"28 moet het lid Roosenboom dat zeif doen, Die moet waar maken wat hij zegt. Hij heeft het I id Roosenboom daartoe uitgenodigd. Die heeft daarop gezegd er op terug te komen, maar hij heeft dat nimmer gedaan. Er werd niets waar gemaakt. Hij dacht dat het de raad ge noeg bekend was dat juist de raad er op heeft aangedrongen om de commissie te horen en als die commissie neen zegt dan moet het college ook inderdaad dat advies volgen. Het I id Roosenboom merkt op dat die commissie geen neen zegt in die br ief De voorzitter i cht toe dat de commissie heel duidelijk is dat het bouwplan geen betrekking heeft op het agrar i sch bedrijf. Er wordt niet gezegd dat de tekening niet goed is. Nee, het bouwplan. Dat is niet de tekening. Dat is de aanvraag, dat is het beroep, dat is de situatie, dat is de tekening, dat is het bouwplan. Het lid Roosenboom zegt dat Het de bouwaanvraag 7n zijn totaliteit is. Het bouwplan dat is de tekening. De voorz i tter is het daar niet mee eens. Een tekening is een te kening. Het bouwplan is met naam en toenaam èn het beroep van de man èn de ligging, èn alles wat er bij hoort. Dat heeft niet be trekking op een agrar i sch bedrijf zegt de commissie en dat vindt hij vrij duidelijk. Hij denkt ook dat de commissie deze zaak dermate simpel heeft gevonden dat er daarom dit klein briefje uitgerold is. Het I id Roosenboom vindt het we! een agrar i sch bedrijf. Heel dui delijk. Het lid Verbogt wil zich beperken tot die brief. De heer van Wezel schrijft aan de raad en die behandelt in die brief toch een afwijzing van het col lege van 23 februar i 1977» Hij dacht toch we! dat het daar duidelijk betrekking op heeft» Het college stelt duidelijk voor om afwijzend te beschikken» Het is toch wel een vraagste I 1 ing. Hij vraagt de raad weer om uitstel van de beslissing hierin» Het heeft duidelijk betrekking op een afwijzing van het college. De voorzitter 1 i cht toe dat hij heel duidelijk vraagt, -dat is de konklusie van zijn brief-, wil U de zaak aanhouden» Een zaak echter die afgedaan is kun je niet meer aanhouden» Het 1 id Roosenboom zegt dat het col lege niet wil aanhouden. De heer van Wezel weet dat hij binnen een maand moet reageren. Kennelijk is hij met zijn adviezen, en noem maar op, niet binnen die maand rond. Hij vraagt dan of men het wi I aanhouden. De voorzitter antwoordt dat dat juridisch niet kan. De beslissing is al geva Men. Het I id Roosenboom antwoordt dat dat een besl issing is van het college. Maar binnen een maand kan hij in beroep gaan bij de raad. Hij kan de raad vragen, -maar zover is zijn juridische kennis niet-, of de raad kan besl issen om hem een maand uitstel te geven. Dat vraagt hij in wezen» De voorz i tter zegt dat van Wezel helemaal geen adviezen nodig heeft. Hij had de raad moeten vragen hem in beroep alsnog bouwvergunning te verlenen. Punt uit, klaar» Het I id Roosenboom veronderstelt dat de man de raad misschien nog meer informatie wi 1 geven, en waaruit zou moeten blijken, dat het een zeer bonafide aanvraag is» De voorzitter merkt cp dabc&t weer misschien en misschien is» Het lid Roosenboom vervolgt dat het we! bekend zal zijn dat hij nadien, -29- -nadat zijn aanvraag was afgewezen-, hij kontakt heeft opgenomen met die agrarische commissie» De voorzitter merkt op dat de raad niet bevoegd is om de wette lijke termijn voor beroep op te schorten» Het lid Roosenboom neemt dat niet zonder meer van de voorzitter aan» De voorzitter zegt dat dat in de wet staat, Het lid Roosenboom kent die wet niet. Althans niet dat artikel» Hij heeft er behoefte aan om niet met, het advies van het col lege mee te gaan» De voorzitter vraagt wat het lid Roosenboom dan zou willen? Aanhouden? Weet het lid Roosenboom wat het betekent als men dit aanhoudt. Dat betekent helemaal niks. Juridisch helemaal niks» Het I id Roosenboom kan dat op dit moment niet overzien» De voorzitter dacht dat het allemaal nutteloze tijdverspilling was. Als de heer van Wezel nu inderdaad in beroep was gegaan met de vraag aan de raad om alsnog dat te verlenen wat het college niet heeft willen doen, dan was het heel duidelijk geweest» Dan had men ergens over kunnen praten» Maar dat doet hij niet» Hef ''d Roosenboom bevestigt dat dat inderdaad zo is» Maar hij heeft hem niet geadviseerd» Hij kan echter altijd nog een bouw aanvraag indienen» Hierna wordt, met inachtneming omtrent hetgeen is besloten bij de punten 23 en 34, betreffende de overige punten van de ingekomen stukken en mededelingen conform de voorstellen van burgemeester en wethouders besloten» Niets meer aan de orde zijnde en geen der leden meer het woord verlangende sluit, de voorzitter om 21,40 uur de vergadering met het gebruikelijke gebed. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad „der gemeente Halsteren, gehouden op De voorzitter,

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1977 | | pagina 57