-12 7. WIJZIGINGEN GEMEEHTEBBGROTIN G 4Se wijziging begroting 1974 (krediet voor overname "De Pais") Het lid Mows wijst er op cfet in cfe vorige vergadering is gevraagd en ook is toegezegd dat uitdrukkelijk bij van Opstal zou worden gesteld dat het perceel vrij van alle verplichtingen moest worden opgeleverd. De voorz-i !,er antwoordt dat hem dat ook duidelijk is geschreven. Daarop heeft hij geantwoord dat men de gemeente wel vrijwaard voor de gebruiksrechten van deze gronden, maar niet van eventuele Lasten en plichten die op deze percelen rusten. Dit wordt niet zonder meer genomen en wordt alsnog uitgezocht. De koop gaat voorlopig nog niet door. Het lid van Meer vraagt oi men wist dat er vorig jaar daar een onteigening heeft plaats gevonden ten behoeve van Rijkswaterstaat en of men op de hoogte is van de lage prijs die is bepaald. De voorzatter zegt dat dit al langer is geleden. Dit moet in 1971 of 1972 zijn geweest. De onteigening was voor een afvoerkanaal naar de Pais. Hij heeft gehoord dat de° prijs daarbij was gesteld op een kwartje per vierkante meter. Wel wijst hij er op dat hij reeds eerder heeft gezegd dat men nu uitgaat van een prijs die we niet kennen, omdax er ook schade in is verrekend. Hoe groot die eigenlijk is weet men niet. Wel weet men dat die nu bepaald is op 800,—— per ha. voor dit jaar. Het gevoerde proces was een soort pi oei proces. Van Opstal kon echter met contracten aantonen dat hij nog grotere schade heeft geleden. Waren wij dus niet akkoord gegaan met cfe overeenkomst,"dan was het gevaar niet denkbeeldig dat er nog meer processen zouden zijn gevolgd. Het is dus onmogelijk te zeggen welk gedeelte van de koopsom gerekend moet worden voor de schade en wat voor de eigendom. In vergelijking Aet andere gronden is 2,— voor het pad vrij oplever n van gronden wel weinig. Het lid van Meer vindt dat het college niet voldaan heeft aan het bepaalde in artikel 209 onder s van de gemeentewet omdat er geen taxatie heeft plaats gevonden. De voorzitter neemt aan dat een taxatierapport op dezelfde wijze de mist in gegaan zou zijn. Ook daarbij had men niet het bedrag van de schade en het bedrag van de aankoop afzonderlijk kunnen bepalen. Het lid van Wezel zegt dat het lid van Meer twee dingen door elkaar haalt. De onteige ning door Rijkswaterstaat heelt plaats gevonden omdat de waterloop naar cfe Pais verbreed moest worden. Hier ligt het duidelijk anders. Als van Opstal namelijk schade gaat clai men dan kan het op den duur veel geld gaan kosten. Het is daarom beter als men de Pais en ie Verkorting in eigendom heeft. Uitgebaggerd kunnen ze mogelijk nog dienstr, doen in het belang van de recreatie en kan er de gemeenschap nog van profiteren. Het lid van keer vindt dat onrechtvaardig ten opzichte van hen die maar een kwartje per meter hebben gehad. Het lid van Wezel weet niet beter of ze hebben daar allemaal vrijwillig mee ingestemd. De voorzit ier :.icht toe dat het wel een verschil maakt of dat men een bepaald bedrag aanvaardt of dat er uiteindelijk een duidelijke uitspraak van de rechter is. Het lid van Meer is het overgekomen als zou er een rechterlijke uitspraak zijn. De voorzit '.er dacht dat de bedragen nog waren overeengekomen in de onderhandelings fase. Het lid Roosenboom vraagt of in dat bedrag de bedrijfsschade ook was begrepen. De voorzitter antwoordt bevestigend. Het lid Verbogt wijst er op dat de meeste mensen tengevolge van opgeworpen bagger meer gronden in cultuur hebben kunnen brengen. Indirekt zijn ze dus wel zeker aan hun trek ken gekomen. Het lid van Meer blijft er bij niet akkoord te kunnen gaan zonder de aanwezigheid van een taxatierapport. De voorzit ter vraagt of hij een bureau kent dat in staat is de schade te taxeren. Het lid van Meei' dacht dat dat elk taxatiebureau moest kunnen, als men maar voldoende op de hoogte is van de voorgeschiedenis-. De voorzitter antwoordt dat de