Algemene- en Sociale Zaken, die met z'n allen toch
maar proberen om zich aan de raadsbesluiten aan te
passen, deze te doen uitvoeren en. de nodige service
aan de bevolking te verlenen.
Ondanks de bij tijd en wijle aan de oppervlakte komen
de conflictstof in deze raad, meen ik toch met stel
ligheid te mogen concluderen dat de resultaten van
het samenspel tussen raad - college en personeel
alleszins bevredigend zijn.
In de jaren dat ik mede van Uw raad deel uitmaak
heeft er zich in onze dorpsgemeenschap een ontwikke
ling voorgedaan die lijkt op een stroomversnelling in
een eeuwenoude rustige rivier»
Als ik eerder in dit stuk zeg dat de afhankelijke
mannelijke beroepsbevolking 46^ bedraagt van de totale
mannelijke bevolking en als ik daarbij zeg dat blijkens
de grafieken van wijlen DruEnsink in 1945 bij de samen
stelling van de nood-gemeenteraad onder diens leiding
75bedroeg dan wil ik daarmee zeggen dat deze cijfers
een duidelijke aanwijzing geven dat de bevolkingssa
menstelling drastisch is gewijzigd.
De .leefgewoonten van. weleer,behoedzaam en behoudend,
is omgezet in dynamisch en levend. Men wil meedoen,
meepraten, getuige de aktiegroepe.ru
Deze raad zal zich voor de toekomst daarom dan ook met
deze ontwikkeling steeds rekenschap moeten geven.
Een grote zorg, mevrouw mijne heren, die me toch van
het hart moet is, dat door de massale uitstoting van
mensen uit het arbeidsproces in deze zogenaamde "wel
vaartsstaat "steeds meer mensen in psychische moeilijk
heden geraken als gevolg van spanningen en vereenza
ming»
Met de wens dat we in. 1975 met zijn allen in de beste
harmonie mogen samenwerken tot heil van ons Halsteren
verklaar ik dit werkjaar voor geopend en gaan over tot
de orde van de dag»
P.van de Watering, loco.
-21-
De voorzit1sr deelt mede dat m de vorige vergadering de stemmen hebben
gestaaktbetreffende het tarief van de onroerend-goed-belastingen. Normaal
gesproken zouden nu de beraadslagingen hierover eventueel heropend moeten
worden en opnieuw gestemd moeten worden, maar het college vindt het beter
met dit punt te wachten tot na 6 februari, zijnde de datum waarop de taxa
teurs hun toelichting aan de raad zullen geven.
Het lid Roosenboom vraagt of dat punt dat op die vergadering van 6 febru
ari aan de orde komt
De voorzitter dacht dat men de vergadering van 6 februari louter formeel
moest beschouwen en dat in de vergadering daarna dit punt opnieuw aan de
orde gesteld kan worden-.
Het lid Roosenboom merkt op dat men betreffende de onroerend-goed-belas-
ting wei'een adressenlijst met cijfers heeft gekregen, maar hij zou toch ook wel
de betreffende taxatierapporten willen zien. Voor het bedrag van 50.000,—
neemt hij aan dat ar toch wel iets meer zal zijn dan. die adressenlijst.
De voorzitter antwoordt dat ook hij niet meer heeft gezien dan deze adres
senlijst met bedragen® Hij neemt aan dat er wel meer materiaal zal zijn en
dacht dat- men die wens het beste kon uiten op de bespreking. Voor zover
hel aan het college ligt, zal zoveel mogelijk aan de wensen van de raad
worden tegemoet gekomen.
1. VASTSTELLING .MOTHTUN.
De voorzitter deelt mede dat er geen op- of aanmerkingen zijn ingekomen.
Hij vraagt of er nog iets is op te merken naar aanleiding van deze notulen.
Het lid Rciosenboom zegt dat hij wel op- of aanmerkingen heeft aangaande de
notulen tan 28 nor ember 1974, maar omdat die notulen van een besloten zit
ting zijn gelooft hij dat dat moeilijk zal gaan in een openbare vergadering.
Wel bevreemdt het hem dat de notulen van de besloten vergaderingen nu ook
in de map zitten van" de openbare vergaderingen. Hij gelooft dat dat wat
verwarrend werkt. De reden krijgen de notulen van de openbare vergadering
thuis gestuurd en kunnen die thuis op hun gemak nakijken. Het gevolg is dat
de map met de notulen zoals die ter inzage ligt, dikwijls ongeopend blijft.
Daardoor kunnen zij' geen kennis nemen van de notulen die zij niet thuis heb
ben gekregen. In het vervolg zag hij graag dat de notulen van de besloten
vergaderingen weer in een aparte map ter inzage werden gelegd. Hij zal nu
wel op een besloten vergadering moeten wachten om op deze notulen te kunnen
reageren. Betreffende de notulen van 23 december 1974 merkt hij op dat de
voorzitter bij het voorstel betreffende de verordening voor de centrale—an
tenne-inrichting een beetje heeft gezondigd, omdat hij door dik en dun
beweerde dat de 400,— die men moest betalen bij het passeren van de akte
voor de grond, dat dat kosten zouden zijn voor de kabels en leidingen in
de grond.
Mogelijk had hij met de verordening in de hand meer ad rem moeten reageren,
maar in artikel 14 wordt verschillende mal'en gezegd dat dat bedrag betrek
king heeft op het "aansluitpunt in de woning. Dat is ook hetgeen hij in die
vergadering beweerde. Mogelijk heeft de voorzitter meer overredingskracht
dan een raadslid en heeft daardoor een foute voorlichting gegeven aan de
raad en daardoor misschien een stemming mee beïnvloed. Hij wil dat nu toch
nog even recht zetten en eventueel niet nu de beraadslagingen heropenen,
maar hij zou daar te zijner tijd pp terug willen komen en zag dan graag dat
de voorzitter hieromtrent zijn excuses aanbiedt, om tengevolge van dit
precedent de raadsleden mogelijk anders over dit voorstel zijn gaan denken.
De voorzitter antwoordt dat van de gemaakte opmerking nota wordt genomen.
De verordening is uitputtend behandeld door de commissie bedrijven. Hij kan
op dit moment echt niet onderschrijven of er door de voorzitter toen een