-18-
De leden Storm—Bosch en Somers verlangen stemming.
Voor het voorstel van burgemeester en wethouders stemmen de leden van Elzakker,
van Eekelen, van Tillo, Mens, Klaassen, Sinke, Mouws, Roosenboom, Verbogt, Cla—
rijs, van Wezel en van de Watering, tegen dit voorstel stemmen de leden Storm-
Bosch en Somers, zodat het voorstel van burgemeester en wethouders tot het bou
wen van een sporthal met 12 stemmen vóór en 2 tegen is aangenomen.
14. KWESTIE YAW HET ZOGENAAMD ONDERLING DOORGEVEN VAN PREMIES VOOR IE WONINGBOUW
IX) OR BO UW ONDERNEMINGEN EN IE BOUW VAM LAJTOARBEIIERSWONINGEN"'"
"i.l:J.B-ouci-er' va^ de Watering; wil graag naar aanleiding van het dossier dat ter inzage
ligt voor enkele woorden ter toelichting en ter ontlasting van bepaalde verdenkin
gen, welke bewust of onbewust zijn geuit, de aandacht vragen.
wegt hierna het volgende:
rh ..er de voorzitter, dames en heren leden van de raad.
de laatst gehouden raadsvergadering van donderdag 24 mei zijn bij de behandeling
van de door de heren Mouws en Somers van de groeperingen Leefbaarheid en Jongeren—
groep '74 gestelde vragen inzake het door bouwondernemingen onderling doorgeven
van premies voor de woningbouw en de bouw van landarbeiderswoningen, ons inziens
door de voorzitter zeer te betreuren uitdrukkingen gebezigd, waardoor ons beleid
in een totaal verkeerd daglicht werd geplaatst en ons rechtvaardigheidsstreven op
zijn minst in twijfel werd getrokken. Gezien de voorafgaande behandeling werden
wij hierdoor met stomme verbazing geslagen. Het daarop door de voorzitter aan de
pers gegeven commentaar heeft echter naar onze bescheiden mening de grenzen der
kgevoeglijkheid overschreden. Nu zwijgen zelfs nog wordt aangegrepen als een
newijs van zwakte en of schuldbesef zo menen wij, hebben wij, wethouder van Wezel
en ondergetekende gemeend, beide aangelegenheden opnieuw aan de orde te moeten
seion om U dames en heren leden van de raad, onder overlegging van de gevoerde
correspondentie en uittreksels uit notulen van vergaderingen van B.&.W. U een zo
volledig mogelijk inzicht te verschaffen omtrent te juiste gang van zaken en het
terzake tot dusverre gevoerde beleid.
Aangezien wij beide zaken steeds los van elkaar hebben gezien en behandeld willen
wij eerst het zogenoemd onderling doorgeven van premies voor de woningbouw door
bouwondernemingen aan de orde stellen en mede aan de hand van de ter inzage gelef
de stukken de volgende toelichting geven.
Ten eerste. Sinds jaren vindt zonder enige tussenkomst van ons college de toeken
ning van premies voor de woningbouw plaats door de provinciale direktie van de
volkshuisvesting en bouwnijverheid te 's-Hertogenbosch.
Ten tweede. Op 16 augustus 1972 bood de heer van Opstal in tegenwoordigheid van de
pers, architect Boelhouwer en aannemer P.de Keijzer de maquette aan van het z.g.
"parkplan" in het bestemmingsplan Rode Schouw. Bij deze gelegenheid werd verzocht
om vooral bij de Volkshuisvesting aan te dringen op toewijzing van premies voor de
woningbouw in het plan Rode Schouw gezien de grote investeringen welke reeds waren
gedaan en nog op korte termijn zouden volgen. Medewerking werd hiervoor toegezegd.
Ten derde. In de vergadering van burgemeester en wethouders van 26 september 1972
werd oesloten een door de technische dienst opgestelde prognose ter kennis van de
provinciale Direktie van de Volkshuisvesting te brengen, hetgeen bij schrijven van
31 oktober 19 72 geschiedde. Het aantal toe te kennen premies voor particuliere bouw
was ons college niet bekend. Ware dit wel het geval geweest dan zou de aanbeveling
er wellicht anders uit gezien hebben en mogelijk elk misverstand hebben kunnen
voorkomen.
Ten vierde. Bij schrijven van 20 december 1972 deelt de Hoofdingenieur-Direkteur
/an de Volkshuisvesting mede, dat aan dit verzoek niet zal kunnen worden voldaan.,
Opgemerkt werd onder meer dat ook de premie—aanvragen voor woningbouw buiten het
bestemmingsplan Rode Schouw eveneens in de prognose voor 1972 tot en met 1974 dien
den te worden betrokken.
