l(o 6 -36- Watering, de Jongerengroep—Partij van de Arbeid mevrouw Storm—Bosch, de C.D.He oihke, de WD van Wezel en de groep Leefbaarheid Roosen— boom. Na een motivering van alle kandidaten als wethouder werd be sloten om verder te gaan op 22 augustus 1974« Op deze bijeenkomst waren alle partijen weer bij van den Kieboom bijeen. Aan de orde werd gesteld kandidaat van de Watering. Deze werd gekozen. Met be trekking tot de tweede wethouder werd gesteld aan de werknemers- partij "bent bereid zich van stemming te onthouden!' waarop de Werknemerspartij bevestigend heeft geantwoord. "Bent U bereid in dien minstens zeven van de elf overige raadsleden een kandidaat steunt, ook die kandidaat te steunen". Ook die vraag werd door de Werknemerspartij bevestigend beantwoord. Hierna werd overgegaan tot stammen. Buiten van de Watering bleek niemand van de kandidaten de vereiste meerderheid behaald te hebben. Ook is nog gevraagd de tweede keus kenbaar te maken. Een aantal personen hield zich daar niet aan. De vergadering is daarop uit een gegaan en iedere partij is voor zichzelf gaan pionieren met als resultaat de verkiezing van wethou der van de Watering en LinkeHij blijft het niet netjes vinden, dat men zich van zijn verantwoordelijkheid onttrekt door op de pu blieke tribune te gaan. zitten. Wat betreft de commissieverkiezingen waarvan het lid Storm-Bosch of haar pa.rtij de moed heeft om deze verkiezingen maar la la te vinden, vraagt hij de overige raadsleden af of de Werknemerspartij niet uitdrukkelijk is begonnen met een zo open mogelijke discussie omtrent het bezetten van de raadscom missies. In hoeveel gemeenten zijn met een hamerklap de commissies samengesteld, .i j vindt de kritiek van het lid Storm—Bosch dan ook ongegrond en niet netjes. De heer Mens heeft op goed en democratische wijze de gesprekken geleid aangaande de wethoudersverkiezingen. Als er- voor haar partij geen meerderheid te vinden is geweest kan daar de Werknemerspartij niets aan doen. Wat betreft de hint naar het N.K.V. wil Lij ae I artij van de Arbeid er even op wijzen, dat de Werknemers— paid j in de algemene beschouwingen gewezen heeft op een algemene parkeerplaats voor vrachtwagens. De voorzitter is het daar niet mee eens, maar daar kan hij niets aan doen. Hij is van mening, dat niet hex N.K.V., rnaar politieke partijen de verantwoording dragen van de plaats en financiële consequenties van het parkeren, Wat betreft de grondprijzen het volgende. De voorzitter vindt niet dat er een commis sie financiën moet komen. Hij zou zoiets juist zeer nuttig vinden en wel om de volgende motivering. Als men in de commissie de fraktievoor— zitters zou stoppen en de burgemeester als voorzitter, dan zou er in de raad veel discussie voorkomen kunnen worden omdat juist alle finan ciële belangen in die commissie aan de orde komen. Dat betekent ook een bepaalde politiek die gevoerd gaat worden en indien de fraktie- voorzitters daar aanwezig zijn en zij hebben hun standpunt bepaald, dan kunnen zij dat uitdragen in hun eigen partij. Daarom lijkt hem die commissie zeer noodzakelijk. Het lid van Meer wil reageren op de uitlating van het lid van Eekelen, waarin hij stelt, dat hun partij de wethcudersverkiezingen zo maar ia—Ia vindt. Dat is helemaal niet gezegd. Wij vinden juist dat het goed is verlopen. Alleen heeft hij aanmerkingen op het functioneren van de commissies. Wat het vrachtwagen—parkeerprobleem betreft is zijn partijL tot het standpunt gekomen dat het N.K.V. er wel iets mee te maken heeft, namenlijk door de antwoorden dat het college contact zou zoeken met de beide vervoersbcnden. Dat gebeurde gewoon niet en hij neemt aan, dat dat nog steeds niet is gebeurd. Daarom heeft zijn partij wel contact gezocht met diverse mensen en daar is uit gekomen, -en vandaar ook misschien hun rare reaktie-, dat zij vin den, dat wat hier gebeurd gewoon waardeloos is. Zij zeggen, dat het N.K.V. nooit mee in. had mogen stemmen met de verordening, althans niet de mensen die de vakbond vertegenwoordigen in de raad. Vandaar vinden zij het een vreemde zaak, dat het lid van Eekelen bij het aannemen van de verordening zulke tegenstrijdige dingen vertelde ten aanzien van de mening van mensen die in het vak specialist zijn en die hoofd bestuurders zijn van instanties waarmee het college had moeten praten. De voorzitter dacht dat er een gesprek had plaats gevonden met een zekere meneer Jansen van het N.K.V. en. ook mede namens het N.V.V. Wij hebben dus een gesprek gehad met de beide vervoersbonden en hij krijgt de indruk lat ze bij het lid van Meer iets anders hebben verteld dan bij het college. Bij het gesprek met het college rolde er bijzonder weinig uit. Het lid van Wezel weet dat de voorstellen van die man van het N.K.V. of N.i.V. niet meer inhield dan de last van de ene naar de andere plaats verschuiven. Wel is hij het ei mee eens, dat er dikwijls te licht over- wordt gedacht, dat een vrachtwagen ergens niet mag staan. Het is niet alleen de schuld van de ondernemers, maar ook van de chauffeurs. Er werken hier chauffeurs met vrachtwagens van bedrijven uit het noorden. Als deze mensen terug moeten naar hun plaats van be stemming wordt dat een moeilijke zaak. Het is echter niet zo zoals door het lid van Meer wordt gezegd. De oplossing die aan de hand werd gedaan leek op niets. De voorzitter weet dat de man er zelf ook niet erg in geloofd. Het lid van Wezel merkt vervolgens op, dat hij de brief die aan het college was gericht, vrij onfatsoenlijk vond. Het lid van Meer dacht dat men dat wel zo kan opvatten. Er staan geen leuke woorden in. De voorzitter is van mening, dat als men even zoekt er wd een terrein— tje voor de vrachtwagens is te vinden, maar dat is dan misschien wel 500 meter van de deur. Het lid Verbogt wijst er op, dat een wegenbouwbedrijf zijn asfaltteér- machines ook niet met de werknemers meegeeft. Een vrachtwagen uit Groningen zal waarschijnlijk hier wel moeten laden en waar dat moet gebeuren s ook ruimte om te staan. De transportbedrijven in de om geving hebben toch ruimte genoeg om hun wagens op te vangen. Hij dacht ook niet dat het een zaak was van de gemeente om daarvoor te zorgen. Het lid Mouws merkt op, dat er gediscussieerd wordt naar aanleiding van een brief' en hij zou graag de inhoud van die brief willen weten.

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1974 | | pagina 99