Het lid Verbogt verzoekt punt 10 op de agenda te plaatsen 1 en het lid. Mouws punt 9. De voorzitter zegt deze punten aan de agenda toe te voegen» Omtrent de overige punten wordt conform de voorstellen van burgemeester en wethouders besloten» 3» VOORSTEL TOT OVERDRACHT YAH IE ZUIVERINGSINSTALLATIES AAI HET WATERSCHAP WEST-BRA BANT. Het lid Mouws neemt aan dat de gemeente zelf voor de riolering moet blijven zorgen en daarom vraagt hij zich af of de waterschapslasten bovenop de rioolbelasting komt. De voorzit ter antwoordt dat de rioolbelasting is afgestemd op hetgeen men nu heeft. Als de gemeente zelf voor een nieuwe zuiveringsinstallatie had moeten zorgen, wat ongeveer 10 millioen gulden zou hebben gekost, dan waren die kosten bij de rioolbe lasting getrokken. Men kan zich dus gerust afvragen of de inwoners tot op heden niet altijd te goedkoop zijn uitgeweest. Zeer zeker ziet hij geen onbillijke verslechte ring» Het lid Mouws merkt op dat men nu twee belastingen moet gaan betalen en gezien de grote investeringen die het waterschap nog moet doen en het grote onderhoudswerk ver wacht hij dat het veel zal gaan kosten. De voorzitter zegt dat het al veel duurder geweest zou zijn als het schap er niet was gekomen. Het üd van Wezel licht toe dat men in het verleden eerst geprobeerd heeft aan te sluiten op de persleiding naar Waarde» Uiteindelijk mocht dat niet en toen men zelf de zuivering wou uitbreiden mocht dat niet meer in afwachting van de oprichting van dit waterschap. Het lid Mouws wijst er op dat. de persleiding tenminste nog ge subs idle rd is. De voorzitter weet dat ondanks dat,de persleiding bijzonder duur is. Alle prognoses zijn v r boned n de werkelijkheid gebleven. Het bleek voor vele indu- striën in d praktijk voordeliger te zijn om de zuivering zelf ter hand te nemen. Grote klanten vi Ie 1 daardoor af en het gevolg was dat het duur werd. Waren wij op de pers leiding aangesloten aan zou het voor ons net zo duur zijn uitgekomen. Het lid Glariis vindt dit >k heter dan alles ongezuiverd in de Schelde te lozen. Zoiets is milieuverpestend. Of er sprake is van een achterstand in het onderhoud weet hij niet, maar hij gelooft niet dat het daardoor duurder zou worden omdat men nu ook de jaarlijkse lasten van de zuivering kwijt is. Het lid Mouws vindt dat als het schap ook die lasten overneemt, het bedrag van de rioolbelasting te hoog, want daar zit ook het onderhoud in. De voorzitter licht toe dat dit straks bij de belasting-verordening aan de orde kr komen. Het lid Mouws informeert of de overstort op de Melanen ook niet overgedragen moet worden. De voorzitter antwoordt dat dat niets met het schap heeft te maken. De vervuiling is daar minimaal en wat nog vervuilt probeert men op te vangen. Het lid van Meer vraagt waarom de verontreinigingslasten het vorig jaar niet in rekening zijn gebracht bij de inwoners. De voorzitter veronderstelt dat men van mening was dat wij loosden op rijks water en het bedrag dus met het rijk werd verrekend. Men is dus betrekkelijk goed weggekomen. Het lid Roosenboom merkt op dathij al drie jaar de waterschapslasten betaalt. De voorzitter zegt dat dit komt omdat hij rechtstreeks loost als bewoner van het buitengebied. Het lid van Meer vraagt wat het college denkt te gaan doen om de zuivering zo spoedig mogelijk in orde te krijgen. De voorzitter antwoordt dat met terugwerkende kracht de zuiveringsinstallati® per 1 januari 1974 aan het schap worden overgedragen. Het schap heeft drie urgentiecate- goriën opgesteld. De eerste loopt van nu tot 1978 en in die eerste fase zit Halsteren, wat dus bepaald niet ongustig is. Het lid van Meer hoopt dat van dat programma dan niet zal worden afgeweken. Do vuorzi i, fcer licht toe dat dit het streven is, maar dat het bij een wijziging van cfe situatie natuurlijk altijd mogelijk is om van een planning af te wijken. -3- Het lid van Meer verzoekt om op spoed aan te dringen. De voorzitter zegt dat eerst de overdracht zal worden afgewerkt. Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 4. VOORSTEL TOT HET NEMEN VAM EEH VOOREEREIDINGSBESLUIT. Het lid van Meer is tegen legalisering anders dan door middel van een bestemmings plan. Wat het voorster zelf betreft vraagt hij wat de direkte redenen zijn en waarom er geen situatieschets bij het voorstel ligt plus een verslag. Over welke illegale verbouwingen gaat h? en wat denkt men te gaan voorbereiden. De voorzitter antwoordt dat een voorbereidingsbesluit natuurlijk niets legaliseert. Dat gebeurt pas later m;t de vaststelling van een bestemmingsplan. Er ligt overigens niet meer ter inzage dan de leden thuis hebben gekregen. Het lid •"•an Meer vindt dat maar -en zeer matige voorlichting. De voorzitter li hi toe dat er meestal wel een tekening bij de stukken ligt, maar dat de raad ook weieens -en .'ooi - reidingsbesluit in abstracto heeft genomen. Het lid van Meer vindt het voor een goede besluitvorming nodig te weten over welke illegale bouwsels het gaat. De voorzin'.--i antwoord" t voet-rekt geen illegale bouwsels zijn waarvoor geen bouwvergunning verleend zou zijn. Het lid van Meer vraagt wat het college gaat voorbereiden. De voorzitter zegt dat de bedoelingen vrij algemeen zijn. Door het nemen van een voor— bereidingsbesluit kan men voorkomen dat de plannen doorkruist worden met bouwplannen De zaak wordt ter plaatse voor maximaal een jaar bevroren en in dat jaar kan men met een bestemmingsplan kot >n. Ook kan mai op de plannen vóóruit lopen. Er zijn momenteel ontwikkelingen die van de bestemmingsvcorschriften afwijken. Men is soms begonnen met een woonhuis met winkelt je, wat later blijkt te zijn uitgegroeid tot een grote zaak. Langzamerhand is de ontwikkeling dan uit de hand gelopen omdat men het inmiddels in feite te maken heeft gekregen met een bestemming handel en nijverheid. Het gaat er nu om de gevestigde bedrijver, in hun ontwikkelingen niet te beperken en hun uitbreidings mogelijkheden tea te staan. De bestemming komt straks opnieuw aan de orde bij de vast stelling var i .n be t oimingsplan. Het lid van Meer informs rt of er een acute aanleiding bestond voor het doen van dit voorstel. De voorzitter antwoordt dat een aanvraag is ingediend voor een magazijn en twee gara ges die niet meer onder de overgangsbepalingen is te brengen. De mogelijkheid bestaat nu om vooruit te lopen op het bestemmingsplan. (T~ Het lid van Meer vraagt of hij ook mag weten om welk bedrijf het gaat. De voorzitter zegt dat het een aannemingsbedrijf in de Oudeweg betreft. Het lid van Meer heeft geen moeite met het voorstel als het maar geen legalisering van bebouwing betreft» Het lid Verbogt is blij met de duidelijkheid die de voorzitter nu ch Evenals de vorige keren had hij liever meer informatie gehad onder andere door het overleggen van een kaart. Op deze manier tast men teveel in het duister. De voorzitter wijst er op dat men door het nemen van een voorbereidingsbesluit ook alle bedrijven, die direkt geen behoefte hebben om uit te breiden, worden bevroren. In zoverre is de haast waarmee dit voorstel wordt gebracht wel te betrc-ren. Ook zij moeten nu de artikel 19 procedure doorlopen. Dit geldt bijvoorbeeld ook voor de langs genoemde wegen gelegen boerderijen. Het voorstel zag hij daarom liever beperkt door bijvoorbeeld alleen de industriële bedrijven te noemen. Wethouder van de Watering Acht dat het beter was om de begrenzing korter te houden. Het college heeft ook gemeend langs de westzijde van de Oudeweg niet verder te moeten gaan dan tot graanhandel van Tilburg en tevens in het voorbereidingsbesluit op te nemen zaken van Verbogt, de A.en 0., Huajbregts,Heijt er Bernaards. Verder dan deze begrenzing zou hij niet willen gaan omdat het onnodig is om anderen te treffen. Het lid van Eekelen wil het voorbereidingsbesluit dan daartoe begrenzen. Op die manier veroorzaakt men geen belemmeringen voor de anderen.

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1974 | | pagina 29