-26 hij deze kinderen een bedrijf meegeven, in het gebied waar de raad een voorbere d i ngsbe I u t heeft genomen heeft hij vijf hectaren grond. Als hij het zich goed her i nnert dan heeft jaren geleden Ir» Kuypërs een gesprek met de raad gehad en die beweerde toen dat in het plan de Schans 20000 mensen zouden kunnen wonen, als het tenminste helemaal vo I gebouwd zou zijn. Dat zit dan toch wel heel ver van ons vandaan» Hij gelooft dat het een goede zaak is om, als het een kwestie is van enkele jaren, om iets te bevriezen. Maar hij ziet toch niet dat de eerste tiental jaren er in die punt van Wouwseweg-Schansbaan gebouwd gaat worden» Temeer omdat men hier en ook in de commi ss i es afspraken heeft lopen om de gaten in het dorp en daarbuiten te gaan opvullen» Het is voor hem een 100% bonafide aanvraag» Er is geen enke! bewijs dat dat niet het geval zou zijn» Hij is van mening dat de raad gewoon de bouwvergunning aan die man moet verlenen» Die wil daar een bedrijf stichten» Wat hem bekend is een varkensf okkepij Dus geen kwekerij. Zoiets scheelt wel duizend procent» Hij is voor hem honderd procent bonafide. Dat briefje van die agrarische adviescommissie is op twee, drie ma- nieren uitlegbaar, Het is net: wat voer je die !ui» Hij moet na tuurlijk wel eenzijdig afgaan op hetgeen de heer van Wezel heeft verteld. In eerste instantie wilde men het telefonisch afdoen» Dat vond de heer van Wezel toch wel een beetje al te gek.» Toen heeft hij een gesprek gehad. Meer met een administratieve dan iemand die deskundig is op dit gebied» Het briefje is ook zeer simpel en eenvoudig. Als het college het nou daar op afwijst. Hij is van mening dat het college dan de verantwoorde I ijkhe i d die ze heeft, probeert te verleggen naar die adviescommissie. Daarnaast probeert het college dat briefje dan nog zo te lezen als zou dit briefje voor honderd procent waterdicht zijn en dat in de brief zou staan; dit is een ma I af i de zaak» Dan is hij het niet met het college eens» Hef I id Mouws heeft deze middag smakelijk gegeten, hij was van plan spinazie in zijn tuin te zaaien en zijn coniferen doen het allemaal verrukkelijk» Dat heeft net zoveel met dit verhaal te maken als hetgeen het lid Roosenboom zojuist allemaal opge hangen heeft» De heer van Wezel vraagt om aanhouding van de be slissing op zijn aanvraag om bouwvergunning» Dan begrijpt hij het hele verhaal van het lid Roosenboom niet» Hij vraagt het college eigenlijk om niets te doen, Het college stelt duidelijk voor om afwijzend te beschikken, Met andere woorden. In wezen staat er: wij doen wel iets, want wij stellen voor afwijzend te beschikken op het verzoek om de bes I s ss i ng uit te stel len, Daar komt het eigenlijk op neèr. Het is een hele rare kronkel Een hele rare brief. Hij snapt eigenlijk lijk nog steeds niet wat de heer van Wezel eigenlijk vraagt. Hij vraagt eigenlijk niks anders dan: willen jullie astubl ieft niets doen» Daar komt het echt wel op neer. Het hele verhaal van het lid Roosenboom dat de man daar ooit wil gaan bouwen en oost een bedrijf wil stichten voor zijn zoons, dat slaat als een tang op een varken» Het I id Roosenboom antwoordt dat dat wel kan, maar dat het I id Mouws dan niet weet dat de heer van Wezel aS een bouwaanvraag heeft ingediend en dat het college bouwvergunning heeft geweigerd» Het 1 id Mouws merkt op dat aan de orde is dit schrijven van de heer van WezeI De voorz i tter I i cht toe dat de heer van Wezel inderdaad vraagt orn 27- aanhouding» Hij kan zich we! voorstel len dat de heer van Wezel of een van zijn adviseurs de klok heeft horen luiden, maar hij weet toch niet waar de klepel hangt, want het hele ver-haal gaat helemaal niet op. Het is inderdaad zo dat het college moet aanhouden als er geen reden is om te weigeren» Maar die reden was er wel degelijk. Dat aanhouden is een bevoegdheid ofwel plicht van het college, maar zeker niet van de raad» Hij begrijpt ook niet waarom er die rare' brief I i gtEen heel rare brief, Het I id Roosenboom zegt dat de heer .van Wezel in beroep moet gaan binnen éeTT maand bij de raad» Dat staat inderdaad bij de afwijzing» Enfin dat staat op elke afwijzing» Als zodanig moet men toch die brief beschouwen, dat hij in beroep gaat bij de raad om alsnog een bouwvergunning te verkrijgen» De voorzitter antwoordt dat. d.at niet te lezen valt» Er wordt du i - de lijk gevraagd om het aan te houden» Hij vraagt geen bouwvergunning. Het I id. Roosenboom zegt dat dat inderdaad waar is» Hij heeft.dat ook zo gelezen» Maar de intentie van van Wezel is toch' dat hij daar w i I bouwen. De voorzitter merkt op dat het college volstrekt geen rekening kan houden met intenties die hen n i et bekend zijn» Uitgegaan .moet worden van de feiten zoals die hier zwart op wit liggen» D.oor het I id R.oosenboom wordt gezegd dat het college probeert de verant woorde I ijkhe id van zich af' te schuiven, maar hij moet dit met alle kracht, tegen spreken» Het is juist de raad geweest dié destijds heeft gezegd: college, jullie moeten die club vragen. Het college heeft daarop gezegd dat voortaan maar te zuI bi doen» De raad zei daar later nog eens bovenop: als ze nee zeggen, dan zegt het college ook neen» Dat is een duidelijke afspraak. Men moet. dus niet zeggen dat het college afschuift» Het 1 id Roosenboom wijst er op dat de voorzitter die uitspraken vaak herhaalt en dat hij daar we S eens. meer twijfels aan heeft Leg dat voor hem dan eens zwart op wit uit de notulen, voor» De voorzitter- antwoordt dat het I id Roosenboom dat kan krijgen. Maar dan vraagt hij het I id Roosenboom of die van zijn kant de vele beweringen die hij vele jaren heeft gedaan maar nooit waar gemaakt, ook.eens even hard maakt» Het I id Roosenboom zegt: vraag maar. De voorzitter Inelrlct op dat het 1 id Roosenboom nimmer een poging heeft gedaan om dat waar te maken. Het 1 id Roosenboom verzoekt de voorzitter naar zofn bewering te vragen die hij gedaan zou hebben» De voorzitter wijst op de beweringen die het i id Roosenboom twee of drie maanden gedaan heeft» Hij levert geen commentaarf maar ver zoekt .al leen maar om het waar te maken» Er is van- het 1 id Roosen boom toen niets gekomen. Helemaal niets» Het .1 id Roosenboom vraagt om een feit te noemen dat hij waar moet maken» De voorz itter I icht toe dat dat het hele verhaal betreft dat toen door het 1 id Roosenboom is afgestoken» Het I id Roosenboom antwoordt dat de voorzitter nu nog niet zegt waar het om gaat» De voorzitter zal dat eventueel wel eens opzoeken, maar eigenlijk

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1977 | | pagina 56