schade uiteindelijk alleen bepaald kan worden middels een proces en dat is nu juist wat men probeert te voorkomen. Het lijkt hem overigens uitgesloten dat bepaling van de schade mogelijk is. Ook de watergraaf denkt er zo over. Het waterschap zegt niet te weten hoe hoogcfe schade uitvalt en verlangt daarom dat -13- door verwerving van dit water dit twistpunt uit de wereld wordt geholpen. Het lid Storm-Bosch vindt het maar een glibberige zaak. Het is de gemeente die vervuilt. Het schap voelt niets voor problemen en neemt de zaak niet over. De gemeente koopt dan de zaak maar aan en daarmee is de kous af. Men i£ zelfs iy er zo zanaf te kunnen komen. Zij wil er toch wel op wijzen dat men zich er t. rdeoi' van bewust is dat het de gemeente is die vervuilt. In het verleden heeft zij daar meermalen op gewezen. .voorzitter ei ht toe dat de gemeente in het bezit was va,n een lozingsvergunning. Het probic m kwam pas toen het rijk dit water in verbinding bracht met een ander later. Laardoor moéten wij nu betalen. Het schap wil van die voorgeschiedenis niet weten. Die zegt de zaak wel over te willen nemen, maar dan zonder prooiemen. Het lid van Meer zegt tegen het voorstel te zijn. Het lid Storm-Bosch wenst eveneens aantekening tegen te zijn. Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. f 46e wijziging gemeentebegroting 1974 (aanschaf aanhangwagen) Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 4 Ie wijzigi-ig g smeer te t groting 1974 (overboeking lopende kapitaa Isu. t gaven) Zonder hoofdelijk,-.- stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 49e wijziging b^ruling 19 V; (diverse posten) Mjuwo et bel-f - 11 ende het aantrekken van een maatschappelijk werker dat een enquête is ingesteld bij vergelijkbare gemeenten. Daar heeft hij veel moeite mee. Volgens hem is er oen kracht nodig of niet. Zoiets is niet te vergelijken of te peilen. Men moet gewoon concreet stollen is die man nodig of niet. Is hij wel nodig dan ziet hij geen probleem. De voo'rit z g- er persoonlijk van overtuigd te zijn dat een maatschappelijk werker nodig is. Al- landelijke norm wordt aangehouden een man per 5.000 inwoners. Zoiets is na.uur lijk maar oen prik, maar gezien de gemeente al ruim elfduizend inwoners telt, zou men volgons die norm al aan een derde man toe zijn. Het ligt hier ook wel wat an ders, omdat prak is van twee kerkdorpen. Het was steeds zo dat er voor één kern een maatschappelijk werker was en dat de andere er maar een beetje bij hing. Misschien was een maatschappelijk werker in die andere kern niet zo nodig of zagen ze het' in Lepel straat niet zo rg zitten met zofn man. Het lid va.n Eekelen moet dat bestrijden. Ook Lepelstraat kent zijn figuren die de be langen van de mensen behartigen, maar dat doen die mensen in hun vrije tijd. Men gaat liever met zijn problemen naar iemand die men kent en zodoende heeft men daar in Lepelstraat. geen 18.000,— nodig. Liever zag hij dat bij Sociale Zaken een mannetje bijkwam. De goede krachten gaan daar lopen omdat de dienst overbezet is. De voor zitt-o:- is het er mee eens dat de gemeenschapszin in Lepelstraat heel anders is dan in Halsteren, waardoor er niet zo'n grote behoefte is aan een maatschappelijk werket Maar er zijn toch gebieden, zoals bijvoorbeeld patronage huwelijksproblemen, waar in het beier is dat een leek niet gaat pionieren. Het zal in Lepelstraat wej moeilijk wöraen voor een maatschappelijk werker, want hij zal zich eerst moeten waar maken. Wat de uitbreiding van sociale zaken betreft kan hij mededelen dat dit reeds aanhangig is gemaakt. Het lid van Eekelen meent ten aanzien van het betoog van de voorzitter te moeten op merken dat het werk van de maatschappelijk werker niet overloopt van deskundigheid. De voorzitter erkent dat het maatschappelijk werk niet altijd ideaal draait, maar het

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1974 | | pagina 34