Die minister - Boersma gaat eigenlijk, buiten de normale volkshuis vestingskanalen overal in den lande waar zofn zaak ligt die rijp is, ho nor er en Om slagvaardig te kunnen zijn moet die man. dat ook kunnen zonder al te veel inspraak van wie dan ook en dus ook. moet dat kunnen gaan buiten, de normale provinciale pot jes. Hij ziet dat dus niet als een potje van de HID» Hem is ook verzekerd dat dat een kwestie is van Boersma en Gruijters samen» Eerst Gruijters,, maar dan Boersma en dan wordt het zui ver een kwestie van' sociale zaken om dit goed te besteden. In zoverre is hij voor deprob I emat i ek van extra contingenten niet bang». Hij juicht het in tegendeel toe dat je een keer kans ziet om iets uit de nationale pot binnen te halen. Hij heeft nog ver geten te zeggen dat het natuurlijk niet aangaat dat de firma Uytde will igen zomaar even een lekkere optie krijgt» De voorwaar de wordt gesteld dat daar ook die sociale bedoelingen worden verwezenlijkt» Dus bouwplaats moet het zijn en straks niet zeggen dat die bouwplaats niet doorgaat en, dat men er dan maar dertig bungalows neerzet» Dat is niet de bedoeling» Het lid Roosenboom begrijpt dat wel» Maar wat de voorzitter nu zegt van dat potje van de minister van sociale zaken dat had. men net zo goed bij de stukken kunnen leggen» Toch blijft de voorzitter vaag en is hij er nog niet voor honderd procent zeker van dat het' extra contingent dat; aan Halsteren wordt toegewezen dat dat voor den, .Bosch geen aanleiding zou kunnen zijn. om te zeggen dat we al iets extra's hebben gehad en dat men daarom niet meer om sets extra's hoeft te vragen» De yoorz itter antwoordt dat men dat inderdaad nooit kan be wijzen, De heren van deze stichting hebben echter gezegd dat het een zaak is van Boersma, die het in overleg met het ar- be idsbureau rege1t Het lid Roosenboom vindt dat toch de moe i i ij khe t d want daar door zet je natuurlijk de mensen die, al langer wachten en het eigenlijk moeten hebben voor de eerste vijf jaar van dat extraatje» daardoor buitenspel» Daar heeft i hij moeite mee» De voorzitter wijst er op dat; het I ld Roosenboom al te gemakkelijk aanneemt dat die andere extra's buiten spel komen te staan.» Het" is altijd zo geweest dat de minister speciale potten, had voor nationale bouw, systeembouw en wat nog meer, en dat ging uit dè grote rijkspot» Niet uit de provinciale contingenten® Het Ifd van El zakker kan het goed begrijpen dat zijn collega UytdöW!IITgen zo tracht wat bouwgrond binnen te krijgen» Het frappeert hem echter wel en het moet er bij hem wel even uit, en men kan wel zeggen dat hij voor zijn eigen straatje zit te praten, maar dat is hij voor zijn werknemers wel verplicht, dat hij op 2 apriI een brief heeft geschreven naar het col lege waar bij eventueel om optie op gronden is gevraagd In Halsteren ent dat hij toen binnen tien dagen, -want de ambtelijke molen draait nooit zo snel als deze keer-, een berichtje terug kreeg dat er geen gronden beschikbaar waren» Veertien dagen nadien komt er een brief voor dit geval en dan Is er Ineens weer wel grond Hij vraagt zich dan af of die man meer is dan hij» Wat hier staat daar is hij ook. al lang mee bez ig« Het is allemaal niet zo eenvoudig zoals het hier ligt. Men krijgt zomaar geen twin tig woningen voor dergelijk werk» Dat zijn hele kleine plukjes» Hij vindt het toch wel frappant dat men. hem een brief schrijft dat er geen bouwgrond is en veertien dagen later een ander wel opt i egeeft1 -19- 2-3 1 De voorzitter antwoordt dat het lid van. E! zakker zelf zegt dat hij optie heeft gevraagd voor Halsteren, dit is Lepelstraat, Dat heeft hij hem duidelijk horen zeggen» in Halsteren. En. daar i s er nd erdaad geen grond» Het lid van El zakker zal de brief die hij geschreven heeft we! even ronddelen» De voorzitter zegt dat het de vraag is of dat aan de orde is. Het I id van El zakker vervolgt dat het dan duidelijk is wat zij gevraagd hebben. Lepelstraat, ligt ook i n <fe gemeente Halsteren dacht hij De voorz itter I icht toe dat; er is bouwgrond of er is geen bouwgrond, dat kan men op twee manieren uitleggen. In Lepel straat; is er namelijk ook geen bouwgrond» Maar deze heren, heb ben het college gegarandeerd dat zij die problemen allemaal op zullen lossen» De problemen van artikel 19, de problemen be treffende het bestemmingsplan, betreffende het contingent, premie» Dat lossen ze allemaal op» Onder die voorwaarden door breken ze eigenlijk toch een hele moeilijke zaak» Het l'id Ropsenbopm onderbreekt of je aan die heren dan ook niet om een extra contingent kunt .vragen, want dat zijn mannetjes putters» De voorzitter vindt dat ook.» Als hij dat zo hoort dan denkt hij; die kunnen wat klaar maken, Het I id van El zakker zegt dat het zo niet is» De voorzTtter""veirvoTgt dat ze de voorlopige optie krijgen onder d i e voorwaardenLukt het niet dan houdt alles op» Die grond is zelfs ten dele nog geen eigendom van ons» Maar zij lossen al le problemen op» Het I id van El, zakker merkt op dat men die grond dan ook niet in optie kan geven» De voorzitter antwoordt dat men die niet kon geven aan Heeffer en van El zakker, maar deze'heren zeggen alles op te lossen om trent grond, goedkeuring, verkoop, enzovoorts» Dat vindt het co I Iege best H e t. I id van EI zak keg» herhaalt dat er grond In optie wordt ge geven die nog geen eigendom is» De voorzitter antwoordt dat die grond voor een klein snipper tje nog geen eigendom is, tenzij blijkt dat die twintig wonin gen door iets anders te situeren, -hetgeen met de stedebouw- kundige is besproken-, wel kunnen worden gebouwd binnen wat we we I in eigendom hebben» Ook dan gelden die moeilijke pro blemen van; zal den Bosch de grondverkopen goedkeuren» Normaal zouden ze dat nooit doen, want zelfs voor een per ceeltje op den Berg maken ze het ons ontzettend moeilijk» Als deze heren garanderen dat het met; de vlag van Boersma allemaal kan, dan vindt hij het voor Lepe I straat een bijzonder goede zaak dat dit gereal iseerd kan worden» Het I id van den Bos gelooft dat het terugdraaien, a! is het maar tijdelijk, van een stuk werkloosheid, iedereen ter Harte moet gaan en alle eigen belangen In dit geval secundair zo niet tertiair zijn»

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1976 | | pagina 31