De heer van Pro os dijk vraagt hoe men zoiets denkt te kunnen realiseren. Het lid van Elzakker vraagt of men rekening heeft gehouden met de personele helasting. De heer van Proosdijk antwoordt dat men dat niet kon. De heer van Haperen wijst er op dat dat systeem ook niet steunt op de wet; want als men iemand dan. hoger aanslaat dan de werkelijke waarde is, wat volgens dat systeem mogelijk zou zijn, dan kan de man in Toeroep gaan en wint hij dat altijd. Volgens de wet op de onroerend-goed-belasting moet de waarde of de per vierkantemeter bebouwde oppervlakte, -daar kan de gemeente een keus in maken-, de basis zijn van de verordening. Men kan dus niet zeggen dat men zoveel moet gaan betalen omdat men vroeger zoveel Ijeeft betaald. Gaat de man in beroep dan verliest de gemeente het altijd. Het lid van Elzakker merkt op dat er nu mensen zijn die het drievoudige van ■vroeger moeten gaan betalen. De heer van Haperen zegt dat hij daar zelf ook ran van is. Hij woont in een huis dat gebouwd is in 1951* bat heeft hij in 1966 gekocht en er voor onge veer 20.000,aan verbouwd. De huurwaarde is in 1951 voor de personele belasting vastgesteld en daar is later nooit meer iets aan veranderd.Hij be taalt nu op de dag van vandaag nog personele belasting volgens d.e huurwaarde van 1951» be gemeente Breda voert ook per 1 januari de onr oer end-go ed-be- lasting in en hij is er heilig van overtuigd dat hij ook een van diegenen zal zijn die veel en veel meer zal moeten gaan betalen. Zoiets is echter geen maatstaf, maar eigenlijk alleen maar een bewijs dat hij sedert 1966 alleen maar te weinig betaald. Het lid Roosenboom wil dat voorbeeld even goed vasthouden want dat is eigenlijk de kern van de zaak waar heel het taxatierapport op gebaseerd is. Het grote onrecht wat destijds met de personele belasting aan. de mensen is aangedaan. Het prulstuk waar vanavond over wordt gesproken dat blijft ook alle verdere jaren meevreten. Hij gelooft dat men nu eens schoon schip moet maken met dat grote onrecht, wat destijds ook met de personele belasting is gemaakt, en waarbij mensen soms te veel en soms te weinig betaalden. Gaat men deze cijfers hanteren dan gaat men dat weer krijgen. Overigens vraagt hij zich toch ook af waar het officiële taxatierapport is. Een adressenlijst met wat cijfers er achter is voor hem maar een praatstuk. Hij zou graag taxatierapporten zien. Dat wil hij in eerste instantie aan de heren vragen. De heer van Proosdijk vraagt welk onrecht er wordt gedaan. Voor zover het betreft de personele belasting kunnen zij daar niets aan doen, dat is oud. Maar het onrecht dat zij verricht hebben met hun taxaties, -die zij naar eer en geweten hebben gedaan-, wil hij graag weten. Men kan wel zeggen er is onrecht gedaan,'maar wat is het onrecht. Het lid Roosenboom zegt dat hij aan geen enkele persoon buiten deze raad verantwoording schuldig is. Hij is alleen aan de bevolking verantwoording schuldig. De heer van Proosdijk antwoordt dat het lid Roosenboom dat tegen hem zegt. Het lid Roosenboom interrumpeert dat hij zich tot de voorzitter van de raad richt be heer van Proosdijk vraagt of de voorzitter dan kan zeggen van welk on recht er sprake is» De voorzitter stelt voor daar straks op terug te komen omdat het lid van El zakker nog niet voldaan is betreffende zijn opmerking. Het lid van Elzakker moet zeggen dat, -zxmder de heren een pluim op de hoed te willen steken-, globaal genomen er nogal aardige ^vergelijkende cijfers uit de bus zijn gekomen. Wel zijn er uitschieters maar zoiets zal men wel blijven houden. Globaal genomen heeft men overal dezelfde maatstaf aangehouden en hij vindt het nog niet zo gek gedaan. Bij hem. gaat het er in eerste instantie om dat sommigai veel meer moeten gaan betalen. De voorzitter zegt dat dat inderdaad het geval is en naar de bevolking toe xs dat natuurlijk een heel vreemde zaak, en daar ziet men de stichting nu een beetje op aan. Het zou daarom nuttig zijn als de stichting aan de raad kon overbrengen hoe het nu werkelijk gegaan is, omdat elk lid van de raad burgers tegen komt die hen vragen dat uit te leggen en hij hoopt dat dat na vanavond mogelijk zal zijn. Het lid van Elzakker gelooft wel dat het een moeilijke affaire is. Voor de gemeente gaat het er om dat er een nieuwe belasting komt die meer moet op- *2» I

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1975 | | pagina 24