m -4- Dat eenzijdige is het gevolg van onze behoefte de zaken eenvoudig en duidelijk te houden en daarom nemen we vaak de vrijheid iemand te voorzien van een bepaald etiket, ook al weten we dat we daardoor die persoon wat te kort doen. Als U mij toestaat dat ik het me ook wat gemakkelijk maak:, dan zou ik willen zeggen dat ik bij het vernemen van de naam van den Hoek, onmiddellijk, denk aan één zaak: namelijk rampenplan. Reeds in de eerste vergadering die U bijwoonde -in een tijd dat daarover in de regio nog in het geheel geen sprake was— hebt U dat hier geïntroduceerd en daarvoor een pleidooi gehouden en U hebt geen gelegenheid voorbij laten gaan om daar weer eens op terug te komen. Ik heb sterk de indruk dat datgene wat in onze raad besproken wordt elders in de regio ijverig gelezen wordt en dat wat nadien elders gezegd en gedaan is met betrek king tot rampenbestrijding in wezen variaties zijn op het thema van den Hoek. Wij zijn U daarvoor zeer erkentelijk, alsmede voor de loyale en waardige wijze waarop U als tussenpaus het interegnum hebt overbrugd. Meneer van Tillo. Als ik aan U denk dan denk ik aan een typische Lepelstraten en ook aan een typische lepelstraatse afgevaardigde. Zonder te willen zeggen dat de niet—Lepelstraatse zaken niet UW interesse zouden hebben, was het toch heel duidelijk dat U via Uw werk en via UW betrokkenheid bij de parochie, persoonlijke en goede contacten onderhield met de doorsnee Lepelstrater vooral die in Lepelstraat-West. Via [J hebben veel mensen van Lepelstraat hun probleem op tafel gelegd van een com missie, van raad of b.&.w., ja zélfs van het gemeent bestuur van Bergen op Zoom. De genoegdoening die U voor hen heeft weten te bereiken moge ook voor U zelf een genoegdoening zijn. Toch heb ik de indruk dat U nog best even lid van deze raad had willen blijven, niet voor een volle zittingsperiode en niet uit persoonlijke ijde-lheid, maar omdat U weet dat er rond het stramien waarop U gaarne borduurde, zoals gas, riolering, wegen en dergelijke nog wat zaken onvervuld zijn gebleven, die U gaarne nog had zien afgedaan. Mag ik U daarom uitnodigen om. ook als belangstellende burger straks op deze zaken attent te blijven. Meerdere leden van het geslacht van Tillo, kan SDciale bewogenheid niet ontzegd worden. Het is daarom opmerkelijk dat niet meerderen van Uw familie te eniger tijd zijn betrokken geraakt bij het bestuur der gemeente. Misschien is dat een kwestie van bescheidenheid, de zelfde bescheidenheid die U er van weerhoudt U te laten voorstaan op Uw nestorschap van den raad. Daarom wil ik toch met enige nadruk zeggen dat wij thans niet alleen afscheid nemen l .i raadslid van Tillo maar ook van den raadnestor van Tillo, die de wijsheid bezat, die bij dat nestorschap behoort. Meneer Klaassen. Ik blijf op de milieutour, als ik opmerk dat Uw stelling: "Halsteren leeft op een vulkaan" de mensen slechts met de ogen heeft doen knipperen en ik blijf ook doorgaan op de milieutour als ik opmerk, dat Uw uitspraak in de commissie Ruimtelijke Ordening, waarvan U een bekwaam en aktief lid bent geweest, namelijk streng zijn voor General Electric, een kleine aardbeving heeft veroorzaakt, waarvan de natrillingen thans nog aan de orde zijn. Waarom op deze beide uitspraken zo verschillend is gereageerd is mij volstrekt duister, maar een feit is dat die laatste uitspraak niet alleen een lawine van brieven, rapporten en besprekingen heeft opgeleverd, maar tevens een resultaat dat we tevoren voor volstrekt onmogelijk hadden gehouden namelijk de groenstrook. V55r er een jaar voorbij was lag die er en was hij zelfs al groen. Als lid van de commissie Ruimtelijke Ordening behoef ik U niet te vertellen dat die groenstrook niet alleen een milieufupkti i heeft, maar tevens de belangrijkste planologische begrenzing gaat worden van de industriële expansie in noordelijke richting. iMö -5- De bevolking van Halsteren