belast met grond- en pachtzaken» Bij artikel 5 staat dat hij ontstentenis van de direkteur het college een vervanger aan kan wijzen. Straks komt aan de or de de benoeming van een adjunct— direkteur* en hij denkt dat die dan wel automatisell de vervanger van de direkteur wordt. Bat had naar zijn mening ook in deze verordening moeten staan» In artikel 1 mag er geen misversta™ ontstaan omtrent de persoon welke de mandaten mede-onder- '.ekentHij gelooft dat dat de administrateur* moet doen en de wethouder van grondzaken. .Dat zou in dit college wethouder Sinke zijn» Hij vindt dus niet dat dat moet zijn door het college uit hun midden aangewezen lid, maar gewoon door de wethouder vangrondzaken» In artikel 10 staat iets dubbel administrateur geeft inzage aan het college van burgen eest er en wethouders en aan die leden van het college die belast zijn met bedrijven en financiën, hij leest het zo dat het college als een blok fungeert maar dat individueel de wethouder van de bedrijven en financiën inlichtingen kunnen krijgen. D*3 \ovXzitter ht oe dat dat het geval is voor zover het zaken betref— z4'-l porveleuille vallen. Ook het college heeft gesproken over de «aakomschrijving in artikel 1, waaromtrent het lid Roosenboom nu de suggestie doet om die nader te omschrijven. Het college had. ook wel ongeveer die gedachte, maar vond het niet echt nodig om dat er in te zetten. Het lld gopsenboom informeert waarom men dat niet nodig vindt, terwijl er toch wel over gesproken wordt» Hij is van mening dat men dit in moet bouwen. Dit is een essentieel onderdeel van grondzaken. Als hij direkteur is moet hy ook daar alle verantwoording van dragen en ook belast zijn fn pa-oMzaken. Dat komt in de beheersverordening niet zo uuiaej..ijk, tot uiting» Men moet dat er gewoon hard inzetten. zou het ;/,o will® zien dat het uitgelegd moet worden als de voorbereiding van. die grond» en pachtzaken, terwijl de afwikkeling altijd op financiën behoort plaats te binden. Hei 1gi Hoosenboom merkt op dat hetgeen tot de taak van financiën behoort niet in deze verordening verwerkt kan worden. Hij hoopt dat er omtrent de voorbereidingen dan maar geen misverstand ontstaat. Zaken als ontpachten en dergelijke behoren naar zijn mening thuis bij de direkteur van het grondbedrijf» De voorzitter heeft daar niet direkt bezwaar tegen. Het lid Roofeenboom zegt dat als er gronden aangekocht worden dit is ter voorbereiding van bestemmingsplannen of iets dergelijks. Die gronden worden dan ook ingebracht bij het grondbedrijf Men moet ook onmiddellijk in kunnen grijpen als die gronden geschikt gemaakt moeten worden voor het doel waar voor* ze verworven zijn en ook dienaangaande is in het verleden wel eens een misverstand ontstaan. Het lid ban. Meer zegt voor wat betreft de opmerkingen aangaande artikel 1 in te stemmen met het lid Roosenboom» Ook met het gestelde ten aanzien van artikel 5 kan hij helemaal meegaan nu er een adjunct-direkteur is. Het is vrij logisch dat hij de vervanger rs van de direkteur» Dat is voor hen een duidelijke zaak» De voorMiter vraagt of men dan de tekst moet veranderen door te vermel den dat hij dan vervangen wordt door de adjunct-direkteur. Om alle twijfels uit te sluiten vindt-hij het beter dat als men een adjunct-direkteur be noemt dan moet dat vanzelf spreken en d.an moet men niet meer kunnen zeggen dat 6T ergens staat dat hij nog eens apart aangewezen moet worden. Hij dacht wei dat het de moeite verdiende om het in die zin ook aan te passen» In plaats van de direkteur komt dus de adjunct-direkteur en bij de administrateur blijft het zo. Het lid. Clarijs heeft er ook geen moeite mee dat het allemaal zo gaat. Ze zullen ook wel een fijne dag. gehad hebben nu ze