De voorzitter begrijpt niet waarom de stedebouwkundige deze voorwaarde niet heeft opgenomen in de voorschriften bij het plan. Het lid Mouws merkt op dat de stedebouwkundige hu duidelijk voorstelt die voorwaarden van een minimum aan oppervlakte wel op te nemen. De voorzitter vraagt of men zeker weet dat dit niet in de voorschriften is opgenomen. Het lid van Meer zegt dat dat niet het geval is. Wethouder Sinke dacht niet dat het zo was dat je direkt de aard van het bedrijf in een oppervlakte kunt vangen. Grubb Parsons bijvoorbeeld is maar een heel klein bedrpf je en toch kan dat heel arbeidsintensief zijn. Elke grondaankoop zal door het college op zijn meritus moeten worden beoor deeld. Is het een vrsem.de industrie dan zal men bijzonder attent moeten zijn. Is het een halsterse dan weten, we wel welke capaciteit er is te verwachten en kan een en ander tijdig gesignaleerd worden. - Het lid Mouws dacht dat: de naam Industreiterrein mogelijk wat te groots was, misschien was het beter om te spreken van handel en nijverheid. Daarbij zou dan een afmeting gesteld moeten worden. Hij dacht niet dat Halsteren er in eerste instantie op uit was om vestiging van industrieën aan te trekken. Het lid Roosenboom vindt Grubb Parsons wel een ongelukkig voorbeeld. Dat is maar een kwart van het totaal wat er ooit moet komen. Het lid van Eek ei en begrijpt de problemen op zich ook niet zo erg, zoals die door de Partij van de Arbeid naar voren worden gebracht. Het gaat ge woon om een man die een bedrijf heeft waar zijn zoon bij in zit. Het is de firma van de Watering en Zonen. Die zonen zijn net zo goed eigenaar van het bedrijf als van de Watering senior. Het maakt in wezen dus niets uit of de te verkopen grond nu naar de vader of de zoon gaat, want het is e«ri bedrijf. Raar* komt nog bij dat van de Watering senior een dagje ouder begii'ii, te worden en nog met zo lang geleden een soort beroerte gehad heeft en dat hij ook daarom zijn zoon bij zijn zaak wil hebben. Dat vindt hij een vrij logisch:; zaak. We hebben het hier wel eens meer te maken ge had met dienstwoningen en dan werd zonder slag of stoot aangenomen om dat het toevallig een ander bedrijf was. Hij dacht niet dat er hier sprakp was van een onrechtvaardigheid. Het gaat hier om een bedrijf en de raad moet het stimuleren dat het behouden kan blijven en zeker moet men niet gaan afvragen of het economisch allemaal wel haalbaar zal zijn. Als het voor de een slap is in de bouw hoeft dat niet voor de ander zo te zijn. Het lid van Meer is het daar helemaal mee eens. Hij wil ook niet aan vechten of het voor dat bedrijf wel haalbaar is. Wel zou hij op een be paalde manier opgenomen willen zien dat daar een relatief goed kope grond bestemd wordt voor Dungalowbouw en dat er niets bijkomt aan arbeidsplaatsen. Daar zou hij een beveiliging voor willen zien. Is die aanwezig dan heeft hij er geen enkele moeite mee. De voorzitter licht toe dat men zoiets kan afspreken. De gemeente is namelijk eigenaar van de grond. Men kan dus altijd zeggen dat als men er wil bouwen men minstens een bepaald aantal vierkante meters moet nemen. In dat geval lijkt hem zoiets in de buurt van 2.000 m2 een rede lijk minimum. Het lid darijs vindt wel dat men rekening dient te houden met hetgeen zojuist is aangenaaid door wethouder Sinke. Een klein bedrijfje kan best een arbeidsintensief bedrijf zijn. Daar zou men rekening mee moeten houden. Overigens vindt hij het voorstel van het lid. Mouws, om er op toe te zien dat er voldoende grond aanwezig is voor ën een woning fen een bedrijf, zeer juist» De vooral fc ver dacht, aa.