en wij allen mogen U daar dankbaar voor zijn. Ook het thema verkeersveiligheid, dat U zowel in raad als commissie als daarbuiten vele uren heeft beziggehouden -met vrucht heeft beziggehouden- dient met ei meld te worden in dat hoofdstuk van de Halsterse geschiedenis, dat oost Klaassen daarin geschreven heeft. U en wij kunnen daarop met voldoening terugzien. Meneer Mens. De eerste keer dat ik met U kennis maakte was tijdens de diploma—uitreiking van de gewestelijke sociale school, alwaar U het woord voerde namens de geslaagden. En al luisterend naar Uw helder geformuleerde en met overtuiging uitgesproken betoog, dacht ik bij mezelf: zo'n man zou ik nou graag in de raad hebben. Mijn wens is in vervulling gegaan, maar terwijl de toekomst voor U als aankomend politicus perspectief vol open ligt gaat U heen. Waarom, kan men zich afvragen? Het antwoord meen ik te kunnen vinden in diezelfde toespraak voor de gewestelijke sociale school, waarin U de maatschappij schilderde als een nevelig, jachtig en soms dwaas proces, waarin men alleen maar gewapend met de nodige kennis zijn weg kan vin*- den. En U citeerde daarbij een boek, dat a^s :.itel had "Stop the world, I want to get off" (vrij vertaald: zet die gekke wereldbol eens even stil, want ik wil er af). En nu schijnt U zelf te zeggen: "Zet die raadscaroussel eens even stil, want ik wil er uit". Uk wil uit die nevels, die het algemeen belang versluieren en die te weinig ruimt: laten om dat algemeen belang in objectiviteit en belangeloosheid te behartigen. Uit Uw houding hier in de raad heb ikst eds die wen? geproefd. Misschien he c ik daarom ook. geen bijzonder etiket voor J r.urn n vinden dan dat ene: serieus, objec tief en belangeloos. Wilt U nog even blijven staan ik heb nog wat te zeggen. Van de etikettenplakkerij, waarvan ik heb gezegd dat die wel eens eenzijdig kan zijn, wil ik benadrukken dat dit wat bij cte een wordt genoemd, bij de ander niet aanwezig zou zijn. Toch wil ik nog eens stilstaan bij de bij Uw geconstateerde objectiviteit en be langeloosheid. Ik denk namelijk dat dit een karakterkenmerk van U is dat de mogelijk heid heeft geopend om op te treden als informateur om te zien of er wellicht een of ander vruchtbaar kabinet te formeren zou zijn. U bent ook een bijzonder goed ziekenfondsman. Zo goed dat U ook oog hebt voor een goede tandvérzorging. Met het oog daarop hebt U, al informerend, op speelse wijze gevarieerd op het bekende thema: "snoep verstandig, eet een appel". In dit geval was dat "spreek verstandig" of misschien beter "zwijg verstandig, eet eerst een van mijn zoete appels". Hoewel Uw werk van vele zijde werd gewaardeerd spijt het mij bijzonder dat ondanks Uw aangeboden zoete appelen men U met de zure druiven heeft laten zitten. Mag ik U tenslotte als compensatie dan'nog wat zoete druiven aanbieden in de vorm van deze fruitmand". De voorzitter schorst de vergadering tot 20.45 uur, waarop de familie van wethouder van Wezel en van het lid van Elzakker de vergadering bijwonen. De voorzitter zegt het navolgende. "Jubilarissen, mede-jubilerende echtgenotes en verdere familie, mag ik U van harte welkom heten in het huis der gemeente en in deze raadsvergadering, waar wij als laatste punt van de agenda even feestelijk stil willen staan bij het feit dat wethouder van Wezel en raadslid en oud-wethouder van Elzakker 25 jaar deel uitmaken van het hoogste bestuurscollege der gemeente. Dat U beide tegelijkertijd jubileert zou men een wettelijke toevalligheid kunnen noemen, maar als men dieper op Uw beider carrières ingaat dan blijkt het een zeer logische zaak, dat U beide die streep bereikt en dat U die thans naast elkaar gezeten herdenkt. Want het aantal parallellen is groot. U bent beide geboren en getogen Halsternaren. U bent beide van agrarische huize. U bent tegelijk in de raad gestapt.

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1974 | | pagina 14