van diegene die een eigen woning bezitten. Als men diezelfde woningen verge lijkt met die van iemand die die in eigendom heeft of hij is van de Woning stichting, dan zit daar altijd wel een verschil in van om en riatagat'i' en duizend gulden. Bij de een wat meer en de ander wat minder. Men kan gewoon "bepaalde straten aanwijzen waar de taxatie enorm laag is en men kan ook straten aanwijzen waai die taxatie enorm hoog is. Vooral in de nieuwe woonbuurten. Baar zijn ze "bijna getaxeerd op het bedrag waar ze voor gezet zijn. De voorzitter wou de vraag van het lid van Eekelen nog toespitsen in die zin; hebt U geconstateerd dat er in een bepaalde straat met woningwetwoningen waar van er een paar verkocht waren er toch verschillende taxaties uitrollen, of wasdat het z e If de Het lid van Eekelen heeft het zover, niet kunnen constateren, inaar viel dat bepaalde straten die bij de bewoners in eigendom zijn, van bijna hetzelfde type woningen en jaartal, toch duurder getaxeerd worden dan de woningwetwoningen, terwijl de laatste nieuwe woningenrvooral die in de Rode Schouw-, bijna getaxeerd zijn a an de werkelijke waarde en naar zijn mening is de rest te laag getaxeerd, ofwel de anderen dan te hoog. Die tendens zit er naar zijn smaak in. De heer vProps dijk vraagt of het lid van Eekelen daarbij bijvoorbeeld doelt op Schelpstraat ten opzicht van Kapelaan Molstraat. Het lid van Eekelen bedoelt meer bijvoorbeeld de Bachstraat, waar men koop woningen in heeft staan en de Fabrieksstraat en dat dan in vergelijking met bijvoorbeeld de Lisztstraat. Dat verschilt bijna tienduizend gulden. De heer Molenaar kan wel duidelijk maken hoe men aan de prijs van de woning wetwoningen is gekomen. Van de Woningstichting heeft men opgekeregen een aan tal complexen. De woningen uit die complexen zijn verzameld en die complexen .zijn op een zelfde waarde gezet. Dat heeft men gedaan omdat er bij de Woning stichting ook een puntensysteem is. Dat geldt per complex en houdt in dat per complex dezelfde soorten woningen in een zelfde complex, zijn ondergebracht. Afhankelijk van de grond die er bij hoort en afhankelijk van de ouderdom hebben zij daar een bepaalde berekening van gemaakt. Hij kan gemakkelijk een paar voor beelden noemen. Er is een complex VijverstraatJulianastraat en Zoekweg. Bat zijn woningen van 280 m3« Die zijn op 65,— per m3 genomen en met de grond van 5.000,— komt men op 24.000, De Julianastraat en Schoolstraat zijn weer groter; 332 m3Die zijn van hetzelfde jaar erx zijn ook op 60,-ge nomen. Dat was 20.000,— met f 5.000,— grond is 25.000, Verder'ziet hij nog andere woningen in de Julianastraat, met de Bernhardstraat en Kromstraat. Die waren 332 m3 ook tegen zestig gulden. Dat is 20.000,met 5.000, grond. De voorzitter neemt aan dat men per bouwjaar verschillende m3-prijzen heeft I gehanteerd. ^'eer Molenaar antwoordt bevestigend. De heer Soripada wijst er op dat men van de m3— prijzen is uitgegaan, want gaat men van de huuprijzen uit dan blijft men vaak nergens, Vooral niet met lage huren. Besluit 616 zegt in artikel 6 dat in de belastingverordening kan worden bepaald dat de jaarlijkse huurwaarde vermenigvuldigd met in de be last ingverordening vast te stellen factor tenminste 10 en ten hoogste twintig. Men heeft vanaf het begin wel het gevaar-ingezien dat als men deze methode van berekening volgt, men altijd te laag komt. Omdat men dat ook heeft ingezien is men op de m3-prijs-waardering overgegaan. Het grootste gevaar is dat men te veel gaat kijken naar de betaalde huur en dan zit je inderdaad nergens. laar is hij het volkomen mee eens. Het lid van Elzakker vraagt of het uiteindelijke gevolg van de taxaties niet is dat veel mensen nu veel meer gaan betalen en veel mensen ook veel minder gaan betalen. Was het niet beter geweest dat er een basis was genomen, dat er een vloer werd ingelegd. "Er zijn mensen die er nu beter van worden, maar ook die met hun oren staan te klapperen. Men zou kunnen proberen er vanuit te gaan dat men nage noeg niet meer behoeft te gaan betalen dan vroeger.

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1975 | | pagina 23