ioS -20- Wethouder van de Watering wil alleen maar vragen om de uiterste en groot st moge I ij k e clementie omdat het realiseren van het bouw— programma, hoe het straks ook uitvalt, gewoon urgent en noodzake lijk is. Hij kan op dit moment niet zeggen dat het een bouweenhe id wordt van 14 woningen» Ook niet dat het er bijvoorbeeld 16 zijn. Dat is afhankelijk van wat de architect op tafel brengt. P^_4^QJlg,'..tte.r merkt op dat dit zo is tenzij men de architect zegt dat er een contingent van 14 is en werk dat maar uit. Dat is eigen lijk net meest logische» Dan krijgt men geen moei ij knedenAnders zit men onnodig vertragingen op te roepen» Hij is bang dat die veertien eigenlijk nog te royaal is, gelet op wat we tot 1984 nog mogen» lot en met 19§4 mogen we nog vijf blokjes van vier woningen bouwen in Lepe I straat, nadat dit gereaI iseerd is» Dat betekent dat er sommige jaren niets gebouwd kan worden. ^yiouder. van de Watering bevestigt dat men het daar inderdaad over heeft gehad» Hij kan niet zeggen dat de voorzitter jokt, maar er is in 1975 wei een uitspraak door de raad gedaan en is er een contingentering toegezegd voor 1976, 1977 en 1978, voor elk jaar acht woningen» We souperen er nu acht op van 1976 en slechts 6 voor 1977. illËvoorz itter i i cht toe dat men 20 won 1 ngen voor I 1 gt op wat men gemiddeld zou mogen bouwen» Dat komt door die enorme hap van vijftig woningen, Gedeputeerde Staten rekenen dat er vanaf 1971 tot en met I984 100 woningwetwoningen mogen komen» Daar zijn er nu 66 van weg» Er gaan er nog veertien naar dit flatje. Dan houdt men er nog 2,0 over en daar moet je zes jaar mee doen» Hij maakt zich ook bezorgd met name voor Lepelstraat als die tijd aanbreekt dat je met die luttele blokjes van vier moet gaan werken» Hoe zal dat dan gaan. Wgthoudejr van de Water i ng zegt dat dat naar zijn smaak zou impli ceren dat de cont. i ngenter i ng opnieuw op stapel gezet moet worden wil men tenminste» jijt.11er onderbreekt dat men dan dat rapport moet hebben. 11;f 1 d wijst er op dat hetgeen hij daarstraks heeft gezegd een uitspraak was van de heer Oomen van de P.P.D». Als hij enerzijds zegt dat Lepelstraat is achtergebleven, dan dacht hij dat het een normale consequentie was dat zij zouden zeggen meer aandacht te hebben voor Lepelstraat en dat moet er gewoon meer uitgebreid worden. De voorzitter heeft persoonlijk uitvoerige becijferingen gemaakt over Lepelstraat, In Den Bosch werd daarvan gezegd dat daar wel wat in zat en hij misschien wel wat gelijk had, maar zij doen nu eenmaal niet aan inhaalvraag» Wie ooit een tekort heeft gehad heeft pech gehad, Men had toen maar wat aktiever moeten zijn, maar er valt niets in te halen. Dat is de moeilijkheid» Hij heeft het ook gelezen en toen gekonstateerd dat hy wel gelijk had» Zelfs 1 n een officieel artikel, maar het zal heel moeilijk zijn om iets te krijgen om de boel in te halen omdat men vroeger wat is tekort gekomen» Inhalen wil len ze niet. We kunnen het natuurlijk wel proberen. Het staat er inderdaad zwart op wit dat Lepelstraat tekort is gekomen. We kun ne het dus proberen. Als het rapport van Ir. Kuypers er is zal het zeker in samenhang in Den Bosch op tafel gegooid moeten worden. Misschien dat het gewicht in de schaal legt» Daarna wordt zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten» 01 21 punt 23 Het I id van Eekelen zegt dat hier al een paar maai in de commissie ruimtelijke ordening over is gesproken, Het werd de eerste keer po sitie! ontvangen. De tweede keer kwam men eigenlijk op zijn eerdere uitspraak terug» Na bespreking in de commissie was men weer po sitief met als resultaat; voorleggen als artikel 19 toepassing. Nu stelt het college voor om het stuk in handen te stellen van bur gemeester en wethouders. Zou men dit gelijk bij de drie andere voor bereid ngsbesIu1 ten doen dan scheelt het financieel een heel stuk. Als de commissie er in zijn algemeenheid gewoon voor was dan is hij van mening dat je die kosten beter kunt besparen en het gelijktijdig bij.- punt drie opnemen» De_J£oorzjtter licht toe dat het lid van Eekelen bedoelt dat als de raad er toch positief over denkt het beter gelijk meegenomen' kan worden met de andere voorbereidingsbesIuiten van punt 3, ^an evenvee." aan advertenties en men bespaart dus extra geld. Neemt men het besluit later dan moet het apart in de bladen gepubliceerd worden en dat kost je dan toch wel honderden ghldens. Hij weet niet wat de raad daar van denkt» j^et 1 id Roosenboom vraagt zich af of men er wel verstandig aan doet. licht toe dat als de raad besluit dit in handen te stellen van het college dit betekent dat die in Den Bosch gaat aftasten of men er daar wat voor voelt» Voelen ze er wel wat voor dan komt het col lege weer bij de raad terug met de vraag of de raad een voorbere1d1ngsbesIuit wi! nemen» ,Het id„Ü2£senboom zegt dat het hier om plangroen gaat, in een bestemmingsplan moet volgens de voorschriften een bepaald percen tage groen zijn. Als men dat wil dan kan men in de Rode Schouw nogal wat won 1ngen bouwen op gepland groen, maar doet men er wel verstandig aan om dat groen van die wijk op te offeren aan woning bouw, De mogelijkheid om in het openbaar groen te bouwen zijn in Halsteren nog bij bosjes aanwezig. Hij heeft er geen bezwaar tegen als deze procedure in gang wordt gezet» Hij heeft al eens meer de uitspraak gedaan dat hem niet zoveel kan schelen» Maar het zijn zaken die in de raad destijds goed zijn bekeken» De plannen zijn ook goedgekeurd met de wetenschap dat daar in verband met het ge plande openbaar groen niet gebouwd zaworden. Dejvoyr^^ttw antwoordt dat het lid Roosenboom groot gelijk heeft als hij zegt dat dat afgewogen moet worden. Dat heeft de commissie ook gedaan. Die vroeg zich ergens ook af of dit nou wel moest, Het is openbaar groen en er staan een paar mooie bomen, Hoe gaat het daar dan mee? Per saldo zegt de commissie toch het maar te onderzoeken, want het gaat toch via Gedeputeerde Staten, zoals ook door het lid Roosenboom is opgemerkt, en a!s die het dan ac ceptabel vinden, waarom zou men dan roomser zijn dan de paus» Het id vanMeer; vraagt of de kans groot geacht moet worden of Gedeputeerde Staten er weinig of geen moeite mee zullen hebben. ,De voorzitter gelooft niet dat Gedeputeerde Staten er geen moeite mee zul len hebben, Hij denkt dat ze er wei wat moe i te mee zul len hebben, maar misschien toch wel dit akkoord zullen bevinden. Ze zullen inderdaad er op wijzen dat het openbaar groen is, dat er een paar bomen op staan, er ligt nog een boerderij in de buurt. Dat zijn dingen waar men rekening mee moet houden, Van de andere kant kan

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1977 | | pagina 53