Ja hij begrijpt het wel. Hij heeft daarstraks al genoemd wat de redenen zijn.
Zijn party zal men daar niet voor krijgen, ook al heeft hij die wethouder
op die zetel helpen zetten. Dat moet hij goed in de gaten houden.
Het lid Roosenboom antwoordt dat het lid van Eékelen daar niets van weet.
Het is een geheime stemming geweest.
Het lid van Eetcelen vindt dat het lid Roosenboom daar dan niet zo over
moet pochen. Hij wil aan het lid Roosenfcoom vragen welke delegatiebeslui
ten hij precies bedoelt en welke hij terug wil nemen en die dan in stem
ming te brengen.
Het lid Roosenboom zegt dat er inderdaad delegatiebesluiten zijn waarbij
eigenlijk een mens zijn doopceel wordt gelicht.
Dat zijn delegatiebesluiten die betrekking hebben op garantiestellingen
voor mensen die een woning willen bouwen. Ook politiek is het niet interes
sant als dergelijke besluiten bij de raad zijn. De mensen krijgen pas garan
tie als zij kunnen aantonen hiervoor qua salaris in aanmerking te komen.
Dat kan beter in een kleine kring bekeken worden. Het verkopen van bouw
percelen echter heeft niets om het lijf. Een huis bouwen vraagt veel voor
bereiding. Elke maand vergadert de raad. In eerste instantie kan er optie
verleend worden £n tweede instantie kan de grond aan die persoon verkocht
worden. Hij gelooft dat het meest eerlijke dan is dat iedereen aan zijn trék
ken. komtHet is nu zo dat de echte partikuliere bouwer eigenlijk niet
kan bouwen en genoodzaakt is bij een of andere instantie aan te kloppen
om in het uitbreidingsplan te kunnen ga an wonen. Dat is dacht hij nooit
de bedoeling van de raad geweest.
z^n H^Helijfcé kavels waarin de pa.rtiku.lier kan bouwen en ook duide
lijke ^kavels waarin de bouwondernemer in het groot kan bouwen.
Heb xxd van Meer moet uit hetgeen wat de leden van Eékelen en Roosen-
bcom -.en opzichte van elkaar stelden, opmaken dat het hier iets te
agressief wordt gebracht. Wanneer men spreekt over het niet terugnemen
van delegatiebesluiten voor wat betreft garantieverleningen dan kan hij
toch ergens met het lid Roosenboom meegaan, omdat het lid van Eekelen
zegt doe het dan, om de fouten die tot nu toe gemaakt zijn en waarvan
nij dachv dat ook het lid van Eekelen overtuigd is, en die niet door
het college blijkbaar voorkomen kunnen worden, laat de raad het dan
proberen. Hij heeft niet de pretentie om te zeggen dat de raad het
ook kan, maar men kan het proberen.
Het lid van Eekei.en moet zijn complimenten maken omdat het lid van Meer
het zo netjes heeft gezegd. Het lid van Meer zegt dat er fouten gemaakt
kunnen worden, maar dat de raad dat ook kart, maar dat men die zal pro
beren op te lossen. Er zit echter een groot verschil in of men net
doet of aan de andere kant van de tafel een stelletje koekebakkers
zitten ox men doet of men. zelf alleen alles weet. Zo is het natuurlijk
ni et
Het lid Clarijs gelooft dat wanneer er fouten gemaakt worden met betrék -
king tot de delegatiebesluiten dat dat meer in het woordje besluiten
zou kunnen liggen dan in het stukje delegeren. Dan zou het besluit
om een of andere reden niet goed zijn. Als het lid van Eekelen dit in
stemming wil brengen dan kan hij op hun medewerking rékenen.
De voorzitter zegt dat het de vraag is of er nog stemming nodig is
als het college onverhoopt mocht zeggen de delegaties niet meer te
willen hebben. Voor hem hoeft het niet en heeft het nog nooit gehoe
ven. Als het college het niet meer wil, dan valt er niets meer te
stemmen.
