He voorzitter licht toe dat het niet om een hoer gaat» Er woont een "burger
in het buitengebied. Die heeft het boerderijtje opgepoetst tot een behoorlijk
juweeltje op een halve hectare.
Die woning is getaxeerd op dertig mille. Zelfs al wordt de woning aangebo
den voor tachtig mille dan komen er meerdere gegadigden, en wel verstandige
mensen en geeri gekken.
De heer van Ha-peren neemt aan dat hier de woning in de Lagemeteriweg wordt
bedoeld. Daar is hij geweest
Het lid Roosenboom merkt op dat de woning van Erijters daar voor drie ton is
verkocht
De voorzitter heeft gehoord dat den Engelsman een bod heeft gekregen van
350.000,—.
De heer van Haperen weet wel dat toen zij daar geweest zijn het een hopeloze
zaak was
Het lid. Roosenboom zegt dat dat een toevalligheid was. Er ligt bijvoorbeeld
nu een veel mooier toegangspad dan er ooit heeft gelegen.
Het lid van Meer is tweemaal in verschillende stukken de school in de Wet
houder Bogersstraat tegengekomenf De ene keer voor f 500.000,en de andere
keer voor 825-000, Zijn tweede vraag is de sporthal» Iedereen weet wat
dat gekost heeft en nu staat het getaxeerd op f 1.125-000,Dat is veel meer
geweest
De voorzitter antwoordt dat het niet belangrijk is wat het gekost heeft, maar
wel wat de gek er voor zou geven en dat is misschien nog veel minder. Het is
een volstrekt incourant artikel.
De heer van Haperen zegt dat dat een van de moeilijkste gebouwen is om te
schatten, want niemand kan dat rendabel exploiteren.
•Het lid Roosenboom vraagt waarom de pastorie van Vrederust onbelastbaar is
en de andere pastoriën wel.
De heer Molenaar licht toe dat als er iemand in woont het gebouw gewoon ge
taxeerd moet worden. De bewoner zal ook belasting moeten betalen. Mogelijk
is over het hoofd.gezien dat er iemand in woont.
De voorzitter vraagt nadere toelichting op het probleem van de vijf en acht
ton voor de school in Lepelstraat.
De heer Molenaar zegt dat het schatten van de scholen wel enige moeilijkheden,
heeft gegeven omdat men met verschillende ploegen werkte. Men heeft toen af
gesproken dat het beter was óm alle scholen tegelijk te bekijken en daar zijn
vermoedelijk die verschillen uit voort gekomen. Die scholen zijn bezocht door
de heer Havermans en hijzelf. Ze zijn allemaal op een rijtje gezet en toen is
het bedrag van f 825-000,voor deze school er uit gekomen.
Het lid van Meer vraagt als men de taxatierapporten allemaal nog eens met de
heer Havermans doorneemtmen niet tienmaal of mogelijk wel honderdmaal nog
eens op hetzelfde probleem zal stuiten.
De heer Molenaar acht dat niet uitgesloten. Zet men tien verschillende taxa
teurs naast elkaar dan heeft men de kans dat men tien verschillende bedragen
heeft. Zo is de praktijk.
Het lid van Meer vindt op dit bedrag een verschil van 325-000,toch wel
hoog.
De heer Molenaar zegt dat dat bij woningen anders ligt. Bij een school kan men
moeilijk de verkoopwaarde bepalen.
Het lid Roosenboom heeft horen beweren dat de taxateurs bij de heer Schaap in
de Industrieweg, -die daar een bungalow heeft staan met een loods, en die
voor f 250.000,in het taxatierapport staan-, dat de taxateurs daar zouden
hebben gezegd dat hij nog voor een dikke ton bouwgrond had. Die man is dan
toch wel gedupeerd dat hij toevallig daar op het industrieterrein is gaan
wonen en daardoor voor een kwart miljoen wordt aangeslagen in de onroerend-
goed-belasting. Gaat men dan weer vergelijken met and.ere objecten dan vindt
hij die man helemaal gedupeerd.