-10- bezit was van de premies zes premies heeft toegezegd in ruil voor het aanwenden van invloed om tot de afgifte van een bouwvergunning voor twee landarbeiderswoningen te komen,, Het lid Storm-Bosch concludeert daaruit dat dingen zijn ontstaan omdat de twee wethouders voor zijn. Het lid van Eskedu weet daar niets vanaf, maar vindt wel dat die mogelijkheid open noet blijven zolang er nog landarbeiders zijn. Het lid eto rm—bo r. vindt dat. men dan ook anderen die mogelijkheid moet bieden. Het lid Verb egt Is eveneens van mening dat die mogelijkheid voor de landarbeider moei overblijven. lid biorm— B0ch raagu zich af of het in het geval van deze twee landarbeiderswoningen wel inderdaad landarbeiders betreft. Het lid Verbogt vindt; dat men dit aan het college moet overlaten. Het lid Storm-Bosch wijst er op dat men in het verleden vaak bij de neus is genomen. Het lid Verbogt is van mening dat daar de anderen niet onder mogen lijden. Het lid Roosenboom neemt aan dat het hier gaat om bonafide landarbei der:;.. j.n -1 geval, men daaraan twijfel!t kan men bij de bouwvergunning een clausule opnemen waarbij het wonen, gedurende een aantal jaren door de be reffende landarbeider wordt voorgeschreven» De voorzitter zegt dat zoiets niet uitvoerbaar is» Het lid Storm-Bosch vraagt waarom de aanvraag dan niet naar de Agra rische Adviescommissie is gezonden» De voorzitt-r ar ."woordt dat de meerderheid van het college daar niet voor was» Het lid Storm—Bosch wil graag een voorstel lanceren om dat alsnog te doen. D De voorzitter lijkt dat te ver gaan» Het lid Mens vindt dat alles prima in orde als men in het antwoord op punt 35 de woorden "zoveel, mogelijk" en "in principe" schrapt. Het lid S '.orm-Bosch wijst er op dat in de raad juist wordt gedicus- sieerd omdat de leden te weinig op de hoogte zijn en dat er dan iets., ter ore komt dat vragen oproept om reden dat er in het verleden met zul* soort zaken is gesjaggerd. De voorzitter zou daarom ook de Agrarische Adviescommissie willen in schakelen. Wethouder van de Watering merkt op dat die ver van Halsteren zetelt en onbekend is met de plaatselijke situatie» Het lid van Lek eten kent de brief van de Agrarische Adviescommissie van 31 januari 19/3 aan het college. Daarin schrijven ze onder meer met erg gelukkig te zijn met burgerbouw in het landelijk gebied en verder letterlijk: "Bovendien blijkt in Uw gemeente het bestemmings plan nog ruimte te bieden voor het oprichten van een landarbeiders woning onder bepaalde voorwaarden ten aanzien van d.a. de inhoud, goot- hoogte enz» op een perceel, van 1200 ml».Naar onze mening zijn de be staande bestemmingsvoorschriften niet afdoende om burgerbebouwing te weren en behoeft^ het bestemmingsplan in deze aanpassing"» Als er nu toch aanvragen liggen om een landarbeiderswoning te bouwen dan is men te laat omdat te voorkomen» De voorzitter wijst er op dat aan de hand van deze brief de commis sie juist heeft geadviseerd de mogelijkheid van het bouwen van landarbeiderswoningen te schrappen, hetgeen dobr het college niet is overgenomen. Het lid Mouws zegt dat het gevolg daarvan weer is dat nog steeds iedereen onder het mom van landarbeider kan bouwen» Hij vraagt zich af waarom het college zo'n' advies van de commissie niet overneemt. Die commissie is toch wel zinniitg en doet toch geen lukrake uit spraken. Het lid Storm-Bosch vindt dit geen frisse zaak. Het lid van. Eekelen zag dit punt graag in de eerstvolgende commis sievergadering aan de orde gesteld. Het lid Verbogt heeft in de vergadering van de commissie ruimtelij ke ordening opgevangen dat de lopende aanvragen nog afgehandeld worden. De 'voorzitter zegt dat dat vanzelfsprekend is, maar overigens moet de aanvraag wel in orde zijn» punt 36 Het lid Roosenboom zegt dat in het antwoordt de handschoen wordt teruggeworpen naar de raad door te vragen concreet aan te geven om welke ouderwijken het gaat, maar als je door de gemeente rijdt zie je het vanzelf. Hij wijst hierbij o.a» op de Kannewielseweg, Vetterik, Jankenberg en Maaipad» De voorzitter denkt bij een wijk aan iets andere. Dit vindt hij meer buurt schapp en Het lid Roosenboom weet dat een inwoner van de Nieuwe Molenweg om bestrating van zijn inrit heeft gevraagd maar dat werd geweigerd om dat men er vanuit ging dat de betreffende persoon zijn inrit zelf stuk rijdt. Het enigste wat die man vraagt is een oeperkte bestra ting, maar waarom zou men over de totale lengte niet een molgoot aan kunnen leggen» Riolering komt daar in de woordenboeken nog niet voor en ze mogen toch wel enige service. De voorzitter licht toe dat de voorzieningen in de bestemmingsplan nen door die mensen zelf is betaald en dat is ook nog niet zo wei nig ook. Het lid Roosenboom zegt dat de betreffende man de voorzieningen zelf wil aanbrengen als hij de klinkers van de gemeente krijgt en naar hij weet liggen die op het gemeenteterrein. De voorzitter vraagt of men zich in dit geval schriftelijk tot de gemeente heeft gewend» Het lid Roosenboom zegt dat de aanvraag bij de direkteur is gedaan. Wethouder van Wezel vindt dat, zo er aanvraag wordt ingediend het moeilijk zal zijn geen precedent te scheppen. Wel wil hij toezeggen dat het verzoek in de commissie bedrijven behandeld zal worden. Overigens vreest hij wel dat door de geringe breedte van de weg een molgoot snel kapot gereden zal worden» Het lid Verboet ondersteunt graag het verzoek van het lid Roosenboom.

Raadsnotulen

Halsteren: 1960-1996 | 1973 | | pagina 69