ISO -50- De voorzitter dacht dat men eens contact moest opnemen met Olympus met de vraag of dat hun aktiviteiten ook voortgezet zouden kunnen worden in ons eigen had en dan zit er die hesparing mogelijk wel in. He1: lid van. Meer- ziet hij punt 236.00 dat een ontwerp van een bestemmingsplan toch naar de stedebouwkundige moet. Hij vraagt zich toch wel afcf de welstandscommissie niet net zo deskundig is als onze stedeh' uwkondige. Daar komt nog hij, dat als men een ontwerp "r0C- legt aan t .en stedebouwkundigen er ook tien verschillende meningen zijn. Hij hecht er niet zoveel waarde aan om de beoordeling dubbel te doen plaats vinden. antwoordt 5at de welstandscommissie ongetwijfeld capabel genoeg is om een bouwplan op zichzelf te beoordelen, maar of een bouwplan ook past in de belendingen is een wat moeilijker zaak. Als een stedebouwkundige precies weet wat hij met een bepaald plan- ne je esthetisch voor heeft, dan kan het zin hebben om de plannen niS', aan welstand voor te leggen, maar aan de stedebouwkundige. Dat. is bijvoorbeeld gebeurd bij Daansbergen, waar hij heeft ge— probeere in elk plan een gelijke toon te leggen, waardoor het een gelijke sleer ademt. Zoiets is ook denkbaar in bijvoorbeeld den Berg, waar hij dan de plannen op elkaar afstemt. Bij de welstands commissie zift men zo'n bouwplan te midden van honderden anderen van anderen gemeenten en dan is het veel moeilijker om een bepaalde lijn vast te houden. Het lid van Meer neemt aan, dat het of de een of de ander is. De voorzitter licht toe, dat dat juridisch niet het geval is. Het college is verplicht de welstandscommissie te raadplegen. Het lid van Meer adviseert zoveel mogelijk de welstandscommis sie te raadplegen, omdat de stedebouwkundige tientallen ma len duurder is. Bladzijde zes. H&t lid van Tilburg merkt aangaan.de punt I95.OO op, dat er met betrekking tot de aansiuittarieven van het gasbedrijf van Bergen op Zoom wordt gesteld, dat dit al herhaaldelijk ter discussie is gesteld. Verder zal het college van Bergen op Zoom op de hoogte gesteld worden van onze gevoelens. Uit dit antwoord meent hij te moeten opmaken, dat dit in kennis stellen al meermalen is gebeurd. ■fe voorzitter dacht niet, dat dat gebeurd was via de of ficiële lijn, maar naar zijn mening wel door de commissie. Als men van college naar college schrijft, heeft men het zwart op wit en zal er ook een antwoord moeten komen. -51- Het iid van Tilburg vindt dat het college het niet moet laten bij het in kennis stellen maar moet vragen naar de gegevers waarop de aansiuit tarieven gebaseerd zijn. Hij is van mening dat de winstuitkering voor onze gemeente gezien moeten worden als een teruggaaf van een verkapte belastingheffing. Het college wordt dan ook verzocht aan deze zaak een einde te maken en er met voorlichting meer klaarheid in te bren gen. De voorzitter dacht dat op de aansiuittarieven weinig werd verdiend. Voor elk project wordt uitgerekend wat het moet kosten en als dan blijkt dat men er niet aan uitkomt dan wordt het niet aangelegd. De winst zit hem "vooral in de tariefstelling zelf. Wel is hij het er mee eens dat men wel fHan informeren waar men in Bergen op Zoom vanuit gaat. Als dat er eenmaal ligt is dat voor wethouder Sinke een entree om dat eens in de commissie aan te kaarten. Het j ...d Ropr_erboom dacht ook dat de aansluitingen xn het algemeen geen winstgevende zaak waren. Daar staat een vast bedrag voor. Het lid van Meer zegt dat dit gebeurd is naar aanleiding van een opmer king van het lid van E3zakker in de commi ie n ook naar aanleiding van gegevens die hij had van de gemeente Roosendaal. Hij wist toen te vertel len dat n aar: iuifcingen in Roosendaal stukken goedkoper waren. Vandaar deze vragen in de commissie. De voorzitter vindt het toch wel nuttig aan Bergen op Zoom te vragen of men de aan fluitingen verricht tegen kostprijs of dat men er iets bovenop doet Bladzijde zeven. Het. Lid Roosenboorii merkt betreffende punt 2.B op dat de commissie voor stelt deze post bijzondere kleding te verhogen van 500,-- naar 4°500,-~. Hij w et niet of de bedoeling daarvan ook goed is overgeko men en wil dat graag -toelichten. Het is de bedoeling dat de 150, k 1d i ngg' id handje contant je aan de mensen wordt uitbetaald en niet zo als vroeger toer men met een bon in een aangewezen winkel kleding konden kopen. Hij is van mening dat men in 1975 af moet van deze verplichte winkelnering. Omdat blijkbaar ook voor deze categorie mensen weinig kan gebeuren op het gebied /at! salaris er in de commissie het idee geboren om deze dit kledinggeld aan d^ mensen uit te betalen en de post met 4.000,te verhogen, waaruit voor deze mensen er toch nog bijzondere kleding gekocht gaat worden tor bescherming bijvoorbeeld tegen kou of regen. Zo komt deze man toch wat aan zijn trekken. Het gaat heffi eigenlijk om het antwoord van het college. Het bedrag zal nog nader worden bezien. Hij vraagt hier stemming over en we' over het voorstel van de commissie om dat bedrag op de begroting op te nemen en niet af te wachten wat het college doet. Zijn ervaring xs dat zoiets dikwijls de doofpot ingaat en dat er niets wordt gedaan. Verder merkt hij op dat de direkteur in de commissie heeft gezegd dat men hem net voor was met dit idee. Wethouder Sinke antwoordt dat de direkteur dat ook kenbaar heeft gemaakt bij he. college maar naar hij dacht met de bedoeling om uit deze post kle ding te kunnen reserveren voor het bedrijf zelf voor wat nodig is aan specifieke kleding maar niet om dit hele bedrag hoofdelijk over deze mensen te verdelen. Zo Ls het in ieder geval niet bij het college overgekomen. Het lid van Wezen heeft toch wel een beetje bezwaar tegen hetgeen het lid Roosenboom nu wil. Hij zag graag dat er eerst een voorstel van het college werd afgewacht en kijken hoe dit zal luiden. De voorzitter is tevens van mening dat dit voorstel gesteund moet worden door een advies van de commissie bedrijven.

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1974 | | pagina 106