•32" del hadden staan, dat men de besluiten van een meerderheid van een college niet zonder meer naast zich neer kan leggen, maar die moeten respecteren, Op zijn minst, respecteren» Het 1 id van Meer zegt dat dat, toch ook gebeurt» Er is toch niemand die zegt dat een ander standpunt niet wordt geres pecteerd» Het is gewoon het werken met een andere methode» Het lid van Eekelen veronderstelt zo van nummer 112 moet bijstand hebben, terwijl a!s de naam bekend is rnen duidelijk weet dat er een bepaald misbruik, gemaakt wordt en dat. dan stimuleren» Is dat de bedoeling daarvan? Anders moet men zich duidelijk uitspreken waarom men. dat wil» Het I id van Meer dacht dat het wel duidelijk was. De voorzitter begrijpt dat er bezorgdheid is. en moeite met de objectiviteit» Dat kan inderdaad een punt zijn, maar de persoonlijke dingen mag men niet uitvlakken» Men moet er alleen op vertrouwen dat diegenen, dié met die persoonlijke gegevens werken dat doen met echte 1nspanningom objectief te zijn, maar dat is wel moeilijk» Daar kan we! eens een keer een schuiver uitrollen» Dat is denkbaar» Maar om nou naar het andere systeem over te stappen van de computermaatschap pij/ daar zou hij ook echt voor willen waarschuwen» Er zijn juist soc i aavoe 1 ende roensen nodig om dat sociale aspect er in te kunnen brengen en een computer is een koud en kiI d i ng De ge Interesseerden in alles wat er bij de bedrijven omgaat» Hij begrijpt, de opmerking niet goed» Als nu juist van de kant van de raad comp I i rijnten komen dat. de ambtenaren bij de bedrijven zo open staan voor het verstrekken van. informatie dan begrijpt hij deze kreet niet erg goed» Hij dacht dat juist van de zijde van de raad kwam dat ze het bij de bedrijven juist erg goed deden» Je hoeft er maar aan te be I len en je krijgt gelijk de kaarten op tafel» Hij begrijpt de opmerking dan ook niet zo goed Het i id van Meer antwoordt dat ze gewoon, niet vol ledig kun nen zijn omdat ze daar niet op ingesteld zijn» Als je als amb tenaar er op ingesteld bent om voorS ichting te geven in welke zin dan ook en ook vragen te beantwoorden of eventu eel problemen te behandelen die niet in de vragende zin op je afkomen» Daar moet men maar op ingesteld zijn» Men kan dan wel zeggen dat de raadsleden daarin een ombudstaak hebben, maar zij blijven dan ook weer naar informatie zoeken» Iemand komt dikwijls met één vraag» Hij krijgt op die vraag een goed antwoord en wordt loyaal behandeld, maar de an dere vragen die daar dan op volgden, -die zijn er altijd-, die blijven I iggen, Zn n keer dat iemand op de Beek komt, zou hij vee! ruimer.' voorgel icht kunnen worden wanneer die ambtenaar daar op ingesteld was» Dat wordt er door hen mee bedoeld» De voorzitter kan het volgen, maar hij zou haast zeggen; hoedt U voor de beroepsvoor I i chtermet al Ie. égards overi gens voor de pers» Hij bedoelt hiermee cat ambtelijke voor! ichters aanmerkelijk minder spontaniteit in hun informatie leggen dan de gemid delde ambtenaar dat doet» Iemand die beroepsvoor I ichter is in overheidsdienst die is bijzonder voorzichtig en die houdt ontzettend veel slagen om de arm en laat het achterste van de tong meestal niet zien, terwijl met de gemiddelde ambte naar bij ons toch best te praten valt dacht hij. Daar wordt men wijzer van dan van iemand die speciale voor- I i cht i ng geeft a 1s voor I i cht i ngsambtenaar Het I id van Meer merkt op dat de voorzitter nu ge.! ijk hele maal doors I aat naar de andere kant» Er wordt niet bedoeld dat er gelijk weer maar een mannetje voor moet komen, maar dat het een deeltaak wordt van iemand die daar een speciale opdracht voor krijgt, zowel hier op algemene zaken als op de Beek» Komen er vragen binnen van publ iek, pers of wat dan. ook, dan moet die ambtenaar er met die deeltaak induiken en kunnen zeggen dat het zus en zo 1sgt« De voorzitter I icht toe dat zo'n ambtenaar nooit die weten schap kan hebben die de ambtenaren tesamen hebben» Men kan toch gewoon iemand opbellen die men nodig heeft en men krijgt dan toch die informatie» Voor zover hem bekend is er n i et zoveel terughoudendheid meer als bijvoorbeeld tien jaar geleden» Het gaat toch nogal, maar het kan geen kwaad dat het eens wordt aangestipt» Van het woningbehoefte-onderzoek heeft men misschien te ho ge verwachtingen omdat, het college alleen denkt aan een on derzoek in kwantitatieve zin» Een onderzoek in kwalitatieve z i n, gaat natuur i ijk een he I eboe ge i d kosten» Over i gens i s het de vraag of dat nou noodzakelijk is, omdat hij de indruk heeft dat een aantal mensen in ons midden toch een aardig inzicht hebben in de. kwai tat i eve behoefte, van wat soort huur en wat soort woningen, hoogbouw, laagbouw, enzovoorts, bejaardenwoningen, gewone woningen, rdjbouw, vrijstaande hui zen» Dat weten we vrij goed De kwantiteit-behoefte kent men ook wei, maar om die hard te maken voor Gedeputeerde Staten; dat is erg be lan.grijk» Het I id van Meer merkt op dat dat niet wil zeggen dat men het in de commissie ruimtelijke orden s ng hef er over eens is hoe het allemaal moet worden» Dat zou een woningbehoef te-onderzoek wel degelijk kunnen uitwijzen» Als men denkt aan bijvoorbeeld het gevecht van de Werknemerspartij voor de so ciale woningbouw, wat hij heel begrijpelijk vindt, dan zou een woningbehoefte-onderzoek duidelijk uit kunnen wijzen dat ze gelijk of ongelijk hebben» Daar is een echt woningbehoefte-onderzoek voor nodig» Dat kan men niet afdoen met zo maar een opdrachtje aan de stede bouwkundige, die ook partijdig is» De voorzitter antwoordt dat dat punt al eens ooit in het col lege aan de orde is geweest, of men mee moest doen aan, een won i ngmar ktonder zoek in de tijd dat de minister er nog subsidie voor verstrekte» Het zijn werkelijk enorme bedragen die daar mee gemoeid zijn» Hij denkt dat het voor Halsteren minstens een halve en misschien wel driekwart ton gaat kos ten, om dan wat tabel letjes te hebben over* wat de mensen w I i len» Het I id Roosenboom kan die gegevens ook wei verstrekken» De voorzitter I icht toe dat mensen die inderdaad wat met de volkshuisvesting te maken hebben, zijn rechter buurman bijvoorbeeld, die weet er toch nogal wat van» Het I id Verbogt vraagt of die verhoudingen op dit moment nu zo scheef Iiggen»

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1976 | | pagina 105