Het lid Roosenboom vindt het een gemakkelijke zaak nu de voorzitter zegt
dat het voor hem niet hoeft en ook, wethouder van d.e Watering dat heeft
gezegd.
-21
De voorzitter wijst er op dat er ook geen voorstel van het college ligt
waaruit blijkt dat ze de delegaties graag zouden willen houden.
Het lid van Eekelen vindt hetgeen de voorzitter nu doet ergens een belache
lijke zaak. De voorzitter heeft ook de verantwoording voor- de totale be
volking. Als nu een delegatiebesluit betekent dat de mensen die een achter
tuintje moeten hebben en de hele raad, moet over zoiets gaan praten, dan
vindt hij het ver gekomen. Men kan dan het gemeentebestuur beter helemaal
weg sturen en het dan de raad maar uit laten maken.
De voorzitter merkt op dat ze er niet over hoeven te praten, maar het
ligt dan gewoon waar het thuis hoort en wil men er over praten dan moet
men dat zelf weten, maar hij hoopt dat dat niet wordt gedaan.
Het lid Storm-Bosch merkt op dat het gaat om wat inzicht in de zaken te
krijgen. Dat hoeft helemaal geen probleem te zijn.
Het lid van^Eekelen wijst er op dat d.e raad iedere keer bij de ingekomen
stukken inzicht in deze materie krijgt.
Het lid ptorm—Bosch. zegt dat het niet gaat om een - stuk wantrouwen of
zoiets, maar blijkbaar om een stuk onmacht binnen het college. En als het
college dat ook zelf zegt, dan moet de raad toch zeggen daarin mee te
helpen, en hef is onzin zoiets als een bedreiging te zien van. wethouder
van de Watering, maar gewoon dat de raad bereid is daarin mee te helpen.
Het lid van Eékelen antwoordt dat hij het niet over wethouder van de Wa
tering heeft gehad. Hij heeft de na,am van die man helemaal niet genoemd. Hij
heeft het over het college gehad. Hij heeft wethouder Sinke ook niet
horen zeggen dat hij die delegatiebesluiten te lastig vindt of, wat het
lid Storm-Bosch zegt, dat het college er eigenlijk niet uitkomt, omdat
ze fouten maken. Geen van drïeen heeft hij dat horen zeggen.
Het lid pturm-Boboh merkt op dat die fouten er zwart op wit liggen.
Het lid Wart huis gelooft dat men hier nog uren over kan debatteren.
Hij heeft de voorzitter zojuist horen zeggen dat de delegaties voor hem
niet hoefden en hij vraagt nu aan de beide wethouders of het voor hen
ook niet hoeft. Op die manier is men dan klaar.
Wethouder van de Watering dacht dat hij de vorige keer duidelijk was ge
weest."
Wethouder Sinke zou het iets anders willen stellen, foor hem hoeft het
niet, maar als ze er zijn als bewijs van vertrouwen van de raad, dan zijn
ie hem welkom. Als er zaken zijn die bij het college thuis horen en daar
moeilijk, liggen, dan heeft het college die binding met de raad, om dat,
-hoewel, niet voorgeschreven-, toch door te spelen naar de raad. Dat is
een samenspel waarmee naar hij dacht men veel verder kwam.
Het lid Mouws dacht dat de aanleiding om het lijstje met delegatiebeslui
ten ter visie te leggen in de vorige vergadering onder andere geweest
was het op de hoogte brengen van de nieuwe raadsleden omtrent de delega
tiebesluiten die er waren. Het college heeft om welke redenen dan ook
er uitdrukkelijk geen voorstel, van gemaakt. De lijst ligt er zonder meer.
Hij zou. toch duidelijk willen vragen dat het ooilege dit intern nog eens
een keertje bekijkt en de volgende keer duidelijk wel met een voorstel
komt, hetzij met een voorstel dat het college de delegaties niet langer
meer wil, hetzij met uitzondering van bepaalde delegaties.
De voorzitter vindt dit een verstandig voorstel en zegt toe dit te zul
len békijken en er weer mee terug bij de raad te komen. Men krijgt dan
een voorstel wat wel en wat niet wenselijk is om gedelegeerd te worden.