met of niex voldoende de gelegenheid hebben gehad om kennis te kunnen nemen van deze stukken. Voor zover dit echter het geval is geweest, hebben hem reacties ereikt, da. dit een zaak is, die toch diepergaand zal moeten worden besproken, 'vandaar, dat hij nu reeds wil voorstellen, voor zover U in Uw algemene beschou wingen daar op m zou willen gaan, dat we met betrekking tot deze belasting van daag men verder hopen te komen dan wat formeel nodig is om aan de verordening wericmg te kunnen geven. Voor wat betreft de basisgegevens van deze belastingen wcr. c voor de raad alle ruimte open gelaten om daar in een aparte vergadering eens diepgaanu over te spreken. Ook het college kent deze gegevens pas sinds V16r da€en» maai' ook zi0 wil er liever nog eens dieper op ingaan. Omdat gegevens betreft met wel een enigszins privacy-karakter, dat het het oeste zou zijn, dat de raad deze materie eens diepgaand doorspreekt in een for mele vergadering en^zo mogelijk in het bijzijn van de heren taxateurs, om daarmee te voornomen dat er welles-nietes-gesprekken ontstaan en dat men direkt kan informeren hoe het zit. Hij wil ook graag de belofte doen, dat de gegevens, die nodig zijn voor de vaststelling van de bedragen, niet naar de belastingdienst gaan, zolang men he, er niet over eens is. Hij dacht, dat deze mededeling vooraf goed was om zodoende te voorkomen, dat men bij de algemene beschouwingen diepgaand zou ingaan op de nxaties. Uit wordt dus een hoofdstuk apart in een nader te beleggen verga dering. Het lid van Meer vraagt of de hoogte van het tarief ook in die aparte vergadering aan. de orde komt. De voorzitter zou dat liever niet doen. 4 He-t lid van Meer vindt dat dat niet anders kan. Het lid Roosenboom zegt dit juist het kriterium is waar alles om draait. De voorzitter dacht naar aanleiding van ontvangen reacties te mogen stellen, dat het bezwaar er op neer komt, dat de taxaties met een minimum aan"plaatselijke kennis zijn vastgesteld en dat men door eigen waarneming meent, dat het anders zou moeten. dfCir; aan ook» da+' meer om de taxaties ging dan om het tarief. Wel is het zo dat als er grote wijzigingen optreden in de taxaties er ook een wijziging zal moe ten volgen in het tarief. Persoonlijk vertrouwt hij op de wet van de grootste ge- uaileu, die meestal zegt, dat het totaal van plussen en minnen ongeveer nul is. Voor de eindopbrengst van de belasting is hij niet zo bang. Het lid Roosenbooiri heeft het zowel met het een als het ander moeilijk. Ue tarieven zijn gewoon strijdig met vooraf gemaakte afspraken en wat de taxaties betreft merkt hij cp, nog nooit zo«n brok onrechtvaardigheid en willekeur in boekvorm te hebben gezien. wil er daarom juist graag met zijn allen over praten en hij dacht dat de tarieven op zich zelf toch niet zo belangrijk waren. Het j.id Roosendoom wil daar toch ook bezwaar tegen maken. D|, voorzitter vindt dat zoiets moeilijk kan als men de grondslagen niet kent, ten zij het gaat om de verhoudingen. Het lid Mosenboom heeft bezwaar tegen het voorstel zoals dat bij hem is sredepo- neerd. Ue voorzitter dacht dat men toch wel formeel moest stellen, dat het formeel voor januari 9 i 5 rond moest zijn, maar dat er materiaal, dus wat betreft de inhoud, er nog alle kansen open blijven. Het Roosenboom antwoordt, dat de schuld helemaal bij het college ligt.-Een jaar geleden is men begonnen met deze belasting te introduceren bij de raad. Van- de Kanvan het college is er een minimum aan informatie verstrekt en de iniormauie, die wei is verstrekt, komt bij de raadsleden pas in deze laatste week van het jaar goed over. Uit is een besluit, dat men toch wel goed voor ogen moet nemen en men moet toch wel goed weten wat men gaat doen. In een informele verga ar: ring heei t men wel eens een beetje voor de vaak zitten kletsen en toen wist de voorzitter, noch het college wat te zeggen; laat staan dat de raad toen een zinnig woord kon zeggen. Het college is gewoon te laat. Men heeft gegokt op 1 januari 1975, maar omdat de gegevens te laat zijn binnen gekomen, dan hoeft er toch niets door- heen gedrukt te worden. Ue voorzitter licht