I
-TV-v£<C< /cfjt-ï}
1. VASTS 1ELLIHG VAR JE NOTULEN" VAR JE OPEHBAKE VERGAJERING VAR 24 APRIL 1975
ER 9 MEI 1975 ÉËT VM JE BESL01EH ZITTIJG^mT"^BRÏ^Ï~Ï9T5
Je voorzitter deelt mede dat omtrent deze drie notulen geen opmerkingen zijn
ingekomen, zodat ze inhoudelijk ongewijzigd zijn vastgesteld.
Het lid van leer vraagt naar aanleiding van de notulen betreffende de onroe
rend—goed-be last ingen of die ook toegezonden kunnen worden. Het is zo'n zwaar
lijvig boekwerk dat hij het zelfs niet ingekeken heeft.
Je voorzitter dacht niet dat er bezwaren waren om dat toe te zenden.
Het lid van leer merkt op dat het lid Roosenboom elke keer vraagt hoe het
met de taxaties staat. Hij wil dat nu ook eens een keer doen. Het duurt nu
al zo een lange tijd dat het vermoeden niet ongerechtvaardigd is dat men niet
uit de cijfers kan komen.
Je voorzitter heeft er geen reactie meer van vernomen. Hij dacht dat men nog
een verklaring zou krijgen dat alles wat op de kaarten staat dat dat hun
rapport was en dat men daar achter, staat ën'aan de andere kant zou men nog
commentaar krijgen op de opmerkingen die zijn ingezonden.
Het lid van leer vraagt of men daar niets meer van heeft gehoord.
Je voorzitter antwoordt ontkennend. Het zou verband kunnen houden met het
feit dat het krediet op is, maar het lijkt hem niet erg waarschijnlijk. Er moet
maar eens geïnformeerd worden hoe het er mee staat. Jaar moet dan wel haast
mee gemaakt worden, want vandaag of morgen moet de belastingdienst die gege
vens hebben om de aanslag te kunnen maken.
Het lid Ropsenboom zegt dat dit een aflossing van de wacht is. Hij vindt het
belangrijk dat dit punt in elke vergadering wordt genoemd. Hij heeft begrepen
dat de notulen van 6 februari nu niet zijn vastgesteld en eerst worden toege
zonden.
Je voorzitter antwoordt dat als men dat wil de notulen nog een vergadering
worden aangehouden.
Hierna worden de notulen van de openbare vergadering van de raad van 24 april
1975 en 9 mei 1975 ongewijzigd vastgesteld.