ito ■12- De voorzitter zegt dat ten aanzien van het andere punt de Woning wet I imitatief opsomt in welke geval len een bouwvergunning gewei gerd moet worden. In zulke gevallen heeft het ons i nz i ens geen zin om met de raad te diskussieren. Je moet hem verlenen of weigeren. Maar als er in de wet of in de bestemm i ngsbepai ngen is ingebouwd, burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen om bijv. van 12 m naar 1.8 m hoog te gaan, dan vinden wij het we! degel ijk zin vol om met de raad hieromtrent van gedachten te wisselen. En daar mee 1 open we een beet.je door in het straatje, dat. we zijn ingesla gen. Toen hebben we intensief overleg met elkaar gehad van zuI Ien we het doen of niet. Dat vinden wij wel zinnig. Het I id van Meer zegt dat de voorzitter precies in het midden van de roos schiet. Namel ijk, probeer de raad, desnoods via kleine on derdelen van de bouwvergunninger toch bij te betrekkenVia die ontheffingen is dat inderdaad mogelijk. Vervolgens zegt hij dat hij nog 1 vraagje had en dat gaat over die motie naar de Raad van State toe. We hebben daar n!geen antwoord op gekregen. De voorzitter antwoordt dat hij een brief voor zich heeft I iggen van 21 januari 1977 gericht aan Gedeputeerde Staten en de Raad van State. De inhoud luidt als volgt: "ter uitvoering van het be sluit van de raad dd20 januari 1977 doen wij U bijgaand een in die vergadering aanvaarde motie toekomen. Daar is U een afschrift van toegezonden" Het I id van Meer zegt dat hij die dan over het hoofd gezien heeft en hij neemt het antwoord zondermeer aan. De voorzitter zegt dat nu aan de orde is de brief van de VVD. Wij als kollegevonden dat een merkwaardige brief, omdat die gericht is aan de voorzitter van de raad, aan de gemeenteraad en aan het kollege van burgemeester en wethouders. We wisten eigenlijk niet wat dat voor een brief wasvandaar dat we hem toch maar aan U hebben toegestuurd» Maar gelet op de formulering is dit geen voor stel vreemd aan de orde v an de dag, het is ook geen interpe! 1 at i e. en het is ook naar onze" smaak geen schriftelijke vraagstelling. Het moet worden uitgelegd volgens hem als een verzoek. En dan moet hij nagaan aan wie, dan dacht hij aan het kompet: en te orgaan om V, iets te agenderen en dat is dan in eerste Instantie het kol lege» Misschien in tweede instantie de raad» A!s de heer Wal thuis het zo be. doe I d heeft, dan zullen we zijn verzoek in welwillende over weg ng nemen Het 1 id van Meer vraagt of het de bedoel ing is dat het kol lege daar nog eerst over bes! i st of dat. we er nu over gaan praten. De voorzitter antwoordt, dat de vaste afspraak zo is, dat al les wat aan de raad gericht is, ongeacht voor wie het bestemd is, ter tafel komt. Dat is de afspraak. Ook als iemand het fout adresseert komt het toch in de raad, mits het binnen is geko men op de woensdag I ïggende voor de donderdag, waarop de stuk ken uitgaan. Maar wij aarzelden zelf een beetje over de strek king van dit verhaal» Als hij het nu zuiver ziet als een verzoek dan geldt het eigenl ijk dat het binnen moet zijn op de woensdag, Iiggende voor de donderdag, waarop de stukken uitgaan. Het lid van Meer zegt dat dat iets is waar zij grote waarde aan hechten. De werkzaamheid van een partij dient zo te zijn, dat ze tijdig de vragen binnen hebben. Wij proberen daar ons voortdu- 2J/ ■13- rend aan te houdenHet is zelfs zodat we al dikwijls het. dek sel op de neus hebben gehad door te late indiening van de vragen De VVD is absoluut te laat en niet zon beetje ook. Hij vindt dat een slagvaardige reaktie van het kollege had moeten zijn,van: de volgende raadsvergader i ng bent. U de eerste De voorzitter antwoordt dat de brief binnen kwam in de zeer druk ke tijd van de ene B W-vergadering na de andere. Toen hebben we gezegdwe komen er zo n i et uit, stuur hem maar toe aan de raads leden, dan kunnen ze er alvast kennis van nemen, tenzij we ons vergist zouden hebben, dan moeten we er nu diep induiken. Maar wij als kollege zullen die brief inderdaad bekijken. Het I id WaIthu i s vindt het prettig, dat de voorzitter de brief toch heeT even aan de orde heeft gesteld» Hij vraagt zich af of het moge I ijk is dan nu een voorste! vreemd aan de orde van de dag te doen aangaande deze zaak» En dan vraagt hij nu steun aan de leden van de raad» De voorzitter antwoordt dat de heer Walthuis dat wel zou kunnen doen. Maar dat betekent, dat II staande de vergadering, mondei i ng een voorstel vreemd aan de orde van de dag wil doen, terwijl de noodzaak daarvan helemaal niet aanwezig is. Dat is altijd het kr i ter i urn,, desnoodsin geval van nood, het geen uitstel kan lij den, Dan moet die mogelijkheid aanwezig zijn. Als er een bepaal de kal ami te it is, dan moet daar op gereageerd kunnen worden. Zo hebben we dat artikel altijd uitgelegd. Maar als uitstel best moge I ijk is kunnen we beter wachten tot de volgende vergadering» Het lid Roosenboom zegt als de heer Walthuis nu eens gebruik had gemaakt van punt 38 van de ingekomen stukken en mededel in~ gen De voorzitter antwoordt dat dat wat anders is. Het I id Roosenboom zegt dan dat de heer Walthuis naar aanleiding van dat punt ook een voorstel had kunnen doen. De voorzitter ontkent dat; dat kan niet als het uitgaat boven een amendement» U kunt wel een amendement indienen, maar niet zoals dat gaat bij een voorste I Het I id Roosenboom zegt dat het maar net is hoe de meerderheid van de raad de brief van de VVD interpreteertKijk, aannemende dat de meerderheid van de raad het voorstel, dat indertijd is verworpen nu in stemming brengt en dat het wel een meerderheid krijgt, dan zal dat voor de gewestraad verheugend zijn. Dan zouden we alsnog de gebroken dbaad kunnen herstellen» Dan zouden we de werkzaamhedendie nu afgebroken zijn, kunnen beschouwen als een onderbrek1ngAls U toch voornemens bent over een maand met die brief terug te komen en veronderstel, dat het ook een meerder heid zou zijn, dan is het al leen maar uitstel van een maand. Hij vindt het zinvoller om nu aan de raad te vragen: moeten wij terug komen op ons raadsbesluit ja of nee. De voorzitter antwoordt dat men eikaars rechten moet respekteren voor de termijnen, die we hebben afgesproken, in acht te nemen. Dat moeten we nu ook doen» Het f id van Meer zegt dat zij meerdere malen afgeremd zijn, omdat ze ook te laat waren» We zijn al eens op een halve dag afgeknepen, toen hebben we ook zitten balen» Het I id Roosenboom zegt dan dat hier met wiIlekeur gewerkt wordt. Hier zijn wel eens brieven binnengekomen, en dan herinnert hij zich een brief van de heer Walthuis, die kwam 1 dag voor de

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1977 | | pagina 30