punt 42
Het lid Roosenboom zegt dat dat punt ook betreft het niet goedkeuren 'door
Gedeputeerde Staten van de 70«000?— die op een gegeven moment tekort
zijn gekomen op de C.A®I®. Nu wordt door het ooilege wel gezegd dat dit
bedrag dan wordt doorgegeven als zijnde kosten van bouwr ijpnakenmaar dat
ruikt naar zijn mening wel een beetje naar verschrijvingen. Deze kosten
vloeien duidelijk voort uit een beetje nochalant beleid van het college,
-en dan probeert hij het nog netjes te zeggen-,om dat van tevoren niet
goed xs afgesohekt wat in feite de kosten zouden zijn per* aansluiting.
Toen die verordening in de raad kwam was het hem. bij de eerste debatten
al bekend dat die 400» voor een aansluiting toen al te laag waren.
Hij heeft toen ook duidelijk gevraagd of die bedragen niet gecorrigeerd
moesten worden, maar daar is men toen niet op ingegaan. Later bledc dat
hij het wel bij het rechte eind had en dat er inderdaad die 70.000,—
er Tilt rolden. Gedeputeerde Staten weigeren echter dit bedrag te accep
teren. Het college wil dat bedrag toch wel verantwoorden. Hij vindt het
echter ook onjuist om dan maar te zeggen dat het in het bouwrijpmaken
zit, want daar valt het zeer zeker niet onder® De C.A.I. is geboren na
dat de kostprijsberekening was gemaakt en hij is van mening dat Gedeputeer
de Staten terecht de opmerking plaatsen en het bedrag hoofdelijk omgesla
gen moet worden. Hij wil zich niet bezondigen aan een voorstel waarbij
iets wordt gesuggereerd, wat niet waar is. Zo komt het bij hem eigenlijk
over*
De oorz,i.tber1 licht toe dat de raad hieromtrent nog een nader voorstel
krijgt.
Het lid Koosenooom wijst er op dat bij de ingekomen stukken een advies
staat dat, tij het insturen naar Gedeputeerde Staten gezegd moet worden
dat het bij het bouwrijpmaken hoort.
Tegen zoiets heeft hij bezwaar, want dat is het niet. Dit is weer een
waarschuwing voor de raad om niet te snel besluiten te nemen. Dat was
toen wel het geval met de C.A.I*. Men is toen hals over kop gaan wer
ken. Nog maar pas li de verordening goedgekeurd, maar het kwaad was toen
al lang geschied®
jfethouder Sirike antwoordt dat het goede toen ook was geschied.
Het lid Roosenboom zegt dat de mensen niet gelukkig zijn .met de C.A.I.
Wethouder Sirike gelooft wel dat ze dat niet allemaal zullen zijn.
De voorzitter dacht dat men begrip moet hebben voor de problemen waarvoor
men zich destijds gesteld zag.
Het lid Mouws is van mening dat het college wijs is geworden na een moeiza
me start en het is duidelijk dat er niet op die ingeslagen wegmoet worden
voortgegaan. Een feit blijft dat er 70.000,— moet komen, waar vandaan ook.
Hij voelt er niets voor Gedeputeerde Staten te volgen door dit bedrag
te dekken door hogere bijdragen te vragen® De mensen uit de Rode Schouw
mogen dit nimmer op hun nek krijgen, daarom vraagt hij alle mogelijk begrip,
ook van het lid Roosenboom, om wat dat betreft eenstemmig mee te gaan
als het college kans ziet om deze 70.000,—— toch op een andere manier
gedekt te krijgen, anders wordt het een hele trieste en narige zaak.
Het liefst had hij er helemaal niets over gezegd, maar hij wil uitdrukke
lijk dat dit zo snel mogelijk min of meer vergeten wordt.
De voorzitter wijst er op dat het wel zo is dat als het moet komen uit de
kosten bouwrijpmaken het denkbaar is dat de mensen die nu nog gaan bouwen
6j. een beetje mee komen te zitten® Hij stelt voor deze zaak nog eens een
keer te bekijken, ook wat betreft de consequenties want hij weet niet
hoe er op dit moment uit te komen.
