44-
Er wordt niet gebouwd in het landelijk gebied, tenzij met een
plan.
Het lid Verbogt is van mening dat men bezig is In de geest
van; elk bedrijf moet maar weg. Het is gewoon een vorm van
chantage
De voorzItter vindt dat men In de toekomst dan de bouwvergun
ning hardnekkig moet weigeren.
Verbogt merkt op dat de vergunning Is toegezegd.
De voorzitter bevestigt dat, maar van 300 m3 of 350 m3. Die
mag hij hebben. Wi I hij meer dan moet hij met ons komen praten.
Heb je zoiets afgesproken dan moet je je daar ook aan hou
den
Verbogt zegt dat er nooit is afgesproken dat er met
die woning een groensingel aangelegd zou worden.
De voorzitter antwoordt dat er is afgesproken dat hij 350 m,3
mocht bouwen. Akkoord, die mag hij bouwen. Wi I hij meer, dan
moet hij dat vragen.
Het lid Verbogt vraagt of men dat bij een ander ook zo doet.
De voorzitter zegt eventueel van wel als het in strijd is.
Het lid van EekeI en dacht dat het verstandig was om die
bouwvergunn i ng te verlenen. Hij heeft dat in de commissie
ruimtelijke ordening ook gezegd» Zodra er uitbreiding aan de
fabri ek komt dan is het zonder meer terecht. De bouwexp lo itat
op vnchsifzonder meer terecht. Dan kan het lid Verbogt wel
neggen dat de bedrijven in Halsteren altijd gepakt worden.
Van de andere kant zou men ook kunnen zeggen dat de Indivi
duele burger altijd gepakt wordt omdat er ook bedrijven zijn.
Als men ziet hoe daar de weg verrot gereden wordt en hoe men
daar omspringt met trotto i rbandenHet zijn grote bedrijfs
auto's.
Het I id Verbogt onderbreekt dat de gemeente dat heeft ge
doogd
Het I id van Eeke 1 en beaamt dat, maar mag men clan als
burger daar ook iets tegenover stellen.
Het id Verbogt vraagt of dat dan via deze vorm moet»
Het lid van Eeke i en vindt van niet, maar bouwexpIoitatie
vindt hij zeer reëel» Bovendien was ook afgesproken dat de
kantoorgebouwen zouden vervallenT
Het I id Verbogt vindt dat date goede uitspraken zijn ge
weest
De voorzitter wijst er op dat het we! artikel 19 moet worden.
Het lid R.oosenboom zegt dat het een plan in voor be re i d i ng is
dat nog niet is vastgesteIdOP grond daarvan kan men artikel
19 toepassen.
De voorzitter vraagt wat nu af te spreken. Zullen we voor
deze keer het aantal kubieke meters accepteren en geen
bouwexpIoitatie vangen?
De leden wi I I en wel bouwexpIoitat i e rekenen.
De voorzitter vraagt waarop gebaseerd»
Het lid van Eeke! en zegt op de wijze waarop het door het
college altijd wordt gehanteerd»
De voorzitter licht toe dat het hier gaat om bepaalde be
stemmingsplannen waarvan de belanghebbende! zegt: dat hoe
ven jullie niet te doen, dat doe ik wel» Daar komt het op
neerMaar dan wi I hij ook graag de garantie hebben dat
het gebeurt.
Het I i d C I ar ij s merkt op dat i n een vor i ge vergader i ng door
het lid van Tilbiurg is gezegd, -en hij heeft daar toen op
-45-
ingehaakt™, dat het altijd moge I ijk moet zijn om bouwexp I o i tat. i e
te heffen. Al is het maar twee kwartjes de meter. Er is
toen gezegd: waar je ook bouwt in de gemeente, je profiteert
altijd ergens van bestaande voorzieningen die er al zijn.
Op grond daarvan moet je naar zijn mening bouwexp I o i tat i e beta
len. Wel moet er terdege rekening mee gehouden worden van welke
voorzieningen hier dan geprofiteerd wordt. Dan zul je hier in
dit geval waarschijnlijk aan een minimaal bedrag komen.
Maar in principe moet men hier wel bouwexpioitatie aan ver
binden. Voor zichzelf werkt men dan het gemakkelijkst voor
de toekomst
De voorz i tter zegt dat hier eigenlijk de bouwexp I o i tat i ever
ordening door de raad letterlijk moet worden toegepast. Het is
geen kwestie van analogie of van gebaat zijn.
Er is een bestemmingsplan en dat moet de raad aanwijzen als
een plan in het kader van de verordening en daar moet de raad
een begin mee maken. Die moet dan zeggen die grond is het.
Dan moet er een exploitatie-opzet gemaakt worden. Dat kost
noga I wat
Het I id C i a r ij s wijst er op dat men er i n de toekomst dan ook
vanaf is van de vraag: moet het nou wel of moet het nou niet.
Dat vindt hij wel belangrijk.
De voorz s tter vervoIgt dat de verordening op zichzelf nog
nooit aan de orde is geweest in de raad omdat zich nog nooit
zo'n geval hëeft voorgedaan dat iemand zei zelf een be
stemmingsplan te gaan ontwikkelen.
Het I id Roosenboom kent diverse voorbeelden.
De voorz i tter zegt dat dat niet is nadat deze verordening is
vastgesteld.
Het I id Roósenboom merkt op dat deze verordening ook afin
1964 gold»
De voorz i tter antwoordt dat deze verordening van 1973 is.
Het lid Roosenboom zegt dat aan het eind van die verorde
ning du i de I ijk staat dat daarmee de vorige verordening komt
te verval len. Daaruit blijkt wel dat er daarvoor ook een
verordening was.
De voorz i tter licht toe dat die juridisch bestond maar dat
de raad er praktisch van heeft gezegd die niet toe te
passen en het geld terug te betalen.
Het I i d van Eeke I en v i ndt het he I emaa I n i et zo moe i S ijk Als
men dat plan wi I reaS i seren dan moet men zonder meer de kos
ten van de stedebouwkundI ge in rekening brengen. Als die twee
uur zit te schrijven krijgt men een fikse rekening van pakweg
tweehonderd gulden. Die moet de gemeenschap dan niet beta
len. Die moet die man betalen. Als men op de secretarie
er vijf uur mee bezig is, dan moeten die uren in rekening
gebracht worden. Net zoals men bij andere objecten doet,
woningbouw, sporthal of gelijk wat, moet tien procent van de
totale som in de pot grote werken gestort worden, ledereen
die een bouwvergunning heeft betaalt daar aan mee»
Waarom zou je de mensen in het ene gebied be lasten en in het
andere niet. Die pot grote werken is er voor allemaal.
Daar geniet iedere burger van de gemeente Halsteren van op
de een of andere wijze. Het is dus voor de hand I i ggend dat
dat geheven wordt
Het I id Verbogt vraagt of er geen soortgelijke geval len zijn.
Dit is toch niet zo nieuw voor het college.