-19-
Ten vijfde. In de vergadering van burgemeester en wethouders van 2 januari 1973
maakt deze brief een punt van bespreking uit. Bij brief van 24 januari 1973 werd
een herziene opgave ingezonden, nadat hierover in de vergadering van 22 januari
1973 overeenstemming was bereikt.
Ten zesde. Voor de door de N.V.G.de Leeuw ingezonden premieaanvragen voor de bouw
van 14 woningen werd bij bovenaangehaald schrijven verzoch;, deze in het 1e kwar
taal 1973 te verstrekken en de 6 te bouwen woningen aan Vogelenzang door de Bouw
onderneming Heeffer en van Elzakker, in het 2e kwartaal van 1973»
Ten zevende. In de B.&.W.-vergadering van 2 april 1973 deelt de voorzitter mede,
dat de heer de Leeuw op spoedige afgifte van de premies van de te bouwen woningen
heeft aangedrongen.
Besloten wordt de Provinciale Direktie Volkshuisvesting te v< zoeken zo spoedig
mogelijk tot afgifte over te gaan. Bij brief van 3 april 1973 werd hieraan uitvoe
ring gegeven.
- ritste. In de B.&.W.-vergadering van 18 april 1973 komt opnieuw de bouw van
d- 14 en de 6 premiewoningen ter sprake.
i-j .-"in heb ik voorgesteld aan Volkshuisvesting te verzoeken aan de N.V. de Leeuw
- ihts 8 premies in 1973 te verlenen en aan de Bouwonderneming Heeffer en van
Eiza'/ker 6. En als men mij vraagt waarom, welnu, het was mij intussen wel duide
lijk geworden dat de ingediende aanvragen voor toekenning van premies slechts voor
een zeer gering gedeelte gehonoreerd zouden worden. Met het oog op de werkgelegen
heid in de bouwnijverheid achtte ik switchen volkomen verantwoord.
Collega van Wezel was evenwel van mening dat de betrokken bouwer., onderling wel
een regeling zouden treffen met Volkshuisvesting.
Ten negende. Bij schrijven van 13 april 1973 verzocht de Stichting Bedrijfspen-
si ufonds voor het Schildersbedrijf - waarvan ik reeds eerci. r* door genoemd fonds
op de hoogte was gesteld - dringend om de afgifte van de 6 premies voor de woning
bouw aan Vogelenzang te willen bevorderen. Mede op grond hiervan deed ik ter ver
gadering van 18 april j.l. het vorengenoemd voorstel. Hierop werd besloten nogmaals
op toewijzing bij Volkshuisvesting aan te dringen en bij voorkeur middels een extra
contingent de realisering van het bouwplan te bevorderen.
Ten tiende. In een telefonisch contact met de provinciale Direktie van de Volks
huisvesting heeft de heer de Leeuw medegedeeld met een toekenning van 8 premies
voorlopig te kunnen volstaan. Bij brief van 24 april j.l. geeft hij hiervan kennis,
welk schrijven middels het gemeentebestuur per zelfde datum Ls doorgezonden. Hier
bij werd onzerzijds nogmaals aangedrongen op toewijzing van extra contingent.
Ten elfde. Wij menen aan de hand van het vorenstaande te hebben aangetoond dat van
enige benadeling van aspirant-kopers geen sprake kan zijn geweest. Ten aanzien hier
van merken wij op:
dat slechts met 4 personen een definitieve overeenkomst tot verkoop is getroffen;
de bouwcapaciteit van de aannemer van de Leeuw van een dusdanige omvang is dat deze
met de bouw van 8 woningen in1973 meer dan zijn handen vol zaï hebben. Bij beschik
king van 3 mei 1973 NP 75834, werd voor deze 8 woningen de Rijkspremie toegekend,
dat blijkens mededeling van de heer de Leeuw d.d. 6 juni 1973 van de voorgenomen
14 premiewoningen er 2 in de vrije sector zullen worden gebouwd, zodat per saldo
voor de realisering van het gehele plan nog slechts 4 premies benodigd zijn.
In alle redelijkheid kan worden verwacht, dat deze - indien nog nodig - in begin
1974 zullen worden verleend.
Ten twaalfde. Voor de door de Bouwonderneming Heeffer en van Elzakker te bouwen 6
premiewoningen aan Vogelenzang werd. de rijkspremie bij beschikking van 6 juni 1973
onder nr. EP 76224 verleend.
Ten dertiende. Uitdrukkelijk willen wij stellen dat noch door d: beide wethouders,
noch door enig raadslid invloed is aangewend om door middel vort de bouw van 2 land
arbeiderswoningen door de N.V. de Leeuw, de toekenning van de 6 premies aan de
bouwonderneming Heeffer en van Elzakker te verkrijgen. De in deze richting gedane
suggesties betreuren wij zeer en achten dit ook allerminst in het belang van onze
gemeente.
