q.oo -20- De voorzitter zegt dat hij zijn woorden bijzonder zorgvuldig heeft gekozen en alleen gezegd heeft dat hij de prijs van twee gulden per vierkante meter bijzonder laag acht in vergelijking met een verkoopprijs van 70» per vierkante meter in de naaste omgeving. Het lid Roosenboom vraagt wat er in feite nu aan de orde is. De voorzitter antwoordt dat dat zijn brief is. Het lid Rooserboom vindt dat men die dan maar van bovenaf moet gaan uitrafelen anders zit men om. twaalf uur hier nog. Wethouder van de Watering zag toch wel graag dat de discussie werd terug gebracht tot een voor de raad waardige sfeer en verzoekt het niet te laten ontaarden in een nietes-welles-spelletje» Het lid Roosenb' sr: zou wel willen weten wanneer de tekening is gemaakt die zojuist door het lid var S zakker op tafel is gedeponeerd. Hij vindt dat wel een belangrijk document Het lid van Elzakker antwoordt dat die van 1969 is. Het lid Rooser boorr merkt op dat de oorzaak, van het welles-nietes-spelletje was dat er een bekering was ingediend met flats, waar tegen bezwaren waren ingediend. Daar op zeg" de art ij wij waren van plan daar eengezinswoningen in te dienen en de andere partij zegt die weer niet te willen. Hij kan niet beoordelen wie er gelijk heeft. De voorzitter merkt op dat er alleen maar flats op de bouwtekening staan vermeld. Het lid van Elzakker antwoordt dat bij de stedebouwkundige prenten op tafel zijn ge komen met eengezinswoningen. De voorzit ter zegt dat het gaat om de tekeningen die om bouwvergunning zijn ingediend. Het lid Storm—Bosch vraagt zich af welke bouwonderneming zich de weelde kan veroor loven om zich hier zo te verdedigen. Zij zag graa£ dat er een procedure bedacht kon worden om deze zaak aan de raad helder over te brengen en of het college nu kan ver tellen of z bereid is met deze onderneming nog verder in zee te gaan of niet. Hebben deze mensen eoh niet gehouden aan gemaakte afspraken dan vindt zij dat de gemeente niet meer met hen verder mag samenwerken. Wordt daarentegen aangetoond dat de fout bij het college ligt dan kan die samenwerking natuurlijk gewoon doorgaan. Zij vindt het voor haar een. moeilijk, te beoordelen zaak. Mogelijk kan dus het college een procedure bedenken waarbij de raad straks iéts naders te horen krijgt. Zij past voor een nietes-welles-spelletje. De voorzitter neemt aan dat omtrent de vijf punten van zijn brief gemakkelijk uitsluit sel te krijgen is. Het lid Storm-Bosch dacht dat die punten wel bij een ieder duidelijk waren. De voorzitter vindt dat je daar dan niet verder over hoeft te praten het wordt anders alleen maar neveliger. Het lid van Eeke.len merkt op dat hij de voorzitter al eerder gezegd heeft het niet verstandig te vinden dergelijke streken uit te halen en hij is van mening dat die beter achterwege gelaten kunnen worden» Met zoiets dien je de gemeenschap niet. Wat het lid van Elzakker deze avond doet daar dien je de gemeenschap niet mee en ook dient hij daar zijn eigen bouwonderneming niet mee. Als je de belangen afweegt die hierbij mee gemoeid zijn, zoals onder andere de werkgelegenheid en de belangen die alle Halsternaren aangaan, dan vindt hij het van beide zijden een onwaardige vertoning. Hij vindt het verkeer! dat het 'lid van Elzakker-go tekeer gaat over een bouwonderneming, omdat hij hier niet zit als direkteur van de onderneming, maar als raadslid» Van de voorzitter vindt hij het verkeer dat die spreekt namens een commissie. Had men een stuk in de krant willen schrijven of een brief will-ëüplaten uitgaan dan had. men de commissie ruimtelijke ordening bij elkaar moeten roepen." De voorzitter heeft wel tegen hem gezegd dat hij net zo goed de naam van burgemeester Helders had kunnen gebruiken, maar dat heeft hij niet gedaan. De voorzitter wijst er op dat hij wel gesproken heeft als voorzitter van de commissie, maar niet namens die commissie. Het lid van Eekelen kan wel de