"»ló~
De voorzitter zegt toe dat datgeen wat het col lege klaar heeft op
tafel bij de raad gelegd zal worden,
Het I id van Meer komt er de volgende keer ook graag op terug.
van Efzakker spijt het geweldig. Hij begrijpt niet waarom
er zo gedraaid moet worden. Het heeft gewoon n iks om hef I ijf.
Wethouder van de Water i ng merkt op dat ze alleen maar om een prin-
c i pe-u i tspraak vragen.
Het I id van EI zakker vreest dat er straks een voorstel komt met
een hele hoop gegevens erbij/ die er i n feite niets mee te maken
hebben
Wethouder S i nke verwijst naar het debat in de raad over de werking
van het gewest. Toen is gezegd dat er duidelijkheid in moest komen
en naar zijn mening heeft de raad die binnen een maand op eenvors
te Iijke manier gekregen» Voor zover hij dat kan, garandeert hij
met de voorzitter en zijn col Iega—wethouderdat de raad de voi
gende vergadering een goed afgerond geheel ter tafel zal hebben»
-Het lid van den Bos vraagt het lid van El zakker om er geen stem-
m i ng van te maken. Hij zou het o nge I oof lijk jammer vinden, ais h i jxf
nu neen zou moeten zeggen. Als het I id van EI zakker hier een voor
stel tot stemming van maakt, dan zeggen zij daar inderdaad neen te
gen op grond van het feit dat zij hef met de procedure totaal on
eens zijn. Zij zouden het jammer vinden nu gedwongen te worden om
neen te zeggen, terwijl als er inderdaad een deugdelijk voorstel
van het college komt, het best eens zou kunnen gebeuren dat zij ja
zouden zeggen» Zij zijn tegen vanwege de procedure»
Het I id C1 ar i j s concludeert dat de voorzitter een stuk gaat produ
ceren, maar hij heeft ook van de voorzitter begrepen dat de inhoud
van dat stuk er toe zal leiden dat er in ieder geval in begrepen
is dat er in principe, op zijn minst in principe, goedkeuring ge
hecht wordt aan de verwezenlijking van een. eigen home. Dat zit er
a 1 emaa I bij.
De voorzitter antwoordt dat het college dat nu al vindt» Wel vindt
hij dat de raad er ook de motiveringen bij mag hebben.
Het I id CI ar i j s vraagt of zij niet ergens gewoon gemeenteraad van
Halsteren zijn. Waarom moet dat allemaaf zo formeel. Het is toch
allemaal veel eleganter als de raad hier in principe de goedkeu
ring aan geeft» Iedereen wi I dat.
Het I id van Meer wi I graag een gemotiveerd voorstel zien»
De voorzitter zegt dat de normale gang van zaken is, dat al les wat doo1
de raad te besluiten wordt voorgelegd, wordt voorbereid door het
col lege, vaak een commissie gehoord hebbende» Als er echt geen
urgentie aan de orde is dan vindt hij dat men daar niet vanaf
moet wijken.
Het lid van El zakker ziet af van het vragen van stemming onder
de voorwaarde, dat het college met een voorstel komt zo kort
geformuleerd, als het lid van EekeI en en hijzelf hebben gedaan,
De voorzitter antwoordt dat het er dik in zit dat het college
dat zal doen, maar je kunt nooit weten»
Het lid van El zakker herhaalt onder zijn gestelde voorwaarden
geen stemming te vragen»
Wethouder van de Watering dacht dat hij namens het college kon
steTTen dat burgemeester en wethouders zeer we 1wi I lend ten op
zichte van het verzoek staan» Zonder meer» Het voorstel moet on
derbouwd op tafel gebracht worden. Men kan er van op aan dat er
binnen nu en een maand meer materiaal op tafel gebracht zal worden.
De voorzitter concludeert dat aldus is besloten»
2hO
•17
Punt__14
Het lid van den Bos is het helemaal eens met het schrijven van
de Aktiegroep Man-Vrouw Maatschappij. Hij hoopt dat het antwoord
ook zo zal zijn, dat in de toekomst de toevoegingen als bedoeld
in de brief inderdaad achterwege zullen blijven»
De voorzitter zegt dat het col lege er geen bezwaar tegen heeft
om zich aan te passen aan deze moderne gedachtengangEr zit iets
nuttigs in om het zo te doen» Bij de uitgave van de volgende gids
zullen we daar rekening mee houden»
Punt_15
Het lid Mouws is het eens met de toelichting» Van de Woningstich
ting Halsteren heeft men een brief gekregen en de inhoud verbaast
hem toch wel een beetje» Naar aanleiding daarvan wil hij zeggen,
waar halen zij het vandaan door in de vierde ai inea te zeggen, dat
zij de enige toegelaten instelling zou zijn om woningwetwoningen
te bouwen. Hij weet niet of dat juist is» Hij betwijfelt dat ten
zeerste» Hij gelooft dat niet» in de volgende ai inea zeggen zij
dat ze van oordeel zijn dat zij, en zelfs primair, de aangewezen
instelling zijn om ter voorziening in de woningbehoefte ook ande
re dan woningwetwoningen te bouwen» Met andere woorden, wat halen
die aannemers zich allemaal in het hoofd, want zij zijn primair
eigenlijk zeker zo goed» Hij vindt dat nogal een beetje vervelend
gesteld. Op bladzijde drie argumenteren zij waarom zij dan eigen
lijk te weinig woningen zouden krijgen. Dan vindt hij het jammer
dat zij de laatste tijd het hier gesprokene, vooral te berde ge
bracht door het iid van Tilburg, niet goed gevolgd hebben» Zij
schrijven immers in de vierde alinea op bladzijde drie: "dat im
mers de gebouwde woningen, over vorenbedoelde jaren, door bouw
ondernemingen e»d» vrijwel uitsluitend gebouwd zijn en nog ge
bouwd worden voor niet inwoners van Halsteren of voor personen
zonder een sterke economische binding met Halsteren", Hij dacht
dat het lid van Tilburg juist, via een amendement, duidelijk
heeft gesteld dat men op zijn minst de komende jaren er vanuit
moet worden gegaan, en hij dacht dat dat ook in brieven aan de
bouwmaatschappijen geschreven is, dat minstens vijftig procent
van de woningen betrokken moet worden door echt-autochtone Ha Is~
ternaren» Daarom begrijpt hij dit soort passages niet goed in de
ze brief.
De voorzitter I icht toe dat men het zo moet zien dat hier aan de
orde is een arob-zaak, Bij een arob-zaak hoort ais het ware een
soort pleitnota» Hij kan zich goed voorstellen dat iemand die iets
bepleit, dat die allerhande argumenten aanhaalt in de hoop dat
daar aandacht aan geschonken zal worden, vooral door de Raad van
State, want die moet uiteraard een behoorlijke toelichting heb
ben, Die moet weten wat men nu wi!» Hij is daarom van mening,
dat men zich hier niet moet verdiepen in de argumenten» Dat moet
straks de Raad van State maar doen» Voor ons is op dit moment
al leen maar belangrijk dat de raad zegt te besluiten en dan kun
nen ze met dat besluit naar de Raad van State toe. Die moeten de
argumenten maar wegen, dat hoeft de raad niet te doen»