of
•22-
men zeggen dat het toch wel een leuke voortzetting is van die
vier blokken van twee» Daar is ook wat voor te zeggen.
Het I id Roosenboom vindt het daar lijken op een gebit waar een paar
tanden u*i t zijn» Leg het maar voor aan Gedeputeerde Staten. In
zoverre is hij het eens met het lid van Eekelen om het nu reeds in
dit. voorbere i d i ngsbes I u i t mee te nemen»
De voorzitter vraagt of iedereen daarmee kan instemmen.
Geen der leden maakt daar bezwaar tegen, zodat zonder hoofdelijke
stemming conform dit laatste voorstel wordt besloten.
Punt 27 en 28
Het lid Roosenboom zegt dat de Stichting Katholieke Scholen ener
zijds vraagt om de vernieuwing van een vloer en bij 28 om het be
schikbaar stel len van schooImeubeSen!s hèt in het verleden mis
schien zo gegaan dat die aanvragen tot het co I Iege werden gericht
en dat dan door het college het voorbereidende werk werd gedaan
alvorens met een krediet bij de raad te komen.
Dé voorz i tter licht toe dat het afhangt van het moment waarop ze
binnen komen» Als er morgen een binnen komt dan gaat die onmiddel
lijk naar de commissie onderwijs en komt het verzoek tijdig met de
adviezen bij de raad» De raad kan dan meteen besluiten. Nu is dat
blijkbaar niet het geval geweest. Vandaar dat het eerst bij de raad
ligt met het verzoek om het verzoek in handen te stellen van het
co I Iege
Het I id Roosenboom vraagt of het toch niet zo is dat het verzoek
formeel aan de raad is gericht en dat het college er eigenlijk
geen barst voor voelt»
De voorz itter ontkent dat»
Het Iid Roosenboom zegt dat het toch niet vaak voorkomt dat het
verzoek bij de ingekomen stukken zit.
Devoorz i tter antwoordt dat wel eens wordt vergeten het verzoek
meteen naar de raad te sturen.
Het I i d Roosenboom moet aan zoiets natuurlijk wel wennen.
punt 32
Het lid Verbogt wil een opmerking bij de brief van die meneer plaat
sen Voor dat soort bedrijven is het namelijk een schadeloosstelling
wettelijk niet geregeld» Hij wil vragen of daar in de toekomst mis
schien toch enigszins rekening mee is te houden» Dit bedrijf heeft
daar grond in het toekomstige plan liggen, maar tevens werkt hij
daar intensief met zijn heel dure apparatuur, Dat is toch wel jam
merlijk. Zelf heeft hij in het verleden zoiets ook al eens ervaren»
De voorz i tter antwoordt dat. theoretisch artikel 49 voor hem de
oplossing is, AI s de schade duidelijk aanwijsbaar is dan komt hij
daarvoor in aanmerking.
Het lid Verbogt merkt op dat in het verleden dergelijke bedrijven
duidelijk in de boot zijn gegaan.
De voorzitter licht toe dat toen artikel 49 er nog niet was. Dat
bestaat nog maar enkele jaren»
Het I id van Meer wijst er op dat er van dat artikel veel te weinig
gebruik wordt gemaakt. Daarom is het ook dat er weinig uit dat ar
tikel komt. Hij adviseert om daar wel gebruik van te maken.
-23
punt 34
Hèt lid vdn den Bos zegt dat het afhangt van de antwoorden op zijn
verzoek wat zijn reactie zal zijn»
De voorzi tter antwoordt dat door het I id van den Bos een aantal
vragen zijn gesteld» De raad heeft die bij de ingekomen stukken
kunnen lezen. Hij. kan er dit van zeggen» De besprekingen rond de
tweede v luchtweg vorderen vrij moeizaam» Er is nog niets zeker.
Bergen op Zoom heeft nog geen enkele defenitieve toezegging gedaan»
Ook General Electric lijkt zich te d i stanc i erenBij onze brief
van 6 januari 1977 is aan de Cultuur-technische dienst om sub
sidie gevraagd in de verharding. Het ziet er namelijk naar uit dat
om beta I ing van de kosten toch nog wel de hardste noten gekraakt
zullen moeten worden» Ook de provincie is nu gevraagd hierin te
bemiddelen, Tevens hebben wij de aanleg van een tweede vluchtweg
onlangs opnieuw voorgelegd aan Bergen op Zoom en aan General Elec
tric. Dat zijn eigenlijk de vragen 1 tot en met 3« Dan vier. Zolang
ét nog geen defenitieve en positieve punten van enige betekenis
voor de bevolking zijn te melden lijkt het ons niet efficiënt over
minder belangrijke of nog niet vaststaande zaken weinig zeggende in
formatie te geven. De kans om onnodig paniek te zaaien is onder de
gegeven omstandigheden erg groot en dient te worden vermeden. De
wijze van informeren van de bevolking hangt van de omstandigheden
af» Vraag vijf. Het college was en is officieel niet op de hoogte-
van de brief. Het antwoord op vraag zes luidt neen, Vraag zeven.
Onmiddellijk na de ontsnapping zijn de gemeenten ingelicht over de
sluiting en het onderzoek dat de provincie zelf toezegde» Wij menen
dat de provincie zeker over meer deskundigheid de beschikking
heeft dan de gemeente» Overigens is ook de halsterse rijkspolitie
bij het onderzoek betrokken. Vraag acht. De verantwoord i ng van het
gemeentebestuur ligt op het. terrein van de zorg voor de bevolking,
waaronder waarschuwing, evacuatie en rampenbestr ijd i ngVandaar
ook het aandringen op voldoende vluchtwegen. Vraag negen is hiermee
ook beantwoord dacht hij. Fen slotte» De pub! i cat i e van het e i ndrap-
port van het deskundigenonderzoek hangt af van de a I of niet o-
penbaarheid van het rapport, waarbij hij als de mening van het col
lege mag geven dat die vindt dat in deze volledige openbaarheid
voor zover dat enigszins moge Ijk is, dient te worden gegeven»
Het. I id van den Bos wi I beginnen met zijn laatste vraag» Is het
col lege inderdaad bereid om alle nodige stappen te ondernemen
opdat inderdaad volgens artikel 34 van de Veiligheidswet zal
worden gewerkt.
De voorzitter betwijfelt of er voor de gemeente ruimte is om stappen
te ondernemen» Door het I id van den Bos wordt verwezen naar ar
tikel 34 van de Vei I 1ghe1dswet
Het I id van den Bos wijst er op dat daarom dat rapport niet open
baar zou worden. Artikel 34 van de Vei I i ghe i dswet zegt namelijk
dat de in andere artikelen genoemde ambtenaren die bevoegd zijn het.
bedrijf binnen te treden, dat die geheim moeten houden al datgene
wat zich binnen dat bedrijf afspeelt»
De voorz i tter vult aan; tenzij dat bedrijf zegt dat je dat wel mag
vertellen» Hij neemt aan dat dat zo ruim mogelijk zal zijn» Alleen