-23-
Later wordt het nog een keer aan de raad voorgelegd.
Het lid van Eek el en dacht niet dat het zo heel moeilijk lag. Er is nog
een reserve van drie ton en men zou het daar uit kunnen doen. Die
post is toch bestemd voor onvoorziene verliezen.
a°Ht het denkbaar dat de dekking ook uit de algemene
dienst komt
Het lid R00senboom zegt dat Gedeputeerde Staten juist bezwaar maken tegen
het dekken uit de algemene reserve®.
De voorzitter zegt toe het alsnog te bekijken en het weer een keer bij de
stukken te leggen.
Het lid van M&er wijst er op dat als Gedeputeerde Staten zeggen dat de C.A.I.
op zich rendabel, moet zijn, het college beter uit kan zien naar een andere
oplossing. Ook het verwerken van deze post in de kosten bouwrijpmaken zullen
ze niet goed vinden. Hij adviseert het college zich hierover eens te beraden
om te voorkomen dat men met hetzelfde probleem komt te zitten.
De voorzitter zegt toe het .nog eens te bekijken.
Het lid van_JSeer weet dat men vroeger gezegd heeft dat men er in Halsteren
naar tue moest dat heel Halsteren op een dergelijk systeem werd aangesloten.
De voorzitter antwoordt dat men daar inmiddels vanaf is gestapt.
punt 44
Het lid van Eekelen kan de Woningstichting niet begrijpen. Hij vindt het op
zijn minst gezegd onelegant, om niet te spreken van onfatsoenlijk, dat ze
de mening van de .raad zonder meer naast zich neergelegd hebben. Het bete
ken wel dat, als men nu zegt dat er niet meer gebouwd wordt, dat men dan
oor meer ei e ia» c rijvingen, de kosten opdrijft. Hoe langer dat men wacht
hoe duurder het wordt. In dit geval kan hij wel vertellen, hoewel het nog
niet in de pers heeft gestaan, dat er per 1 juli weer 5,179s bij de compen
satie komt. Dat is niet niks.
Dejroorzitter interrumpeert dat dat hier ook zit.
Het lld ISlilÉEiLiËÏL, vervolgt dat hoe langer men wacht, hoe duurder het
zonder meer wordt. Ook de tijd dat men er langer over doet kost geld, maar
ook dat de mensen langer op hun woonbehoefte moeten wachten. Hij zegt nog
maals het onelegant te vinden, om niet te spreken van onfatsoenlijk, van
de Woningstichting om zich niets van de raad aan te trekken. Hij zou deze keer
woningen, 41 woningen, willen laten bouwen, maar wel met de restrictie 41
en geen 49
Vervolgens het college te adviseren om de acht woningen, die in feit ge
pland zijn in Lepelstraat, —hij weet wel dat er een schrijven van Gedeputeer
de Staten is waarbij dit is afgepoeierd, maar er ligt geen schrijven bij of
men het later nog eens een keer heeft geprobeerd-, daarmee te wachten tot
december alvorens aan die laatste acht woningen te beginnen. Hij heeft ook
niet graag dat ze verlopen.
De_voopitter zegt dat als hij het goed begrijpt dat het lid van Eekelen
vindt dat de plannen voor het contingent, -dat naar hij dacht al in het
voorjaar van 1973 bekend was-, eerder op tafel hadden moeten komen. Men
spreekt nu over een paar maanden of een paar weken, maar er is gewoon een
jaar over heen gegaan voordat er een plan kwam.
iïet11d van Eekelen wil er nog een restrictie aan toevoegen. Alvorens de
Woningstichting de volgende keer nog één woning krijgt zou hij de absolute
zekerheid willen hebben en daar de absolute dwang op dat er meerdere in
schrijvers worden gevraagd. De vorige keer is dat fatsoenlijk gevraagd. Vol
doet men daar de eerstvolgende keer niet aan, dan moet men de woningen
niet aan de Woningstichting geven
Het lidJ2£LiË®£^ud:t Het te ver gaand om op deze manier de 41 woningen de