*2.6 S 2-63 r -aia -32- Daarin wordt geïnformeerd naar de mogelijkheden van opneming van het plan de Rode Schouw in de bestaande lijndienst» Zij zeggen dat het niet te real iseren is. Zijn vraag is of dat pas op 24 maart is aangekaart om die Rode Schouw in de lijnvoering op te nemen. De voorz i t ter ontkent dat. Ze hebben al leen de laatste brief beantwoord'. I id van de Bos kon dat er niet duidel ijk uit opmaken. Het I'd Roosenboom weet dat er wel eens is beweerd dat er al een route was uitgestippeld» De voorzitter denkt stel 1 ig dat de deskundigen van de BBA ter plaatse de zaak hebben bekeken. Het lid Roosenboom zegt, dat er indertijd toch wel plannen zijn geweest om toch de Rode Schouw duidelijk in een route óp te nemen. De voorzitter neemt aan dat het wel moei ijker zal zijn geweest, dan j ze dachten» het I id Roosenboom zegt dat er wel eens een bus gestationeerd is geweest in de Beek. Dat Iijndienstje was duidelijk om in de toekomst de Rode I Schouw op te nemen. Waarom hun nu zeggen dat het niet kan? Dat komt hem eigen!ijk een beetje vreemd over. Het lid van den Bos leest dat men na enige tijd nog eens kan aandringen» Wat wordt verstaan onder enige tijd» Hij vindt dat een zeer rekbaar begrip, De voorz i tter antwoordt dat het col lege dat ook niet weet. Dat is een (moeilijke vraag» Bij gelegenheid Als er een aanleiding is om het nog weer eens aan te kaarten. Dat kan over een maand zijn over drie maanden, ■j maar als ze nu dus schrijven dat het niet kan, dan moet er echt wel een iwijziging in de situatie zijn wil het zin hebben. Zij zeggen als des- j kundige dat het niet kan» Als er een stukje Schans In uitvoering zou j I komen zou dat een gerede aanleiding zijn om het tijdig aan te kaarten. Dan ||i j wordt het ook voor hen meer exploitabel. g. gunt 49 Het lid van den Bos leest in de toe I ïchting op het verzoek ven de algemene ree I asser i ngsveren i g i ng alleen maar dat wordt voorgesteld om I geen subsidie te verlenen. Hij zou de motivatie graag wi I I en weten i waarom niet» Hij vindt dat geen toelichting» i De_ voorz itter antwoordt dat het ih het algemeen geen specifieke gemeen- tel ijke taak is, maar een nationale taak» Daar is de raad wel een beetje van terug gekomen» Drie jaar geleden is er zeer consequent gezegd, dat wat niet specifiek gemeentelijk is dat moet maar uit de gewestelijke of nationale pót komen» I Het I i d van den Bos vindt het een absoluut onbevredigend antwoord» _De_ voorz i tter I icht toe, dat men toch ergens een grens zal moeten trek ken en die heeft altijd iets wi I lekeurigs» s iets we I een zuiver p I aatse I i jke zaak of n i etIn dit geva I v i nclt h i j van n i et Het I i d van Meer zegt dat het mi ssch i en a I we 1 de ti ende keer i s dat i zij het verhaal horen dat het geen gemeentelijke taak is maar een rijks taak. I edere keer wanneer het iemand te pas of te onpas voorkomt, kaarten ze toch weer wel iets aan wat hun belangrijk vinden. De raad is van dat principe afgestapt en men moet nu voor eens en altijd zeggen dat de raad dat principe n i et meer heeft en dat men zoi ets gewoon op j zijn waarde moet beoordelen» Dat principe hebben we gewoon niet meer. Als j het goed is, dan is het gewoon goed» -33- De voorzitter wijst erop, dat er meer zaken zijn afgewezen op grond van het feit dat ze niet plaatselijk waren. Hij herinnert zich bij voorbeeld het Brabants Orkest» Het I id van Meer merkt op, dat men het er dan niet over eens was of het wel of niet een goede zaak was. Het ging er niet om of het gemeen tel ijk of landelijk was. Dat principe is over boord. De voorz i tter zegt, dat men het idee kan overnemen van een goede of geen goede zaak. Dat kan ook de uitslag zijn. Vindt de meerderheid het een goede zaakDat is nieuw voor het co I Iege gunt 5 Ijl Het lid WaIthu i s wil beginnen met het werkvoorz i en i ngsschap West-Noord- Brabant een compliment te maken voor het overzichtelijk verslag dat ze gemaakt hebben. Hij wilde dit punt eigenlijk aangrijpen om sn te haken op het feit dat hij zich meent te herinneren dat brandputten, die op diverse plaatsen in de gemeente Iiggen, dat die in ieder geval gedeel te! ijk zijn aangelegd in AC,W«-verbandMet al leen het aanleggen van die putten is men er niet» Kortelings is dat ook weer gebleken» Doordat er geen voldoende beveiIiging is, is er een kind ternauwernood aan de verdrinkingsdood ontsnapt. Hij zou willen vragen of op zeer korte ter- mi jn die brandputten beve i I i gd kunnen worden en eventueel de rnoge I i jkheid bekeken kan worden dat dat ook in A.0W.-verband kan. De voorz i tter dacht dat beveiliging op zichzelf een zeer zinnige zaak was. Het lijkt hem niet zo, dat het principieel uitgesloten is om dat in schapverband te doen» Het is zelfs denkbaar dat men dat in regionaal verband doet» Het schap zou dat systematisch kunnen doen in overleg met de brandweer i nspeet i e Het I id Roosenboom merkt op, dat de putten de laatste tijd worden dicht gegooid. De voorzitter licht toe, dat die er nog zijn toch wel beveiligd moeten zijn. Het lid Roosenboom heeft daar indertijd wel eens tegen geprotesteerd en dat toen aan de voorzitter als huiswerk meegegeven, als hoofd van de brandweer De voorzitter licht toe dat voorzover ze er zijn en kennelijk een functie hebben zal er een flink hek omheen moeten. Ze leveren kennelijk gevaar op» Er zal worden bekeken wie er verantwoorde I ijk is voor de beveiliging. Hij denkt dat dat de gemeente wel za! zijn. De commissie bedrijven kan dit misschien eens bespreken Hierna wordt omtrent de overige punten van de ingekomen stukken en mede del ingen conform de voorstellen van burgemeester en wethouders besloten. Het 1 id Roosenboom vraagt om tot een besloten zitting over te gaan.

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1976 | | pagina 17