-22- Het lid Mens zegt dat het er niet om gaat of de Leeuw die 14 woningen wel of niet kan houwen® Het gaat er om of het switchen van de premies gekoppeld is aan het verlenen van de bouwvergunning voor 2 landarbeiderswoningen. Hij zegt dat de uit- r - rizettmg van de wethouders duidelijk heeft bewezen dat de verda-ohtmakingen on juist zijn, en dat het betoog van het lid Mouws hem niet van het tegendeel heeft kunnen overtuigen® Hij staat achter de motie van de wethouders» *-d Storm—Bosch begriint niet waarom dan in de B.&.W.—vergadering van 18 april een verbinding is gelegd tussen de bouwvergunning voor de landarbeiderswoningen en het switchen van de premies» Het lid Mens wijst er op dat in de B.&.W®~vergadering van 27 februari 1973 naar aanleiding van het beroepschrift van de Leeuw op de raad besloten is om de raad voor te stellen geen bouwvergunning te verlenen daar van de touw van woningen voor landarbeiders geen sprake is. 1 lid Roosenboom vraagt waarom dan op 18 april 1973 besloten wordt om wel ver- g< ing te verlenen. Vjii>Aei' zegt dat dit juist het punt is. Op een gegeven moment heeft de bouw- fneming Heeffer en van Elzafcker er belang bij, en dan wordt de bouwvergunning wel verleend. 1 -ouder van Wezel legt uit dat er toen andere kandidaten voor de landarbeiders- woningen waren® Wethouder van de Watering voegt, hieraan toe dat er altijd nee is gezegd tegen de ouw van de 2 landarbeiderswoningen totdat er zich twee serieuze mensen als gegadi den aandienden. De voorzitter meent dat een machinist geen landarbeider kan worden genoemd. Wetnc'ud.er van de Watering meent dat dit. een kwestie van interpretatie is. ^d fffe'-biW.s merkt op dat de heer S.C.M.Verbogt op 14 september 1971 oen afwijzing 'g' ?ehad toen hij een bouwvergunning vroeg voor een woning aan de Langstraat® OM meent te weten dat de heer Verbogt en de heer Roks allebei bi eon loonbedrijf werkzaam zijn. Volgens hem voldoen de tekeningen voor de landar ts idj swoningen niet aan de voorschriften. Maar om op een ander chapiter over te s '-appenhet gerucht gonst door Halsteren dat uiteindelijk Heeffer en van Elzakker zijn invloed zal aanwenden om de bouw van de 2 landarbeiderswoningen te verwezen lijken. Het publiek denkt dat er chantage in het spel is. *|e 1 -^d yan Elzakker zegt dat er zoveel wordt gepraat maar de voorzitter weet dat de heer A.Heeffer bij hem aan de deur is geweest® Be voorzitter zegt dat de heer A.Heeffer kwam aftasten of er er mogelijkheid be stond dat hij wilde meewerken aan het verlenen van de bouwvergunning voor 2 land- arbeiderswoningen® He lid van Elzakker zegt dat de heer A.Heeffer heeft gezegd dat hij onder geen en- kele voorwaarde wilde meewerken aan het plan om de premieruil te koppelen aan de bouwvergunning voor de landarbeiderswoningen. Be voorzitter zegt dat de heer Heeffer eerst heeft afgetast of er een mogelijkheid bestond of ik mee wilde werken aan het verlenen van de bouwvergunning maar toen hij merkte dat ik niet mee wilde werken heeft hij gezegd dat het onredelijk was van de Leeuw om de premieruil te verbinden aan de bouwvergunning voor de landarbeiders woningen. Het lid van Eekelen vindt het verkeerd dat de voorzitter suggereert dat de premie ruil gekoppeld zou worden aan de bouwvergunning voor 2 landarbeiderswoningen ter wijl hierover toch onder vier ogen gesproken is. De voorzitter zegt dat deze gedachte in het college is geopperd. Het lid van Elzakker merkt op dat de voorzitter gezegd heeft dat er een luchtje aan deze zaak zit. De voorzitter zegt dat het luchtje aan net voorstel zit, dit voorstel is onzinde lijk. -23- Het lid Mens merkt op dat de wethouders toch geen medewerking aan het voorstel hebben verleend. De voorzitter wijst er op dat hij ook niets gezegd heeft over de