si tie grot eri.de els bepaalt» De onderwijsopzet dient zo te zijn dat dergelijke beslissende keuzen worden opgeschoven naar het vijftiende of zestiende jaar, wanneer de individuele mogelijk heden meer zijn uitgekristalliseerd» Tot aan die periode dient er grote ruimte te zijn voor vorming en opleiding die aan de in dividuele verschillen in tempo, belangstelling en begaafdheid is aangepast en waarin soepel aangesloten kan worden op de vele veranderingen die er in die opzichten juist in deze leef tijdsfase kunnen optreden» In. de derde plaats moeten het kleuter- en lager onderwijs zo worden ingericht dat beter kan worden aangesloten bij de ver schillen in ontwikkelingsfase en in sociale en culturele achter grond van de leerlingen» Opheffing van het onderscheid tussen kleuter- en lagere school, doorbreking van het leerstofjaarklassensysteem en ontwikkeling van meer op de individuele mogelijkheden en ervaringen gerichte onderwijsmethoden zijn daarvoor ondermeer vereist» Een belangrijke gebeurtenis voor de onderwijswereld was de medede ling van de staatssecretaris dat hij de goedkeuring van. bouwplan nen voor scholen niet langer afhankelijk zal stellen van een ur gent! everklaring» Daarmee is een einde gekomen aan een systeem dat in een periode van circa 20 jaar het voor de scholen beschikbare bouwvolume heeft verdeeld» Wat' het kleuteronderwijs betreft heeft de minister ook een aanpassing voorgesteld, van de toelatingsleeftijd Het betreft hier de zogenaamd voordelig jarige kleuters die vóór 1 oktober vier jaar worden» Voorgesteld wordt deze leerlingen in de maand augustus en sep tember toe te laten op de school» De pngste kinderen uit deze groep zijn dan bij toelating 3 jaar en tien maanden» Behoudens voor de scholen in de Rode Schouw valt niet te ver wachten dat deze maatregel, tot ruimtelijke problemen zal gaan leiden» Mogelijk treedt deze maatregel per augustus a.»s» in werking» Met ingang van het thans lopende schooljaar is ook de leerlingen- schaak voor het kleuteronderwijs veranderd» Sedert augustus j.l. moet aan een kleuterschool naast een hoofd- leidster tenminste één leidster verbonden zijn zodra het aantal kleuters 34 bedraagt» Voor elke 33 kleuters boven de 34 wordt een leidster meer ver eist. Dat betekent dat een 2-mansschool dus minimaal 17 en maximaal 33 leerlingen per groep telt, een 3-mansschool telt 22 3.3 leer lingen. per groep en een 4-mansschool 25 a 33®

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1976 | | pagina 25