-12' Wat daar', ook bereikt is is de groenstrook, maar daar wordt niet over gesproken, terwijl men juist dankbaar moest zijn dat die daar is verzekerd waardoor een barrière wordt opgericht voor uitbreiding van industrie in noordelijke richting. De voorzitter wijst er op dat dat toen het enige doel van de raad was. In 1969 is men in principe akkoord gegaan met de vestiging van industrie in de polder. In 1970_is een gemeenschappelijke regeling tot stand gekomen. Het lid Storm—Bosch merkt op dat men toen nog niet wist dat er acht ton fosgeen opgeslagen zou worden. Dat wist men pas na contact met de vereniging milieudefensie. De voorzin xer zegt dat hij in 1969 een brief heeft voorgelezen over wat er zo onge veer stond e wachten. Daarbij heeft hij bepaalde worden gebruikt, waarvan iedere chemicus had kunnen vei tellen wat het was. In mei van dat jaar is zelfs het woord fosgeen reeds genoemd en nog steeds zei de raad ja. Het Lid Storm—Bosch leest in het interview dat een der leden van het college toch niet zo happig was op de voorgenomen vestiging van General Electric en daarom heeft zij vragen gesteld. De vcorz-iT is-- antwoordt dat men zeker niet happig was op de vestiging. In het be stemmingsplan is echter niet gedifferentieerd opgenomen dat bepaalde genoemde C inrichtingen niei ot wei mogen worden opgericht, hoewel dat wel door de stedebouw— kundige was geadviseerd.De vergunning kon daarom4niet meer geweigerd worden. Het lid Roos en boom neemt aan dat de vrethouder- heeft gesproken in zijn kwaliteit van loco-burgemeester van Halsteren en niet als hoofd van het college. Wethouder van de Watering licht toe dat hij niet, zoals bij minister Vredeling wel het geval was, de kans heeft gekregen om het verhaal voor de publikatie te lezen. Een goed journalist gaat een leugentje om bestwil niet uit de weg en hij moet' dan ook wel vertellen niet voor honderd procent achter de inhoud te staan. Hier en daar is de zaak verdraaid overgekomen tengevolge van de aangebrachte opsmuk. Omdat de burgemeester zelf met vakantiewas, werd hij benaderd door de heer van Meurs van Vrij He der land. Zijn eerste reaktie was dat Halsteren slecht te vinden was. Daarop werd hem gezeg üj de eerste journalist van een landelijk blad was die een dergelijke opmerking mastte en dat het gemeentebestuur reeds lang bij diverse instanties aan dringt op een betere bewegwijzering voor Halsteren. Daar heeft hij natuurlijk niets over geschreven, want zoiets is natuurlijk niet interessant voor hem. Zijn tweede vraag was waarom men destijds door de knieën was gegaan voor General Electric. Hij heelt hem oen verteld over zijn bezorgdheid omtrent het welzijn van de gemeente Halsteren. Die bezorgdheid van toen is bij hem nu nog niet helemaal over. In 's-Hertogenbosch heeft er een lang gesprek plaats gevonden met bijtende vragen. Het resultaat var het verzet dat voortkwam uit die bezorgdheid, heeft geresulteerd in de toezegging van de groenstrook. Het gesprek in ?s—Hertogenbosch is wel hard, vervelend en drukkend geweest, maar de vergunning is beslist niet verleend omdat men onder druk gezet zou lijn. Allerlei berichten deden de ronde en omdat door onwetendheid niet precies wist wat er gaande was, was hij bezorgd. De eerste reaktie is geweest: weigeren op grond van de gevestigde angst. Het bouwplan is daarna- opgehouden omdat het plan in strijd was met de voorschriften van het bestemmingsplan. Kaclat de plannen waren aangepast zijn ze ter kennis g bracht van de raad, die er mee instemde dat de vergunning werd verleend. Dat uit deze affaire sensatie is voortgekomen vindt hij vanzelfsprekend Het gesprek met de commissaris bij het naar huis gaan was kort, maar is toch wel tot hem doorgedrongen. Het is hem steeds bijgebleven als een onvriendelijke daad. Wel heeft hij zich gerealiseerd dat de commissaris de andere dag met pensioen ging en dat niet hij,noch het college van Gedeputeerde Staten tot annexatie kan besluiten, maar dat daai" de Tweede Kamer voor nodig is. Het gesprek werd ook gevoerd na afloop van de bespx-eking waarin werd toegezegd de bouwvergunning te verlenen en was dus als motief om druk uit te oefenen niet meer ter