wethouders. Het lid Sinke zegt dat dit wel zo bij hem is overgekomen. Hij ging na de vorige vergadering met het wrange gevoel naar huis dat er iets mis zou zijn met de wet houders. Bovendien dacht hij als het zo moet dan ontneemt mij dat de lust om, het raadslidmaatschap nog langer te vervullen. De voorzitter zegt dat hij heeft gezegd dat als dit voorstel wordt gedaan dit on- iin de lijk is® Hij heeft de, wethouders niet beschuldigd® ■Vv 8 ru/uder van de Watering meent dat in de vorige vergader ing in de scherpte van de discussie mogelijk woorden zijn gebruikt die beter achterwege hadden kunnen bi jven® Hij heeft gemeend nu een uiteenzetting te moeten gever om de verdacht- ze :ingen de wereld uit te helpen. De wethouders beschouwen de bouwvergunning voor 1 an darb ei der swoningen als afgedaan® Op grond van goede aanvragers hebben zij gwit ,id vergunning te moeten verlenen. Het begrip landarbeider heeft tegenwoor- c g veelzijdige aspecten en daarover kan men van mening verschillen. lid van Eekelen wil de voorzitter houden aan de uitspraak welke vermeld is op bladzijde 9 onderaan van de notulen van de vergadering van 24 mei 1973. Hij Me t' daar gesproken over ruiling van de twee landarbeiderswoningen tegen de zes premies® Dat betekent voor hem, concreet dat de beide wethouders worden beschul digd van konkelarij. Dz voorzitter wijst er op dat er staat"dat in het college is gezegd dat de twee landarbeiderswoningen worden geruild tegen de zes premies. Hij heeft de wethou ders niet beschuldigd. V' thouder van de Watering merkt op dat de bouwvergunr:ing voor de landarbeiders won -gen niet geweigerd kan worden naar zijn mening. Het bestemm engsplan is niet aangepastHij kan zich wel voorstellen dat deze bouwvergunning in strijd komt met de gedachtengang van Gedeputeerde Staten ':n de Kroon. Het lid Roosenboom wijst er op dat de verdachtmakingen komen van de mensen die de wethouders denken te helpen. Het lid Verbogt merkt op dat op 14 september 1971 een bouwvergunning voor een wo ning aan de Langstraat aan een familielid van hem is geweigerd, terwijl dit fami lielid zeker onder het begrip landarbeider valt. Wethouder van d e Watering wijst er op dat dit familielid nooit a officieel plan heeft ingediend. Hem zijn alleen .een aantal voor-waarden gegeven waaraan hij moest voldoen volgens het bestemmingsplan om in aanmerking te komen v or een bouwver gunning. Het lid Verbogt meent dat met dergelijke voorwaarden geen mode ne woning te bouwen is. Het is geen wonder dat de heer S.C.M.Verbogt na een dergelijke brief nooit meer een officiële bouwaanvrage heeft ingediend. Het college heeft de heer Verbogt niet goed geïnformeerd. Hij beschuldigt het college van het meten met 2 maten ais hij de tekeningen ziet waarop nu bouwvergunning is verleend en als hij deze namen ziet staan. Het lid Roosenboom zegt dat hij de zaak heeft, nagetrokken en dat hem is gebleken dat met dergelijke maten geen leefbare woning te bouwen is. Het lid Mens merkt op dat de beide wethouders om een motie van vertrouwen hebben gevraagd inzake het beleid betreffende het switchen van de premies. Het lid Roosenboom zegt dat de publicaties in de krant voor de wethouders minder leuk waren. Maar iets dergelijks is hem ook wel eens overkomen. Wethouder van de Watering vindt het alleen beroerd voor de beide mensen als de bouw vergunning voor de 2 landarbeiderswoningen niet doorga,at. Hij zit hier niet om deze bouwvergunning met hand en tand te verdedigen. Het lid Storm-Bosch begrijpt niet als zij zo eens inventariseert wat er allemaal is gezegd en als verschillende woorden verkeerd zijn geïnterpreteerd, waarom de wet houders hun vraag om een motie van vertrouwen niet intrekken.

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1973 | | pagina 81