verzekering geven dat voor zeker zeventig procent van de bevolking het is overgekomen dat de voorzitter gesproken heeft namens de commissie ruimtelijke ordening. Hij vindt dat de voorzitter kapabel genoeg is om te kunnen vermijden dat zoiets op die manier overkomt. Telkens wordt door de voorzit ter een bepaalde tweestrijd uitgevochten die meer in het persoonlijk vlak ligt en die niet in het belang is van de gpmeente Halsteren. -21- Hij heeft er al eens meer op gewezen dat de twee kopstukken van de gemeente er beter aan doen voor de gemeente te werken dan elkaar te bestrijden. Je vraagt je af in hoeverre het nog reëel is bij de burgers waar te maken waarom je aan dit spelletje meedoet. Hij kan zich voorstellen dat in het vervolg als zich zo iets voordoet de voorzitter de zaak afkloptwant hij vindt het onwaardig om daar als raadslid bij te moeten zitten. Zowel van de voorzitter als van het lid van Elzakker, zoals zij naar buiten treden vindt hij onverstandig. De voorzitter zegt dat dat gerust de mening van het lid van Eekelen mag zijn. Hij is de mening toegedaan dat juist zijn salaris hem er toe verplicht door diepe dalen te gaan om te bereiken dat de ongerechtigheden in deze gemeente zo beperkt mogelijk blijven. punt 36 Het lid var. Meer vraagt of het college akkoord gaat met het verzoek van de werk groep. De voorzitter zegt dat de werkgroep kan krijgen wat men op dat gebied heeft. Wethouder van de Watering wil daar nog aan toevoegen dat er aangaande dit onder werp geen stukken binnenskamers zijn. punt 37 Het lid Storm—Bosch dacht dat een van de belangrijke en tevens langlopende zaken de gemeentegids is. De commissie heeft daarop gestudeerd en was vanaf het begin van mening dat die gids belangrijk was en er snel moest komen. Zij dacht dat ook een voorstel was gedaan aan het college, maar ook dit blijft steeds maar weer liggen. Hu heeft de Stichting Opbouwwerk het initiatief genomen om met een aantal personen dit tot stand te brengen. Zij vragen daarbij of de gemeente in principe bereid is daar in mee te participeren. Zij vindt dit wel een beetje een afgang. Zij had liever gezien dat het niet op deze manier hoefde, maar dat men hem zelf gemaakt had. Het is verschrikkelijk erg dat die gids er nog niet is. Het college stelt wel voor deze brief ter afdoening in handen van het college te stellen, maar de stichting zelf vraagt om een antwoord vóór 1 november. Zij snapt niet wat het college nu gaat doen. Doet ze mee met de stichting of zorgt ze er zelf voor dat er zo snel mogelijk een gids komt. De voorzitter antwoordt dat daar in het college nog niet over is gesproken, maar meent dat men de gids zelf in de hand zal houden. Het lid Storm—_dosoh leest uit de brief van de opbouwwerker dat als hij voor 1 novem ber niets heeft gehoord men zelf de uitgifte gaat verzorgen. Men zou dan de belache lijke zaak kunnen krijgen dat er op een gegeven moment twee gidsen zijn. IaK- L.iiouder van de Watering licht toe dat de bewerking van deze gids bij de gemeente c"ds gaande is. Wel heeft hij enig bezwaar tegen deze brief van de welzijnswerkers. Hij mist hierbij bijvoorbeeld de handtekeningen van vertegenwoordigers van de diverse ca.ndsorganisaties en ook die hebben belangen bij die gids. Overigens dacht hij dat de vraag niet meer nodig was omdat, zoals hij reeds eerder heeft gezegd,de gids reeds in bewerking is. Het lid Storm-Bosch vraagt hoe het dan nu met de gids staat. Gaat het nu nog jaren duren. W5tnouder van de Watering dacht niet dat het nog lang hoefde te duren. Hij vindt deze groep te beperkt om een gids op te stellen. Wil men zoiets doen dan moet men er alle organisaties bij halen. Het lid Storm—Bosch vindt dat als het college deze gids belangrijk vindt, hij ook al lang klaar had kunnen zijn. Het advies van de commissie is al wel twee jaar geleden uitgebracht. Q.o i

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1974 | | pagina 46