toe, dat hij juist een nadere bespreking in een informele vergadering wenst, omdat de gegevens te laat zijn binnengekomen en daarom maar een dag ter visie hebben gelegen. Het i.id Roesenboom wijst er op, dat men het een niet los van het andere kan zien. Daaronder verstaat hij onder meer de tarieven, het bedrag wat de gemeente denkt te gaan innen en het moet ook maai* hard gemaakt worden, dat het bedrag van ruim vijf ton ook nodig is. Uit zijn voor hem zaken waarover hij serieus wil discus siëren Als men dat niet wil dan kan hij er beslist niet in principe mee akkoord gaan. Jn het verleden heeft hij in de raad wel eens meer van dergelijke besluiten genomen en later werd je er dan aan opgehangen. Hij wil goed weten waar hij zijn stem aan geeft. Hij zit hier voor de belangen van de gemeenschap en dfe rekent erop, dat hij en de andere raadsleden hun zaak naar behoren zullen behartigen. Hij past er voor om op een geforceerde manier hier aan deel te nemen. Ue voor Ut Ter antwoordt dat het natuurlijk de bedoeling is om over de tarieven te discus Dieren. Hij verzoekt de discussie op te schorten tot dat het punt aan de orde komt. H oorm—Boaoh vindt dat nu eerst alle fracties de gelegenheid moeten krijgen om hun zegje te doen. L'e. voorzitter is het daarmee eens voor zover deze discussie nu nuttig kan zijn. Hf- I-* 'id Roosenboom vraagt waarom men dit punt niet als eerste op de agenda heeft gezet. Ue voorzitter antwoordt, dat dit is gedaan omdat dit een sluitstuk is van de begro ting. Voor zpver men posten uit de begroting haalt of daar aan toevoegt, dan zal dit opgevangen moeten worden door de onroerend—goed—belastingen. Her, .4 Roosenboom merkt op, dat de sluitpost van de begroting niet in de onroerend- goed-belastingen zit, daar is hij niet voor in het leven geroepen. Wel ziet hij s.Liitpost as vergaarde rente ten bedrage van f 420.000,daar moet een eventueel ekor maar uit gedekt worden, ook al wordt het kapitaal van de gemeente daar wat minder groot mee. Hij is het niet met de voorzitter eens en hoopt, dat bij zijn algemene beschouwingen duidelijk te maken. Ue voorzitter antwoordt dat deze belastingen in feite per definitie beschouwd kun nen worden als sluitstuk van de begroting. Het lid Clarijs vraagt in hoeverre men na het formele besluit tot invoering van de onroerend—goed—belastingen per 1 januari 1975 men toch nog kan terug grijpen op verandering van tarieven en taxaties. Hij gelooft bijvoorbeeld niet dat er ook maar iemand bezwaar zal maken tegen een besluit waar men nog op terug kan komen. Hij wi. dus in die informeJe vergadering verder kunnen ingaan op de tarieven. Ue tarieven iiangen nauw samen met de taxaties. Zoals eerder uiteengezet moest de opbrengst van de onrcerend-goed-belastingen ongeveer net zoveel zijn als van de oelastingen die nu vervangen worden. Je werkt hier mee juist andersom, eerst kijk je wat er binnen moet komen en aan de hand van de taxaties wordt dan het tarief bepaaid. Als men nu twijfelt aan de taxaties en daarmee samenhangend de tarieven dan zou het heel zinnig zijn om het voorstel nu aan te nemen en in een informele vergadering na 1 januari 1975 daar in alle vrijheid nader op in te kunnen gaan. De voorzitter merkt op dat straks gepraat kan worden over het totale bedrag dat volgens de inenmg van de raad geheven moet worden. Als dan een van de variabelen wordt vastgesteld, dan houdt men nog genoeg andere variabelen over om aan dat bedrag te komen. Het lid Clarijs vindt niet, dat het taxatiebedrag een variabele mag zijn. Het enige variabele mogen de tarieven zijn. Een huis is 40.000,waard of 35*000,waard; zoiets kan niet varieeren. Ue voorzitter is het er mee eens, dat als de taxaties vast liggen er maar één variabeie overblijft; maar hij krijgt juist de indruk dat men van mening is dat incidenteel de taxatie-, veranderd moeten worden en in zoverre is dit nog variabel. Het lid verbogt dacht dat men niet verder kon gaan dan het vaststellen van de ver houdingen, maar niet van de tarieven. Uit de woorden van de voorzitter maakt hij 1

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1974 | | pagina 82