., als je er niet eerst op studeert. Vervolgens gaat hij verder in op de beantwoording van vraag 2. Daar stelt het gewest dat de brief van de staatssekretaris in het voorstel van 7 maart jl. vermeld werd. Hij zegt dat dat niet juist is, omdat de essentie van de brief van de staatssekre- taris ontbreekt. Daar wordt niet alleen over de voorstudie ge praat, maar daarin wordt de hele rekreatieve hap bedoeld. Hij vraagt zich af of ieder gewestraadslid dit weet. In dat betref fende voorstel wordt hierover met geen woord gerept. Tenslotte wil hij nog één opmerking plaatsen: we hebben hier voortdurend gesproken over een voorstudie en hij heeft de formulering van het besluit geraadpleegd en daar staat gewoon studie. In zijn brief stelt de staatssèkretaris dat het gewest er zich van moet verzekeren, dat zij niet alleen de bevoegdheden krijgen om te plannen, maar ook om aan te leggen, te beheren en te onderhouden. Dat betekent dan dat het een soort rekreatieschap wordt, dat moet U zien in de statutenwijziging van oprichten van afzonder I ijke diensten. Die af zonder I i jke dienst moet dan alle rekreatieve voor zieningen gaan runnen. Het lid C I ar i js dacht dat het vanavond zou gaan-over de statuten wij z iging en niet over de rekreatie. Hij heeft aan het laatste nog weinig aandacht besteed. Zij zijn er te weinig bij betrokken geweest en men weet er te weinig vanaf om er zinnig over te pra ten. Het lid Mouws zegt dat hij die brief nog nooit eerder heeft ge zien en dat is natuurlijk zijn fout, want hij lag ter inzage.Maar wie neemt heel die stapel door voor iedere gewestraadsvergade ring. Hij heeft tegen een studie nooit bezwaar gemaakt. Hij vindt nl. dat alles wat je bestudeert alleen maar nuttig kan zijn. Maar ze hebben nooit gespreken over die verdere uitvoering. -3- Hier zei men onmiddellijk dat er veel meer aan vastzat als alleen maar/voorstudie. Maar die brief van de staatssekretaris liegt er /een inderdaad niet om. Hij vindt dat nogal verbijsterend De voorzitter zegt dat we daarbij in de mist bi ijven varen, omdat het gewest zegt dat ze niet bevoegd zijn. Maar als we eruit wil len komen moeten we het voorleggen aan een geleerder man dan w i j z i j n Het lid van den Bos zegt dat deze brief hen alleen maar onder steunt in het afwijzen van de voorgestelde wijzigingen. De voorzitter zegt dat we er kort of lang over kunnen praten of we kunnen het nog een keer terug laten komen, maar hij is wel geschrokken van deze zaken. Namel ijk, dat vergoei I ijken van het is maar een voorstudie. Neen, het is studie in de meest rui me zin en die bevoegdhe i dsoverdracht lomt er onmiddellijk achter aan. Hoe men dat bij het gewest denkt te spelen zonder ons in te lichten, dat vraagt hij zich toch wel af. Vervolgens vraagt hij de raad of hij het hierbij wi 1 laten of wi l men nadere inl ichtingen. Het lid van Wezel zegt dat we voor 10 november moeten beslissen. De voorz i tter antwoordt dat we een brief geschreven hebben aan de over i gp gemeenten, op Uw verzoek, en hebben verzocht om het niet in oktober te behandelen maar in november. Van onze kant is dan toegezegd dat ze voor 10 november een stuk krijgen waarin we op een rijtje zetten wat we graag anders zagen. Het lid; R_o osenboom zegt dat de brief die B en W hebben verstuurd totaal geen betreko'ng heeft op de open I uchtrekreat i eDie heeft betrekking op de statutenwijziging die nu voor ons ligt. De vorige vergadering was aan cb' orde het voorstel van de heer Wal thu is. De voorz i tter vraagt de raad of het rekreatie-aspekt even kan blijven liggen. Het komt toch in het totale pakket terug en nu verder gaan op de voorgestelde wijzigingen. Het lid van den Bos zegt dat zij als P.v.d.A. tegen het lidmaat schap van burgemeesters zijn. Zodat het voorzitterschap niet meer, zoals nu het geval is, door een burgemeester uitgeoefend kan worden. Voorts pleiten zij voor een onafhankelijke voorzitter, die wordt benoemd door de gewestraad. Dat betekent dat hij uit de gewestraad kan komen, maar dat niet persé hoeft. Ze pleiten ook voor een onafhankelijke administratie en voor de afschaffing van het veto-recht, indien er garanties worden gegeven voor het demokratisch funktioneren van het streekgewestVerder geven ze daarbij aan dat de voorgestelde wijzigingen dat niet beoogen.Als laatste pleiten zij voor vergroting van het streekgewest en ver zoeken zij invloed aan te wenden, het gebied uit te beiden met het stackjewest Breda. - Het I id var.- Eekeen zegt als men ziet wat op bladzijde 2 onder punt 1 staat, dat betekent dan gewoonweg dat de burgemeesters van Roosendaal en Bergen op Zoom zich voor levenslang indekken in de statuten, waardoor een.onafhankeIijke voorzitter tot de onmogelijkheden behoort. Hij vindt het absurd. Op een bepaalde bladzijde stellen ze dat maar 2 burgemeesters extra lid kunnen zijn van het dagelijks bestuur, dat betekent dan dat ze altijd nog de baas zijn. Dan vraagt hij zich af met welk paardelef ze de demokratie omhoog durven te houden. Het lid van T i I burg zegt dat ook zij voorstander zijn van een on afhankelijk voorzitter, maar gezien de stemmingen binnen het ge west is het wel duidelijk dat je daaraan niet komt. Verder wijst hij op de artikelen 43 en 45 om bepaalde geschillen voor te leg gen

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1977 | | pagina 58