En wie de feestelijke opening van de bejaardensociëteit in Lepelstraat heeft meegemaakt al evenmin. Van een jubileum-subsidie naar een principe-garantie-subsidie is maar een kleine stap, maar men stapt dan wel in een geheel and ere be :i aard en wer eld.Ook de vrijwel binnenshuis levende be jaarde in een zelfstandige woningleeft in zo'n heel andere wereld. Toch worden alle 65-plussers bejaarden genoemd en allen worden geacht min of meer hulpbehoevend te zijn. Die behoefte aan hulp xs echter zeer verschillend, dermate verschillend dat we alleen al om die reden de bejaarden niet langer als één probleemgroep zouden mogen zien. De gezonde burger boven de 65 heeft in wezen geen andere behoefién dan andere gezonde burgers. Zij hebben hun eigen verenigingsleven en hun eigen ontspanning. Dat wij daarvoor financiële middelen beschikbaar stellen is niet onjuist. Toch wordt hierdoor bevorderd dat de bejaarde eerder afnaakt van het gewone verenigingsleven. De bejaarde raakt eerder gedesintegreerd, terwijl integratie met "gewone" bevolking juist voorop moet staan,» Zijn wij al subsidiërend niet bezag de bejaarden voortijdig uit te rangeren? Een andere zwakke zijde van ons subsidiebeleid zou kunnen zijn dat wij te gauw denken dat wij het onze hebben gedaan door niet karig te zijn m.b.t. verenigingen en sociëteiten van vitale, valide bejaarden. Zijn wij soms bezig onze verantwoordelijkheid voor het totale probleem een beetje af tekopen door subsidies beschikbaar te stellen zonder meer? -72- Moeten wij niet meer stilstaan bij de reële problemen van de werkelijk hulpbehoevenden. Als men het programma voor de valide-bejaarden (handenarbeid, kaarten, biljarten, reizen, bejaardensooszang, gymnastiek, dansgroep) plaatst tegenover het programma voor de aan huis, stoel of bed geboudenen, da,n valt dat zonder meer ten nadele van laatstgenoemde groep uit. Ook de b e j aard ent ehuiz en hebben de neiging zich vooral bezig te houden met de valide-bejaarden. Dat is dan geen kwaadwilligheid, maar men is tot veivplegin.g van hulpbehoevenden meestal niet of onvoldoende toegerust. Men dient zich daarom af te vragen of de planning op gewestelijk niveau wel voldoende is Vele betrekkelijk valide-bejaarden worden door hun omgeving ge makkelijk een bejaardentehuis ingepraat, terwijl vele hulpbehoe vende bejaarden met al hun zorgen thuis verpleegd moeten worden. Gelukkig is thans de Regionale Bejaardenraad volledig van de grond gekomen door de aanstelling van een beroepskracht. Moge dat er toe leiden dat onze aandacht beter verdeeld gaat wor den over de verscheidenheid aan behoeften der diverse bejaarden en moge dat spoedig leiden tot het tot standkomen van een goed georganiseerd en sluitend systeem van hulp- en dienstverlening? Dat zal dan. wel opnieuw geld -en wellicht veel geld- gaan kosten. Maar ik ben er van overtuigd dat geestelijke en materiële hulp, geboden aan gehandicapte of bejaarde mensen die zulke hulp werkelijk nodig hebben, veel geld mag kosten. Zeker bezien vanuit de wel vaartsmaatschappij waarin wij allen -mede dank zij de oudere genera tie- mogen leven.

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1976 | | pagina 38