enigszins foute voorlichting is gegeven.
Het lid Roosenboon] licht toe dat de notulen op dat gebied er niet om liegen.
De voorzittgr zou dat jammer vinden. Het is een zaak van wethouder Sinke om
dit nog eens te bekijken en zouden er echt fouten gemaakt zijn, dan stelt hij
zich voor dat er op wordt teruggekomen. Op dit moment wil hij "dit niet aan"
de orde stellen.
Het lid Roosenooom zegt niet te willen discussiëren over de redaktie van de
notulen, maar dat hij deze opmerking maakt naar aanleiding van de notulen.
Hij vindt dat de voorzitter met zijn fiktiève bewerking eb raad heeft beïn
vloed.
De voorzitter dachv wel dat er nog een gelegenheid zou komen om. daar eens op
terug te komen.
Het li d Roos enboom heeft vervolgens een mogelijk nog bout ere uitspraak be
treffende de notulen van 27 december 1974, Hij beweert in tegenstelling tot
de notulen, dat de begroting van 1975 niet is vastgesteld. Men draait er
in^ de notulen iets omheen.- De geluidsband is wat dat betreft toch wel iets
duidelijker naar zijn kant Het was een babyIonische spraakverwarring en hij
zou er niet zó bij blijven stilstaan of die begroting nu wel of niet was vast
gesteld, ware het niet dat hij met een bepaalde doelstelling naar die ver
gadering was gegaan. Zijn, bedoeling was het iets in stemming te brengen en hij
heeft tot drie maal toe gevraagd de begroting in stemming te brengen, maar
even zoveel keren heeft de voorzitter de boot afgehouden, door daar nog niet
op m te gaan, omdat eerst de onroerend-goed-belasting behandeld moest wor
den. Men kent nog wel het slot van-de vergadering. Die ging uit als een nacht-
nadat de stemmen staakten. Daardoor vergat de voorzitter de begroting
19 h m stemming te brengen. Door. de deskundigen die toen aanwezig waren werd
daarover ook een opmerking gemaakt en ook aan de tafel. De voorzitter heeft
aaar niet op gereageerd en is het gewoon vergeten. Hij beweert daarom nu dat
de oegrotxng voor 1975 alsnog.in stemming gebracht moet worden wil men er mee
kunnen werken. Ieder raadslid heeft het recht voor of tegen te stemmen,
het ib ben goed gebruik dat op het eind van de beraadslagingen de voorzitter
vraagt wie er stemming verlangt. Dat verlangen heeft hij wel drie of vier
keer kenbaar gemaaktmaar hij heeft de kans niet gekregen.
De voorzitter dachb wel dat er aan het slot van de vergadering enige ver
warring alt-stond. Zeker is dat de voorzitter toen de hamer niet heeft laten val
len. Hij kan zich dat echter na zo'n uitputtende dag goed voorstellen.
Wel wijst hij er op dat op bladzijde 58 van de notulen van 27 december 1974
staar:"De voorzitter merkt op dat hiermee de begroting is vastgesteld in af
wachting van het resultaat van de behandeling van de onroerend-goed-belasün-
gen". Ais de notulen van deze vergadering door de raad in orde worden be
vonden dan zijn ze naar zijn mening ook vastgesteld.
Hed lld Roosenboom verlangt in dat geval stemming ontrent deze notulen.
De^ voorzitter vraagt wie de opmerking van het lid Roosenboom steunt»
Het lid Storm-Bosch antwoordt bevestigend.
Het lld vf*1 Eékelen wil even wijzen op de mogelijke consequenties Als de be
groting niet wordt goedgekeurd kun je er niet mee werken,Daarmee komt
alles plat te liggen voor zover het Halsteren betreft. Hij wil er het lid
Roosenboom wei op wijzen dat hij een enorme verantwoordelijkheid op de hals
haalt door het gemeentelijk apparaat stil te leggen. Er is in de vorige ver
gadering uitvoerig óver deze materie gesproken. In de notulen kan men ook le
zen dat diverse keren is gestemd, zuiver over alleen punten de. onroeregd^goed-belas-
tmgen betreffende. De voornaamste punten daarvan zijn allemaal aangenomen via
een stemming. Het totaalbedrag is aangenomen, de verdeelsleutel is aangenomen,
er is ook gestemd om de oude bedragen te handhaven. Dat betekent dat als men
dan het totaalbedrag niet haalt, men er procentueel nog iets aan zal moeten
doen, Éaar daar is dan die vergadering van 6 februari voor.
