-42- Mogelijk blijft er voor de gemeente een aanvullende taak op het gebied van bijvoorbeeld de parkeervoorzieningen of zo iets. Het lid Mouws heeft nog een opmerking over de 380-kV-lijn. Door de voorzitter wordt er op gewezen, dat de gronden daar bestemd zijn voor industrievestigingen, maar hij dacht dat men van plan was om met de groenzone de industrie duidelijk af .te scheiden. Als je ziet dat Bergen op Zoom volop uitbreidingsmogelijkheid heeft op het Noordland dan dacht hij, toch wel dat men met een zinnig overleg met Bergen op Zoom er toe moest kunnen komen om dit gebied agrarisch te houden. Uit ie brief vat; onze stedebouwkundige en de landschapsarchtitekt heeft men kunnen lezen, dat de schade voor de landbouwbedrijven duide lijk minder is dan men aanvankelijk aannam en dat het Lange Water beschermd dient te worden. Dit punt is ook in de commissie ruimte lijke ordening besproken en hij moet toegeven, dat hij daar toen ge- mening ove^- had, maar met de laatste visie van de stedebouw kundige kan hij zich wel verenigen. "e,I'i antwoordtdat het de moeilijkheid is, dat er enerzijds een bestemmingsplan is waarin het Lange Water wordt beschermd en er anderzijds een streekplan is dat rechtskracht heeft maar waar het be doelde gebied is aangewezen als industrieterrein. Dat is wel incon sequent, maar het is wel gebeurd. Het Lid Mouws dacht dat het streekplan aan herziening toe was. De voorzitter betwijfelt of deze L-stemming ér dan uit zal vallen. Het lid Mouws wijst er op, dat door de voorzitter is gezegd, dat de scholen dè jeugdvoorzieningen in de Rode Schouw voorlopig dienen op te vangen. Hij is het daar vd. mee eens voor wat betreft de vergader ruimte, maar niet voor andere aktiviteiten. Hij is het er mee eens, dat men: de oostelijke randweg moet overlaten aan de Gewestraad, omdat de belangen van Steenbergen, Halsteren en Bergen op Zoom hierbij veel zwaarder wegen. Wel wordt er op 10 januari een provinciale commissie geïnstalleerd en hij dacht, dat men daar dit probleem moest aankaarten. De voorzitter vindt het zinniger om, als de drie gemeenten het daarover eens zijn, om met die commissie te gaan. praten. Het lid Mouws dankt de voorzitter voor de uitvoerige wijze waarop hij op de punten is ingegaan. Het, lid Storm-Boseh wil zich daar graag bij aansluiten. Toch is er: nog wel wat blijven liggen. Zij wil nog even ingaan op de piek van het bezoek aan de raadsvergaderingen. Het bijplaatsen van stoelen zou een oplossing kunnen zijn. Ook als een oplossing ziet zij het met voorrang behandelen van punten waarvoor de mensen kennelijk zijn gekomen. Daarmee wordt voorkomen, dat men die mensen niet verplicht om het ein deloos gediscussieer van de raadsleden omtrent andere punten aan te moeten horen. Graag zag zij ook dat de voorzitter probeerde de dis- kussies wat steviger in de hand te houden, zodat iedere fraktie de ge^- legenheid krijgt zijn zegje te deen. Zij bedoelt hiermee, dat de be raadslagingen niet groten moeten worden alvorens iedere fraktie de gelegenheid heeft gehad wat te zeggen van een bepaaü punt. De voorzitter licht toe dat het ieder raadslid vrij staat om een motie van orde in te dienen tot wijziging van volgorde van de punten op de agenda. Hij heeft daar niet het minste bezwaar tegen. Als voorzitter heeft hij het er wel eens moeilijk mee, omdat hij niet weet waar de mensen voor komen Het lid Roosenboom vraagt in verband hiermee waarom punt twee altijd naar achter wordt geschoven. De voorzitter antwoordt, dat in het reglement van orde staat dat die punten aan de agenda worden toegevoegd. Het lid Storm—Bosch is blij, van anderen te hebben gehoord, dat zij in de algemene beschouwingen ook aandacht gewijd hebben aan de open heid en inspraak en het functioneren van een politieke groepering met zijn achterban en zijn blij ,dat zij dat ook in de praktijk uitvoeren. Wel vindt zij, dat het college zelf daar wéinig over uit. Wat betreft openheid nag 'óhh cfcnmad bi jvoorbeeld toch wel minstens weten wat het college in de toekomst denkt te doen aan het beleid, hoe de samenwerking is en hoe de portefeuilleverdeling is. Daar moet niet zo maar over heen gestapt worden. Zij wil nadrukkelijk stellen het een vreemde zaak te vinden, dat zij niet weet wie een bepaalde portefeuille heeft. De voorzitter herhaalt zijn toezegging, dat men een overzicht krijgt betreffende de portefeuilleverdeling. Wat het ontbreken van een beleidsvisie betreft wil hij opmerken, dat het bij vele gemeenten niet gebruikelijk is, dat zoals de regering komt met een regerings verklaring, het college ook zoiets zou doen. In zoverre is hij persoon lijk blij met deze algemene beschouwingen, omdat die een beetje voor zien in die behoefte van beleidsuitstippeiing, Tot op zekere hoogte doet dat ook de nieuwjaarsrede. Maar echt een programma bestaat er niet. Wel is in de commissie democratisering het college geadviseerd om aan alle oommissies te vragen wat volgens hen op hun terrein de voornaamste beleidsvoornemens zijn. Dit zou men kunnen bundelen en dan heb je een klein beleidsprogramma ter aanvulling op de priori teitenlijst, dat ook een beetje programma is. Men zou bijvoorbeeld ook de afspraken van de frakties moeten weten. Ook daar zouden ze eens mee naar voren moeten komen. Het lid Storm-Bcsch is van mening, dat het voor de publieke Iribune soms allemaal raar overkomt. Niemand weet bijvoorbeeld wie er in de oppositie zit. Er is voor de mensen geen duidelijkheid wie bij wie hoort en hoe het politiek wordt gespeeld. Zij weet dat de commissie openheid daaromtrent een aantal voorstellen op tafel heeft gelegd en zij neemt aan dat het college daar wat mee gaat doen. Zij vindt, dat in de toekomst de samenwerking tussen de commissies en het col lege veel beter moet zijn, omdat de burgers die in die commissie zitten aan hun trekken moeten komen. Die mensen steken er hun tijd in, doen bepaalde voorstellen en zien er dan nooit meer wat van terug in bijvoorbeeld een openbare raadsvergadering. Zij kan zich voor stellen, dat men er een volgende keer dan wel van afziet om een derge lijke taak nog op zich te nemen. De voorzitter begrijpt de onvrede van het lid Storm-Bosch niet, als hij ziet met welk een souplesse en een groot gemak het college con form de voorstellen van de commissies besluit. Zoiets is schering en inslag. Slechts een enkele keer wordt gezegd een advies niet op te volgen; dat is een uitzondering, Hij vindt dat de commissie e"eh'bij zonder grotè inspraak hebben.

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1974 | | pagina 102