ï; men in dat geval toch wel kwam aan een minima— le oppervlakte van i.OOO meter voor de woning en 500 voor het bedrijf. -7- Het lid van Elzakker is het eens met het voorstel maar vindt dat men niet zover moest gaan dat men ook het aantal vierkante meters ging be palen. 'Hij zou dat liever aan. het beleid van het college overlaten. Zoiets is moeilijk voor elk bedrijf te bepalen en om een paar honderd meter zou men dan moeilijkheden kunnen krijgen. De voorzitter dacht dat de bedoeling van de opmerking was dat als je in de Rode Schouw op duizend meter bouwt men zestig mille kwijt is. Het lid van Elz akker beaamt dat, maar daar, staat tegenover dat je hier. ook maar op het industrieterrein zit en niet in een bestemmings plan voor bungalows» Het pand zal daarom ook veel minder waarde heb ben. Hij vindt het ook niet juist om daar de voorwaarde aan te verbin den dat er een bepaald aantal mensen in het bedrijf moeten werken. De voorzitter vindt een bepaalde minimale oppervlakte van de bouwkavel we1 gewenst Wethouder Sinke is het daar wel mee eens maar werkt tevens op dat hij in zijn korte loopbaan als wethouder heeft gezien dat er spontaan klei ne industrietjes ontstaan, waarvan men vindt dat die nodig naar het industrieterrein moeten verhuizen in het belang van de gemeenschap zelf. In dergelijke gevallen kan een dergelijke grens een te hoge belasting zijn. Die speling moet er naar zijn mening wel blijven. Het lid van Eekelen vindt dat men van de andere kant toch ook wel voor zichtig moet zijn. Hij weet niet of dit in het plan zelf staat en zoniet dan moet het alsnog worden opgenomen, maar het moet niet mogelijk zijn dat er onbeperkt dienstwoningen bij een bedrijf gebouwd kunnen worden. De voorzitter antwoordt dat daarom juist een bepaling opgenomen zou kunnen worden die zegt dat er per 1.500 m.2 de bouw van een dienstwo ning kan worden toegestaan. Zoiets is nodig wil je blijven concurreren met bouwmogelijkheden aan de andere kant van de weg. Het lid Roosenboom heeft destijds naar aanleiding van de dienstwonin gen van Bogimex de gerichte vraag gesteld of dat bij alle gevestigde industrieën dienstwoningen gebouwd mochten worden en daarop is door de voorzitter zeer positief geantwoord. Mocht er dus een verzoek zijn van een gevestigde industrie dan moet het gevoerde beleid ten aanzien van Bogimex ook hier worden voortgezet. Gelijke monniken betekent gelijke kappen, zoals hij al eerder in deze raad heeft verkondigd. Deze man maakt daar gebruik van en terecht. De voorzitter zegt toe dat het college er voor zal waken dat daar niet iemand op een kavel van 500 m2 een bungalow gaat wegzetten en dat iedere aanvraag afzonderlijk wordt bekeken» Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel van burge meester en wethouders besloten. 5. VOORSTEL TOT 'VERHEETHG VAR HRAN'CIELB MEDEWERKIRG AAR DE PAREARE SIRT ARTORIÏÏS 'IE LEPELSTRAAT.*"" Het lid van Reijen wil voorop stellen dat hij wel achter het voorstel staat en dat hij bewondering heeft voor het initiatief en het werk van deze fanfare. Wel komt het hem vreemd over dat er zo weinig nodig is om aan zo'n grote lening te komen. Hij bedoelt daarmee dat er zo wei nig stukken ter inzage lê-g&ni De voorzitter antwoordt dat dat komt omdat het college enkele maanden geleden een uitvoerig gesprek heeft gehad met vertegenwoordigers van de fanfare en het feestcomité. Men heeft toen de plannen allemaal uit eengezet. Dat is waavschijiilijk de reden geweest dat er nadien een be trekkelijk eenvoudig schrijven is geweest van de fanfare»

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1975 | | pagina 47