zake dienende. Wat betreft de werkgelegebhèid wil hij opmerken dat hij die t-: minimaal vindt tei opzichte van het mogelijke gevaar dat de fabriek kan inhouden, hoewel hij als leek niet weet wat dat gevaar kan zijn, maakt hem dat wel bezorgd. Het lid Sxorm Bosch had het prettig gevonden indien die bezorgdheid eerder was medegedeeld. Zij heeft destijds haar bezorgdheid wel uitgesproken, eerst uit intuïtie en rater op grond van verkregen rapporten. Die bezorgdheid-werd toen van tafel geveegd Zij vindt dat toch niet reëel. Zij had het leuker gevonden als het college toen gezegd had die bezorgdheid te delen. Wethouder van au Watering meent dat datgene wat het lid Storm-Bosch graag wilde horen niet ter zake doende was. Het gemeentebestuur was in de onmogelijkheid de gevraagde bouwvergunning te weigeren. Bovendien kwam zijn bezorgdheid voort uit onbekendheid. Ik voorzitter licht toe dat de bouw op formele gronden niet meer was tegen te houden, dat betekende echter niet dat het college vó5r de vestiging was. Hot lid o 1 crm Bosch vindt dat men toch had kunnen zeggen dat men er op tegen was. De voorzitter zegt dat men in het rechtsverkeer redelijk dient te blijven. ■Ij-A-i.-.«foP- zegt dat de bezorgdheid ook aanwezig was bij de burgemees— r H we 'houder van Wezel, maar men kon niet anders doen dan vergunning verlenen. Ook de egenstand van het lid Storm—Bosch komt naar zijn mening voort uit onbekendheid en bezorgdheid. 1 S.-orni—Bosch zegt dat men naar wegen had moeten zoeken om de vergunning te v.unnen weigeren. Dit is in Amsterdam in een soortgelijk geval ook gelukt. ^De voorzitter vraagt op welke gronden die weigering had moeten gebeuren. H*~ ,l' -'onn—iK.'Sch licht toe dat dat is gedaan omdat men vond dat de betreffende fabriek te dioht bij de woonkern werd gebquwd. De loo. 1 1. wijsi er nogmaals op dat de aanvr aag om bouwvergunning geheel in over eenstemming met het bestemmingsplan was. Hefc lid .'."-'Xrp.tfi'O0ch. vindt dat men er toch wel tegen had kunnen zijr. De voorzitter brengt in herinnering dat het lid Storm-Bosch de verdunning destijds niet h-w..i g-weigerd, maar het college heeft geadviseerd de vergunning niet te ver— lenen. Zn h^eft dus welbewust de beslissing aan het college overgelaten. Duidelijk heel t hij in die betreffende raadsvergadering de raad de kans gegeven de mening kenbaar te maken of op een weigering van het college de raad in beroep al of niet vergunning zou verlenen. He"t VAn JikKeisn ziet ook wel positieve kanten van het int ex-view. De affaire is nu in heel Nederland bekend. De deskundigen in heel het land weten nu wat hier aan de hand is en kunnen er desgewenst induiken. Zoiets is alleen maar in het belang van Halsteren. Hij heeft hierover een chemicus gesproken en die heeft hem verzekerd dat de beveiliging in de fabriek zeer goed is en zelfs voor 99,8$ afdoende. Het gevaar ^an ale.en van buiten komen. Zou bijvoorbeeld een terrorist een bom plaatsen dan kan iet duizende doden tot gevolg hebben. Het is dus zaak de fabriek tegen mogelijke indrin gers te doen beveiligen. Het lid Storm—Bosch neemt aan dat die chemicus in dienst was bij General Electric. Het lid van Eekelen ontkent dat. Het lid oloxm—Bos oh merkt op dat er ook deskundigen zijn die waarschuwen voor deze fabriek omdat die ontzettend gevaarlijk is en de eventuele rampzalige gevolgen niet zijn te voerzien. Dat wethouder van de Watering zich ook bezorgd maakt, daar heeft zij nooit iets van kunnen merken en dat vindt zij erg jammer. Overigens begrijpt zij er niets van dat Halsteren door Bergen op Zoom niet wordt betrokken in het opstellen van een rampen plan-. Wethouder van de Watex-ing zegt dat het college meerdere malen bij zowel Bergen op Zoom als de provincie haar bezorgdheid heeft uitgesproken. Hij herhaalt dat er niets meer in de weg stond en dat de eerlijkheid gebood de gevraagd vergunning af te geven. ■Pp. voor zitt oi' vult aan dat ook de gemeenschappelijke regeling met Bergen op Zoom geen weigeringsgronden bood. Het lid Roosenboom vraagt welke rol de Inspecteur van de Volksgezondheid in deze heeft gespeeld.

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1974 | | pagina 26