—12— gaan procederen. Dat vindt hij toch wel een beetje ondemocratisch, want hij is van mening dat er een goed samenspel moet zijn tussen de mensen die ont- pacht moeten worden enerzijds en de gemeente anderzijds. Misschien heeft men een telefoontje gedaan naar de Stichting Adviesbureau Onroerende Zaken en die zeggen dan: best, maar hij heeft niet zoveel vertirouwen in die lui. Als men nu gaat procederen dan vindt hij toch niet dat alles is gedaan wat men zou moeten doen om met die man tot goede overeenstemming te komen. Ook kan hij zich indenken dat die man bezwaar' maakt tegen het bedrag van êên gulden. Je kunt natuurlijk niet duidelijk splitsen wat pacht en wat de grond prijs is® Enkele jaren geleden zijn gronden aangekocht voor twee gulden per met er, inclusief de pachtschade® Misschien was dat een slimmigheidje om dat de grondprijs niet belastbaar is en de pachtschade wel. Bovendien is de gulden de laatste tijd al langer hoe minder waard geworden en hij kan zich toch wel goed voorstellen dat die man de ene gulden misschien te weinig vindt® Hij vindt dat die mensen het recht hebben in alle eerlijkheid en binnen een bepaald tijdsbestek te kunnen discussiëren. Dit is weer een fout van de mensen die grondzaken behandelen. Men wist toch al lang dat dit ging spelen® Het lid C darijs wijst er op dat deze mensen dat ook wisten. Het lid Roosenooom is van mening dat het initiatief van het gemeentebestuur moet uitgaan. Hij heeft altijd al beweerd dat de grondzaken bij de huidige menoen aie dat behandelen in verkeerde handen zit, dat moet naar een andere instantie die veel aktiever is. Hij vindt dit gewoon fout. Wethouder van de Watering antwoordt dat het niet zit in de mensen die grond zaken behandelen® Het lid Roos en boom wijst er op dat dat uiteindelijk de mensen zijn die moeten gaan onderhandelen. Het was hem op 8 maart al bekend dat deze subsidies in het vooruitzicht waren gesteld. Toen ook moet al op het gemeentehuis hekend zijn geweest dat die mensen ontpacht moesten worden. Hij leest nu in het stuk dat er zelfs deze morgen nog contacten zijn geweest. Als de raad heeft men helemaal geen inzage gehad in de correspondentie en niet in de rapporten. Het is weer iets wat er doorheen gejast wordt en dat vindt hij een kwalijke zaak. Als men deze mensen van grond af wil hebben dan moet er een redelijke termijn gesteld worden waarbinnen men kan praten en niet zomaar een paar dagen van te voren, want dan komt het ook nog veel te laat bij de raad. Dat had s.± een week eerder het geval, moeten zijn. Hij krijgt het ge— voe± dat hier iets geforceerd wordt. De heer van Eekeren wordt hiermee onrecht aangedaan. Het voorstel besluit er mee dat ingevolge artikel 177 van ^-e Se~ meentewet de raad tot het voeren van een rechtsgeding dient te besluiten, maar hij vindt het een vreemde zaak dat bij de pacht ontbinding van Paulus de raad er helemaal niet aan te pas is gekomen en toch is daar een rechtsgeding gaande. Hij vraagt zich af hoe dat dan zonder de raad gegaan is. De voorzii.ter antwoordt dat men dat inderdaad zonder de raad heeft gedaan, hetgeen fout is. Het lid Roos enboom neemt aan dat dat rechtsgeding dan toch niet geldig is als de raad tot het instellen daa,rvan bevoegd is terwijl die daar niet in ge kend isAlles wat de gemeente hier bezig is met advokaten en dergelijke kan men gerust schrappen. De voorzitter dacht dat het zowel bij de raad ais bij het college de bedoeling is geweest om af te tasten of het langs minnelijke weg kon gebeuren en ondanks dat is het toch via eencffieiële weg aangekaart bij de kantonrechter. Het lid Roosenboom merkt op dat dat toch fout is.' De voorzitter geeft dat toe. Het lid Roosenboom vindt dat maar een bijkomstigheid in deze zaak, maar wou het toch wel even zeggen. Dejroorzitter heeft zijn mening al vaker in cfe raad verkondigd. Als