Er staat in de notulen ook "behoudens ce onroerend—goed-belasting" en hij
vraagt zich dan ook af of het lid Roosenboom de consequenties durft te aan
vaarden als het gemeentelijk apparaat niet goed kan werken. Hij durft zo iets
zeer zeker niet en zal het lid Roosenboom daarin zeker niet steunen.
Het lid St01-m Bosch wil het voorstel van het lid. Roosenboom wel steunen
omdat zij, —na de notulen doorgelezen te hebben—, van mening is dat er,
vooral wat de'begroting betreft, er erg vaag vergaderd is. Zij vindt
niet dat die vaagheid een reden moet zijn dat men kan zeggen van: we
hebben vergaderd en de begroting is daarmee vastgesteld. Zij heeft be
grepen. dat de begroting ieder jaar met een hamerslag wordt vastgesteld
en zo'n normale zaak hoef je niet anders te gaan doen .De voorzitter
heeft dan gezegd dat de begroting is vastgesteld in afwachting van de
onroerend-goed-belasting. Dat is gebeurd omdat die belasting een enorm
discussiepunt is en was. Zij vindt daarom niet dat je kunt zeggen dat de
begroting is vastgesteld. Helemaal niet» Eerst moest de onroerend—goed-
belasting nog aan de orde komen en dat is waar we nou nog mee zitten. Zij
heeft ook het gevoel dat de begroting nog niet officiëel is vastgesteld.
Zij kan zich wei voorstellen dat dat consequenties geeft indien de raad met
zijn allen zo zal besluiten, maar als je regels maakt dan moet je je daar
ook aan houden. Dat is niet gebeurd» Misschien is er een modus te vinden
om. dat op te lossen. Zij heeft ook de indruk dat het naar buiten onduide
lijk is overgekomen wat men met de 'begroting zat te doen.
De voorz.it .er antwoordt dat na de voorhoedegevechten in de commissies en
in een vergadering van twee dagen door de raad de mening van de raadsle
den toen toch was dat de begroting akkoord, was» Hij geeft toe dat de ge
woonlijke regels die daarbij meestal worden gevolgd, namelijk de vraag of
het akkoord is en de klap met de hamer, achterwege is gebleven, maar is
zoiets bepalend om een besluit, dat naar zijn mening is genomen, op de'
helling te gaan zetten. Er zit vanavond in deze agenda al een negende
begrotingswijziging van 1975» .Dit betekent dat er al een heel brok werk
ui.],..i.o Mogelijk is hier sprake van een klein, menselijk fout je-' maar
daarom mag je toch met zoveel op het spel zetten en zoveel werk torpe
deren. Hij kan zich niet voorstellen dat men van plan is alles terug te
draaien en weer te beginnen op het punt van 23 december 1974.
Het lid Storm-Bosch 'blijft van mening dat' de raad een mogelijkheid moet
hebben om over de begroting te kunnen stemmen.
He_fc lid Roosenboom vindt dat ieder raadslid de kans moet hebben om zich
uit te kunnen spreken tegen de begroting. Hij wil niet beweren dat de
meerderheid van de raad de begroting niet zal goedkeuren, maar als
er maar êên raadslid is die zegt dat hij de begroting voor 1975 niet
goed vindt, dan moet hij wel de kans krijgen dat te kunnen zeggen.
Het .iid Ver oogt vraagt om even te stemmen® Op die manier heeft men dan
de gewenste duidelijkheid»
De voorzitter vraagt zich wel af of dit volgens het reglement van orde
wel allemaal juist is. Het lijkt hem hoogst ongebruikelijk en in die achten
twintig jaar dat hij in de raad zit heeft hij zoiets nog niet meegemaakt.
Het lid Verbogt dacht dat men dit moest doen in het belang van de ge
wenste duidelijkheid. Die ene die wil tegenstemmen krijgt daarmee de kans.
Wethouder Sinke dacht dat het dan juister was om over de notulen te
stemmen, voor wat betreft de laatste zin van de voorzitter betreffende de
begroting, waarbij hij opmerkt dat de begroting wordt vastgesteld en niet
over de begroting.
De voorzitter vraagt wie er nog meer opmerkingen heeft aangaande de
notulen®
Het lid van. Wezel was niet aanwezig op de vergadering van 23 december 1974,
maar heeft daarover toch wel. een opmerking. Het gaat over de notulen van
27 juni 1974 die de secretaris heeft opgemaakt en waarvan het lid Roosen-