allemaal zo'n beetje Hy mist echter twee namen van mensen die toch ook in die dienst meelopen. D heren van de Bergh en de Hoop worden in heel het stuk niet genoemd, althans niet wanneer het op salarisverhoging aankomt. Zijn die toch wel op een of an dere manier bedacht of wordt daar rekening mee gehouden, fet lid HoosmAooffl verzoekt nu eerst bij de verordeningen te blijven. Ook hij heeft over dit punt wel wat te zeggen. Zo gooit men de zaken door elkaar De voorzitter heeft begrepen dat de aanpassing van artikel 1 geen probleem was en ook niet betreffende artikel 5 en 7» Hij neemt aan dat het lid Roosenboom artikelsgewijs bezig wasDan moet men inderdaad daarnee nog even det 7ld BgggfiËSagM. zeS^ betreffende artikel 7 te hebben voorgesteld om daarin duidelijk te vermelden dat het niet moet zijn een van de leden van het college, maar de wethouder van grondzaken. .P.P. voorzitter antwoordt dat hij dat al heeft veranderd. Dat vond iedereen ook wel duidelijk» Daar kan zo geen misverstand over ontstaan. Ik. voorzitter vraagt of er nog iemand iets heeft omtrent de verordening grondbedrijf. Het lid Mou2S_ begrijpt niet goed hoe het nu zit met de financiële afhande ling. Enerzijds speelt de kassier, de ontvanger er een rol in; de admini strateur is de man van de gemeentebedrijven; wat is nu de rol van de afde ling financiën. Of staat die er nu werkelijk helemaal los van» 1* voorzitter antwoordt dat de afdeling financiën wel los staat van het be rij zodanig maar* weer niet helemaal, omdat bijvoorbeeld voor de 'begro ting de administrateur van de bedrijven gegevens door moet spelen naar de man die de begroting maakt. Ook de rekening loopt uiteraard naar de ont- vanger toe. Die contacten die blijven er wel en het is ook goed dat die er blijven. Er moet een zekere toets zijn, een soort interne controle. Hij vraagt of er nog iemand iets heeft omtrent het grondbedrijf, neen der leden reageert hierop zodat hij aanneemt dat de verordening, aldus gewijzigd, de instemming van de raad heeft. Hij stelt, nu aan de orde de verordening van het woningbedrijf en vraagt of iedereen daarmee kan instemmen» Het lid van_Jfeer merkt op dat ook hier eenzelfde artikel 5? punt 5 In zit. Hij neemt aan dat dat ook gelijk wordt gewijzigd. De voorzitter vindt van wel. Het streven van de ontwerper is ook geweest om alle verordeningen zoveel mogelijk gelijkluidend te houden. Men komt nu »oc weer erug bij het besluit, allereerst wat de direkteur betreft» Juri disch is het punt "direkteur" afgedaan, nu nog financieelHet lid van Meer vond dat de symbolische uitkeringen ingehouden moesten worden, maar later was men het er over eens dat het maar glad gestreken moest worden. Hij vraagt of hij mag aannemen dat het punt direkteur voor wat betreft de financiën goed is. Het lid Roosenbocm zou nog iets willen zeggen omtrent de salarisverordening. In een vergadering van 1972 heeft hij een opmerking gemaakt bij punt 5 van artikel 3, hetwelk luidt ais volgt: "Bij buitengewone geschiktheid, bekwaam heid of dienstijver, kunnen door burgemeester en. wethouders, op advies van het hoofd van dienst, een of meer periodieke verhogingen extra toegekend worden tot een maximum van de betreffende rang". Hij heeft daar toen be zwaar tegen gemaakt en er is door de voorzitter toen ook gezegd dat hij dat zou wijzigen. Het is natuurlijk te gek dat een hoofd van dienst uit gaa maken wie of waf bevorderd gaat worden. Dat is zuiver een taak van. het co,lege. Als het college iemand zou willen bevorderen en het hoofd van dienst maakt daar bezwaar tegen dan zou dat niet kunnen. Voor de goede orde merkt hij op dat dat toen is toegezegd»

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1975 | | pagina 81