-46- moment gezegd wordt "waarom staat het NKV van Halsteren en Lepel straat niet achter die vervoersbond", dan wil hij daar op zeggen, dat het hun goed recht is contact op te nemen met hun politieke groepering.Maar ais ze er het nut niet van inzien om de NKV-cen- trale te benaderen, dan moet dat de vervoersbond zelf weten. Dat interesseert hem niet, maar dan kan men niet zeggen, dat het MCV niet achter dat plan heeft gestaan, want dat kenden ze niet. Het lid darijs vindt dat het lid Roosenboom terecht heeft opge merkt, dat er wel bondsvergaderingen zijn waar dergelijke punten ter sprake komen. Dat is overigens niet ter zake. Het gaat erom, dat men vindt dat de vrachtwagens uit de woonwijken moeten komen, maar dan mag men er als gemeente best tegenover stellen, dat in de meest nabije omgeving wel een parkeermogelijkheid wordt gebo den. De voorzitter vraagt op grond waarvan het lid Clarijs dat vindt. De gemeente hoeft toch geen bedrijfslast over te nemen. Als men daar aan begint is het eind niet te zien. Het lid Clarijs vindt dat het wel wat anders ligt, zoals ook in het schrijven wordt gezegd. Het is geen bedrijfsmachineHij kan zich voorstellen, dat er chauffeurs zijn, die fs nachts om twee uur thuiskomen en om vier uur weer weg moeien. Voor de woonwijk is het vervelend, dat om vier uur die wagen weer gestart moet wor den en anderzijds is het moeilijk als men de auto van de man zo ver laat wegzetten, dat hij er met de fiets naar toe moet. Men moet het probleem van het bedrijf niet overnemen, maar als het mogelijk is moet er wat aan gedaan worden. De voorzitter wijst er op,dat het er alleen maar om gaat, dat de chauffeur zo dicht mogelijk bij de deur zijn wagen kwijt kan. Als men daar aan tegemoet wil komen, dan zal de gemeente over de gehele gemeente verspreid vele parkeerplaatsen moeten aanwij zen. Dat heeft men ook in abstracto gedaan door te zeggen, dat het overal buiten de bebouwde kom mag en overal op particuliere erven. Als iemand eventjes uitkijkt waar hij terecht kan, dan is er zonder meer een oplossing te vinden. Men moet niet voorbij gaan aan de prpktijk van twee jaar, waaruit duidelijk blijkt dat de goedwillende chauffeur inderdaad een plekje vindt. Er zijn er maar een paar die blijven drammen over een plekje vlak bij de eigen deur. Het lid Mouws is ook van mening, dat de vrachtwagens niet thuis horen in de bebouwde kom. Zij rijden de hele boel aan flarden. Hij ziet de problematiek van deze mensen wel duidelijk, maar vindt niet dat we in de plaats moeten treden van bepaalde bedrijven. Iedereen moet voor zijn eigen verantwoordelijkheid zorg dragen. Wat de gemeente tot nu toe gedaan heeft is meer dan voldoende. Het lid Verbogt' wij ét als suggestie op het parkeerterrein van de provincie bij de Handwijzer en op het einde van de Tholense— weg. Men kan daar de oplegger afpikken en de truck die men ge makkelijker kwijt kan elders zetten. Het lid Walthuis heeft van de voorzitter gehoord, dat hij niet graag industrie-aquisitie ziet, omdat Halsteren op de eerste plaats een woongemeente is, maar in het antwoord aan de heer Mouws wordt gezegd, dat de 380-kV-lijn in de polder schade toe kan brengen aan de grootschalige landbouwbedrijven of industrie. Dat kan hij niet goed plaatsen. De v'oorz.L-er antwoordt, dat men dat moet plaatsen in de afspraken die gemaakt zijn met Bergen op Zoom in een gemeenschappelijke regeling en in het streekplan. Als men zegt woongemeente te zijn, dan hoeft dat niet uit te sluiten, dat er ergens in een uithoek toch medewerking wordt verleend aan het realiseren van een regionale industrievoorziening. Het lid Walthuis zegt, dat hij verzocht heeft om de vestiging van milieuvriendelijke industrieën te stimuleren. Voor wat betreft de mededeling van Wethouder van de Watering, dat er eigenlijk weinig gedacht is aan sociale zaken wil hij er op wijzen, dat hij ge vraagd heeft wat Halsteren denkt te gaan doen aan de ontwikkeling van het individu en is onder meer gewezen op de herscholing in verband met de grote werkloosheid. Wethouder van de Watering aniwocr-dt geen enkel verwijt gemaakt te hebben ten aanzien van welke groepering ook. Het was hem opgeval len dat in heel het wensenpakket, dat op tafel werd gedeponeerd het terrein bestreek van de andere wethouder. Daar is hij niet jaloers ep, maar er is wel opvallend weinig gezegd van de problematiek in de sociale sector. Wel heeft hij gezegd, dat er zeer kort ge leden een gesprek op gang is gekomen tussen de vakcentrales, ver tegenwoordigers van de werkgevers en het arbeidsbureau, waarin men juist de begeleiding in sociale en maatschappelijke zin ter spra ke wordt gebracht. Daarbij zijn door de direktie van het arbeids bureau suggesties aangedragen met betrekking tot her— en omscholing van werklozen. De overheid heeft hierover studiefaciliteiten beschikbaar gesteld, die door het arbeidsbureau kunnen worden toe gekend en die bedoeld zijn voor die werklozen die geschikt zijn om omgeschoold te kunnen worden in een beroep waarvoor nog wel werk te vinden is. Het lid Walthuis vindt het een geruststelling, dat men een voor zitter heeft, die in tegenstelling tot de meeste raadsleden wel over de nodige intelligentie beschikt om de begroting te kunnen lezen. De voorzitter antwoordt, dat hij dat niet heeft gezegd. Het lid Walthuis herhaalt dat het begrijpen van de begroting afhanke lijk is van de intelligentie. De voorzitter- zegt, dat dat ook zo is. Wel is hij in voor het beter leesbaar maken van de begroting en hij kan zich voorstellen, dat de commissie openheid de begroting eens onder de loupe neemt om te be kijken of de begroting nietwat toegankelijker gemaakt kan. worden, zonder daarbij direkt aan een populaire begroting te denken. Het lid van Wezel heeft de begroting van Steenbergen maar even ge zien, maar moet erkennen, dat die veel overzichtelijker is. De voorzitxer is van mening, dat die dan onmiddellijk opgevraagd moet worden.

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1974 | | pagina 104