67
Als men West-Brabant vergelijkt met de gehele provincie dan is de
toestand voor de nijverheid in West-Brabant relatief gunstige Tas
sen 1960 en 1974 groeide het aantal industriële arbeidsplaatsen
in Brabant nl. met slechts 4$, in West-Brabant was'dit bijna 19$®
Aangezien de bevolkingsaanwas 'in die periode echter aanzienlijk
hoger was moest er toch een structureel tekort aan arbeidsplaat
sen ontstaan.
Moge de situatie in de industrie al zorgwekkend zijn, de ontwik
keling in. de bouwnijverheid en met name de toekomst perspectieven
zijn bepaald schokkend.
Terwijl de bouw reeds circa 30®000 werklozen telt, becijferde het eco
nomisch Instituut voor de Bouwnijverheid dat er in 1980 nog eens
een 40.000 man minder in de bouw zullen werken. Een nog groter
verlies aan arbeidsplaatsen zal optreden in de aan de bouw toe
leverende sectoren.
Het E.I-B. schat dat het hierbij zal gaan om 40.000 tot 60.000
arbeidsplaatsen.
Voor een gewest als West-Brabant, waar de bouw van ouds een be
langrijke plaats heeft ingenomen, is deze ontwikkeling extra ernstig
te noemen.
Bij de oorzaken1.van deze ontwikkeling behoeven wij niet lang stil te
staan; ze zijn voor een groot deel van 'structurele aard9 zij kunnen
door ons niet veranderd worden.
Sinds circa 15 jaar heeft het gemeentebestuur zich op het standpunt
gesteld: Halsteren is woongemeente, geen werkgemeente.
In het streekplan West-Brabant is dat overgenomen. Ook de gemeen
schappelijke regeling met Bergen op Zoom is een consequentie daar
van.
-68-
Dit standpunt ware te handhaven.
Wel dient steeds een zekere voorraad industrieterrein voor handen
t e zijn
a. teneinde zich met het karakter van woongemeente verdragend.e
kleinere bedrijven iets te kunnen aanbieden;
b. teneinde "bedrijven welke zich willen verplaatsen b.v. uit de
kom daartoe de gelegenheid te geven.
'Is het huidige industrieterrein daartoe voldoende?
Of moet gedacht worden aan het tot ontwikkeling brengen van een
industrieterrein tussen de Plametha en dejSIO®
Voor de hier eerder geschetste problematiek~met name van de bouw
nijverheid— biedt een dergelijk industrieterrein slechts een, ge
ring soulaas. Binnen, de beperkte grenzen van ons kunnen is dit
echter een mogelijkheid.
Daarnaast is belangrijk welke houding wij zullen gaan aannemen
t.o.v. de op hoger niveau levende beleidsvoornemens m.b.t. de ont
wikkeling van West-Brabant.
Indien de in. het voorgaande reeds gememoreerde opvang van de
overflow vanuit- de Randstad inderdaad mede een iaak zou worden
van West-Brabant, zou dit voor de werkgelegenheid: m de bouw
flinke zoden aan de dijk zetten. Hetzelfde geldt reeds in het alge
meen voor de beleidslijn gericht op het verder to b ontwikkeling
brengen van het Scheldebekken en de as Rotterdam An ^werpen.
Zeer concreet geldt dat voor Halsteren voor een tweetal na.I.to
nale projecten als het Reimer swaal.pl an en de T w e e d e i\ a t i on ai e
W V_.'