men weet dat men bepaalde terreinen nodig heeft, moeten alle mensen tegelijk aangeschreven worden en niet de een na de ander. Geef die mensen voldoende tijd om zich te beraden en lukt het dan niet, kom dan met een onteigeningsplan en zorg dat je komt^an<^ hebt, zodat men niet voortdurend met de rug tegen de muur -13- Hij heeft dat al vaker gezegd en krijgt dan wel instemming, maar daar blijft het hij Het lid Roosenboom wijst er op dat in het plan Melanen zelfs nog eigenaren zit ten waar men nog niets aan doet. Het lid van Eekelen merkt op dat daar toch wel over gesproken is. Het lid Röïïsënbööm" zegt dat er doords voorzitter altijd is beweerd dat men daar over alle gronden kon beschikken, en nu komt er iets uit de lucht vallen, waardoor men daar iets kan gaan doen en dan komt er plotseling een brief bij de raadsleden Waaruit blijkt dat men nog niet over de grond kan be schikken omdat er pachters op. zitten. De voorzitter lic-ht toe dat als hij dat gezegd heeft hij bedoeld heeft alle gronden voor het zwembad in engere zin. Snoeijers en Lambregts had men nog wel nodig, maar het bad kon gebouwd worden. Het lid van Wezel wil het college toch wel prijzen. Deze brief waarhij Gedepu teerde Staten meedelen dat deel II voor uitvoering wordt vrijgegeven, is op 24 maart ingekomen en er is destijds al onderhandeld over het zwembad Men kan wel gaan praten, maar men moet ook niet teveel verwachtingen bij die men- sen gaan wekken. Als men niet weet wanneer de gronden voor het uitbaggeren nodig zullen zijn, dan moet men er nog niet op ingaan. Elk jaar is de rege ling van de pachtschade ook weer anders. Bij het taxeren moet men er ook ter dege rekening mee houden wat er de laatste twee tot drie jaren is verbouwd. Hij vindt het wel jammer dat men niet tot overeenstemming is kunnen komen. Hu dat zo is moet er maar onteigend worden en vervroegd in gebruik .genomen worden en moet straks de taxatiecommissie de schade maar bejftalen. f-t/vbw. De voorzitter wijst op de moeilijkheid dat die mijnheer van Éefcehen dan mis schien 1,20 krijgt en dan zeggen die andere twee dat zij, omdat ze zo wel willend zijn geweest, het haasje zijn. Daarom is hij voor een gelijke aanschrij ving, waarbij ieder gelijke kansen heeft en lukt het dan nog niet, dan pas onteigening. Wel is hij het er mee eens dat men dit niet jaren van tevoren hoeft te doen, maar zodra men een plan voor A.C.W.-subsidie instuurt dan weet men dat dat er over bijvoorbeeld een half jaar kan uitrollen en dan dient men er voor te zorgen dat men de gronden tijdig heeft. Wethouder Sinke wil er nog van zeggen, en dan speciaal tegen het lid Roosen boom, dat men in twee dagen op 'die prijs van êên gulden is gekomen. Het was al enige tijd bekend dat het plan komende was en er is wel degelijk minnelijk overleg geweest. Hij is het er wel mee eens dat men dat zo mogelijk eerder moet doen. Wel is men verrast door de oppervlakte grond die nodig was voor het uitbaggeren van de Melanen. In het landschapsbeeld scheelt het natuurlijk nauwelijks of een perceel weiland er een jaar langer ligt. Het is natuurlijk ook zo dat mijnheer van Eekeren echt wel aan zijn trekken zal komen. Men zal rekening moeten houden met de latere datum waarop die gronden in beslag genomen kunnen worden. Dat geeft misschien weer een ongelukkig beeld en misschien ook weer niet. Die ene gulden is echt over wegend tot stand gekomen en is heus niet zo laag. Het zou straks wel eens kunnen blijken dat die prijs helemaal niet verschilt en hij vindt dat men daar maar op moet hopen. Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel van burgemeester en wethouders, de 16e en 22e wijziging van de gemeentebegroting 1975} ongewij zigd vastgesteld. 17e wijziging gemeentebegroting 1975 (diverse posten) Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1975 | | pagina 60